Samenvatting trainingsvaardigheden
Health coach model
Beginsituatie in kaart brengen
Wie is de persoon die je voor je hebt? Wat zijn zijn/ haar doelen? In welke lichaamstoestand bevindt
hij/zij zich? Hoe fit is hij/zij? En zijn haar doelstellingen haalbaar als je deze aftoets aan de fysieke
paraatheid van de persoon?
Dit doe je aan de hand van de 3 pijlers
- Question: het afnemen van een intakegesprek waarin je de persoon bevraagd
- Measure: lichaamsmetingen uitvoeren, eventueel aangevuld met het meten van
lichaamsbasiseigenschappen meten zoals bijv. uithouding en kracht
- Observe: het observeren van het lichaam, de statische houding en de kwaliteit van bewegingen
inschatten
Op basis van deze info maak je een inschattingen van de beperkingen, risico’s, de mogelijkheden, …
Je wilt zorgen voor vooruitgang, maar tegelijk overbelasting blessures vermijden en dit maakt het moeilijk
- Hoe zwaar kan je bijv. iemand die wil starten met lopen in de beginfase belasten
- Hoe lang laat je hen tijdens de eerste trainingssessie lopen
- En laat je hen de eerste training überhaupt al lopen.
- Hoelang duurt de trainingssessie, …
Het correcte antwoord ga je niet vinden in een boek -> want iedere persoon is anders
Je bevraagt, meet en observeert de persoon die je begeleidt dus om de kwaliteit van je uiteindelijke
training te optimaliseren en indien nodig te onderbreken of af te breken als je op fysieke problemen
stuit. Dan is eerst medische begeleiding nodig
1
,Kiezen van de trainingsmodaliteiten
Vanuit je rol als trainer en coach gebruik je volgende modaliteiten om je training concreet vorm te geven
Organisatie – hoe
- Gebruik van de ruimte, opstelling van de oefeningen?
- De opstelling van de deelnemers en de begeleiders?
- Werk je in posten, met een omloop, in golven, individueel, partner werk, small group of volledige
groep?
- Werk je met competitievormen?
- Implementeer je teambuilding?
Middelen – met
- Welke objecten, attributen en toestellen gebruik je?
- Voor welke omgeving opteer je?
- Welke omgevingsobjecten zoals bomen, banken, klimrek, … wil je integreren?
Werkvorm – wat
- Richt je je op krachttraining, agility (behendigheid), uithouding, lenigheid, coördinatie, snelheid, …?
- Welke inhoud geef je aan je oefenstof in functie van de vooropgestelde doelstellingen?
Plan – wanneer
- Tijdsplanning van de sessie?
- Welke trainingsfrequentie hanteer je?
- Hoeveel tijd laat je tussen trainingen
- Hoe bouw je je oefenstof op?
- Werk je met aantal herhalingen of tijdsduur?
Evaluatie
Op het einde van de trainingsperiode (meestal cyclus van 6 weken) wordt ‘achieved goal’
vergeleken met ‘desired goal’ om de effectiviteit van de trainingsperiode te analyseren en waar
nodig bij te sturen.
Question: intakegesprek voeren
Iedere trainer-coach heeft een eigen stijl. Toch dient in een intakegesprek binnen een beweeg- en
sportcontext steeds een aantal vaste elementen terug te komen die noodzakelijk zijn.
Doel: een totaalbeeld van de person en haar levenssituatie- en context en waar de persoon graag
naartoe wil met haar doelen.
6 stappen coach model
Huidige situatie
- Dateer je inschrijvingsformulier zodat je later verschillende formulieren objectief kunt vergelijken
- Persoonlijke gegevens: naam, geboortedatum, adres, telefoonnummer, email
- Achtergrond met betrekking dagelijkse fysieke activiteit.
Fysieke activiteit tijdens de beroepsactiviteit
Fysieke activiteit in de thuissituatie
Fysieke activiteit met betrekking tot sportactiviteit tijdens de vrije tijd
Eerder beoefende sport- en beweegactiviteiten
- Medische achtergrond: PAR-Q vragenlijst -> 7 keer ja antwoorden anders medisch advies
Bijkomende vragen:
2
, Rookt u?
Neemt u medicatie? Zo ja welke?
Hebt u momenteel fysieke problemen? Zo ja welke?
Had u eerder fysieke problemen? Zo ja welke?
Wordt of werd u ooit behandeld voor bepaalde fysieke problemen? Zo ja welke?
Neemt u voedingssupplementen? Zo ja welke?
- Privé-situatie: dit heeft implicaties voor het opstellen van een programma, naar beschikbaarheid,
frequentie en opeenvolging van trainingen, mentale en fysieke belasting, …
Bent u alleenstaand of samenwonend?
Hoeveel kinderen hebt u?
Hoe oud zijn u kinderen?
Gewenste situatie
- Bent u tevreden over uw huidig niveau van fysieke fitheid?
- Bent u tevreden over de huidige mate van fysieke activiteit doorheen de week?
- Hebt u bepaalde doelstellingen voor uzelf op fysiek vlak?
- Hebt u bepaalde doelstellingen voor uzelf op gezondheidsvlak?
Hindernissen
- Zijn er zaken in uw huidige levenssituatie die u ervan weerhouden om uw beweeg/sport/
gezondheidsdoelstellingen na te streven?
Hulpbronnen
- Wat zou u kunnen helpen om alsnog uw beweeg/sport/gezondheidsdoelstellingen na te streven?
Actie
- Wil u voor uzelf hieromtrent concreet stappen zetten in de nabije toekomst (de komende 6 weken)
Opvolging
- Herbevraging na 6 weken en bijsturen waar nodig.
Observe: het visueel vaststellen van een (begin)situatie
Inleiding
Waarom is observatie van het lichaam voor een trainer belangrijk?
Bewegen en bewegen is twee
- 2 lopers kunnen eenzelfde afstand in dezelfde tijd afleggen en hierbij aan eenzelfde relatieve
hartslag trainen. Toch is het mogelijk dat de lichamelijke belasting van deze inspanning voor de ene
persoon veel hoger is dan bij de andere.
Observatie begint reeds bij eerste oogopslag
Observe is de meest subjectieve van de 3 opgesomde bepalingen (question – measure – observe)
Observatie gebeurt vanaf het eerste contact met de persoon die je zal begeleiden. Vaak zelfs onbewust
neem je visueel al heel wat zaken waar, die mee je beeld zullen vormen over deze persoon
Uit een eerste observatie kan je ongetwijfeld al heel wat waardevolle informatie halen:
- Leeftijd
- Lichaamssamenstelling (antropometrie)
- Lichaamsbouw (morfologie)
3
, - Al dan niet sportieve aanleg
- Ogenschijnlijk goede of minder goede ‘conditie’
- Fysieke letsels (pathologieën)
- Lijkt de persoon goed in zijn/haar vel te zitten
- …
Wees bijgevolg voorzichtigheid bij het trekken van een conclusie!
Morfologische lichaamstypes (somatotypes)
Afhankelijk van je biologische achtergrond/afkomst (in combinatie met eet- en leefgewoonten) zal de ene
persoon andere kenmerken qua lichaamsbouw hebben dan een ander iemand.
Onderscheiden
3 morfologische lichaamstypes, ook wel somatotypes (‘somato’ = lichaam) genoemd:
Ectomorf Mesomorf Endomorf
- Mager, slank type - Breed, gespierd type - Corpulent, zwaar type
- Lange, dunne spieren en - Bolumineuze spieren - Breed bekken, ‘kloeke’
botten - Middelmatige vetopslag bouw
- Weinig vetopslag - Hoge vetopslag
Niemand is zuiver één van deze somatotypes. Je zou kunnen stellen dat iedereen een bepaald
percentage van ieder type in zich heeft.
Hoe meer iemand naar bijv. endomorf neigt, hoe moeilijk hij het zal hebben om zijn lichaam te laten
evolueren richting mesomorf of ectomorf.
Meestal spreekt men over een combinatie van 2 somatotypes:
- Endo-mesomorf = overwegen endomorf, maar ook deels mesomorf
- Meso-ectomorf = overwegen mesomorf, maar ook deels ectomorf
Het somatotype dat eerst vernoemd wordt, is het meest prominent aanwezig bij die persoon.
Wees steeds voldoende genuanceerd in je oordeel rond het somatotype van iemand!
Wat wordt bedoeld met gericht observeren van een lichaam
Als bewegingsdeskundige dien je een stap verder te gaan en het lichaam diepgaander te observeren en
analyseren. We beperken ons in deze module tot het kijken hoe het lichaam zich ‘gedraagt’ in
rechtopstaande en zittende houding.
We bekijken het lichaam vanuit verschillende posities en trachten mogelijke probleemgebieden op te
sporen, die mee bepalend zullen zijn voor het uiteindelijke trainingsprogramma.
4