Inleiding
EXAMEN: meerkeuze en open vragen, inzicht, artikel en leerstof toepassen
Wat is communicatiewetenschappen?
- Wetenschappelijke studie van relatie tussen media of
communicatieprocessen en de samenleving
- Jong maar heel breed en divers veld (“fragmentation”)
Interdisciplinair voeden
Taalaspect (!)
Engels is dominant
Doelstellingen van cursus
- D1: overzicht van en kennismaking met brede en steeds
evoluerend veld
Actuacase 1: schermtijd van jonge kinderen flink toegenomen door
corona/jongeren vallen als een blok voor Tiktok/veel nieuwe
abonnementen voor streammedia (vb. Netflix)/whatsappgebruik in
Spanje met 7% gestegen in lockdown/ piek in schermtijd bij Belgen/…
Is niet iets van enkel deze tijd vb. Argentinië wint van Venezuela in
2016, alle spelers op telefoon
Generatie van ‘digital natives’ kleuters worden schermzombies,…
Link met cursus?
o Informatiemaatschappij
o New media theory, mediatization,…
o Mediageschiedenis
o Mediabeleid en -economie
o Media en ‘effect’-theorieën
o Globalisering, convergentie en concentratie
- D2: hedendaags belang van communicatiewetenschappen
Centrale rol van media
Communicatiewetenschappen, politicologie, sociologie, economie,
psychologie,…
Actuacase 2: ‘effect’ van media op maatschappij
Afhankelijk van betekenis “effect”
Eeuwige discussie over relatie media en geweld
o Vb. jongere bootst GTA na en wordt opgepakt
Vb. misselijk worden na zien van horrorfilm, Pixarfilms (zoals Inside
Out) die depressie herkennen en steun bieden aan kinderen
Vb. zien van verdronken vluchtelingen, kinderen in oorlogsgebieden
Politiek en media: vb. Brexit, 9/11, Trump en twitter bestorming
Capitool
Kritische blik op media
- D3: Wetenschappelijke benadering (kritisch inzicht in functioneren
van communicatiemedia)
1
, - Mediacentralisme
Alle schuld aan de media geven niet altijd het geval
Media speelt een kleine(re) rol dan mensen denken
Krachtlijnen
- Communicatiewetenschappen als breed, divers en jong academisch veld
- Doelstellingen
Overzicht en kennismaking
Actuele relevantie
Wetenschappelijke benadering
2
,Bouwstenen
Teken en betekenisvol communiceren
Basisconcepten
- Semiotiek: overkoepelend veld
= het wet. veld rond tekens, betekenis en taal
Bestudeert de wijze waarop tekens functioneren en hoe ze
betekenis doen ontstaan
Grondleggers: de Saussure en Peirce
- 3 centrale domeinen van studie
1. De tekens zelf en hun indelingen
2. De codes of systemen waarbinnen de tekens georganiseerd worden
3. De brede cultuur waarbinnen de tekens of codes opereren
- Subdomeinen
Fonologie: studie van klanken en de kleinste eenheden
Syntaxis: studie van taalconventies en betekenisvolle patronen van
tekens
Semantiek: relatie tussen een teken en de betekenis die a/h teken
wordt toegekend focussen hierop
Pragmatiek: relatie tussen betekenis en de gebruiker v/h teken,
sociale en contextuele factoren
- Een teken heeft altijd een intensie en een extensie
Intensie: het geheel van criteria/kenmerken/eigenschappen dat
bepaalt of een term/teken wel kan worden toegepast
Extensie: de klasse van zaken waarop de term/het teken correct is
toegepast
Vb. romantische komedie
Intensie: liefde, humor, happy end,…
Extensie: Nothing Hill, Love Actually,…
Maar: voor iedereen een andere betekenis, kan voor misverstanden
zorgen
- Teken (!!!)
Betekenaar (Sa - signifiant): materiële vorm (foto, schrift, uitspraak,
tekening,..)
Vb. een stoel
Betekende (Se - signifie): dat waar de tekenvorm naar verwijst
(betekenis, concept, object, definitie,…)
Vb. een meubel op 4 poten waarop je kan zitten
Relatie tussen betekende en betekenaar is puur toeval en berust op het
feit dat we een code of conventies (afspraken) nodig hebben om
betekenis te verlenen. Er is een sociale behoefte om op deze manier
betekenisvol te kunnen communiceren met elkaar
EX: wat is de Sa en de Se van dit teken?
Se: muzieknoot “la”
Sa: de afbeelding, het horen van de noot
Belangrijk: orkest iedereen moet deze noot interpreteren als “la”
en vb. niet iemand als “do”, iemand als “re”,… anders misverstand
3
, - Teken – referent
Referent= het fysiek object waar een teken naar verwijst
Vb. de stoel zou het referent zijn
Pas op: niet elk teken heeft een referent
Vb. liefde, waarheid, vrede,…
Vb. auto
o Sa: “auto’
o Se: “een voertuig met 4 wielen en een stuur”
o Referent hoeft dus niet aanwezig te zijn, omdat iedereen weet
wat de Se is v/e auto, referent kan wel voor iedereen anders zijn
(vb. Ferrari vs mini cooper)
- Significatie (Roland Barthes)
Primaire significatie – Denotatie:
= de letterlijke of objectieve betekenis van een teken.
(vglbaar met Se)
Het deel v/d betekenis die voor elke tekengebruiker hetzelfde is en
waar sociale consensus over bestaat.
De standaard, neutrale of primaire betekenis.
Bv. Vuur = een rood heet natuurelement dat rook en hitte uitstoot
Secundaire significatie – Connotatie:
= de figuurlijke of subjectieve betekenis van een woord.
(vglbaar met Sa)
Hangt samen met specifieke (fysieke) verschijningsvorm v/d
betekenaar
De bijbetekenis of associatie
Kan gesplitst worden in twee componenten.
o Evaluatieve lading: bepaalt of iets goed, slecht of neutraal is
o Referentiële lading: een variabele betekenis of verwijzing die
naargelang de context kan veranderen
Bv. vuur = passie, energie, gevaar, warmte, gezelligheid…
- Ideologie/mythe = de verschillende manieren waarop de samenleving de
betekenis van communicatieboodschappen en media stuurt en organiseert
Tekensystemen
- Verwijst na/d relatie tussen tekens
Peirce
- Tekensysteem van Charles Peirce (VSA)
Teken = drager v/e betekenis
4