Inhoudsopgave
1 Het Keynesiaans kruis .......................................................................................................... 2
1.1 “In the Long-run we are All Dead”......................................................................................... 2
1.2 Het Keynesiaans kruis ............................................................................................................ 2
2 Het multiplicatoreffect ......................................................................................................... 5
2.1 Inleiding ................................................................................................................................. 5
2.2 De marginale consumptie- en spaarquote ............................................................................ 6
2.3 Formule voor het multiplicator effect ................................................................................... 6
2.4 Andere toepassingen van het multiplicatoreffect ................................................................. 7
3 De IS en LM curven ............................................................................................................ 10
3.1 Inleiding ............................................................................................................................... 10
3.2 De IS curve ........................................................................................................................... 10
3.2.1 Beweging op de IS curve ............................................................................................. 11
3.2.2 Verschuiving van de IS curve ...................................................................................... 12
3.3 De LM curve ......................................................................................................................... 15
3.3.1 Beweging op de LM curve ........................................................................................... 16
3.3.2 Verschuiving van de LM curve .................................................................................... 17
4 Algemeen evenwicht met behulp van het IS-LM model ....................................................... 19
4.1 Het effect van een verandering in het budgettair beleid .................................................... 19
4.2 Het effect van een verandering in monetair beleid ............................................................ 20
4.3 Beleidsmix............................................................................................................................ 22
5 Van IS-LM naar aggregatieve vraag ..................................................................................... 23
5.1 De aggregatieve vraagcurve (AD curve) .............................................................................. 23
5.2 Verschuivingen in de aggregatieve vraagcurve als gevolg van monetair en budgettair
beleid .................................................................................................................................. 24
6 Keynesiaans na de crisis ..................................................................................................... 25
CHAPTER 27: KEYNESIAANSE ECONOMIE & IS-LM-ANALYSE 1 van 25
1.1 “In the Long-run we are All Dead”
- Vóór John Maynard Keynes was er geen onderscheid tussen micro-economie en macro-economie
HIERDOOR: waren er veel tekortkomingen in de theorie
- Het ging voor John Maynard Keynes vooral om het ontwikkelen van een nieuwe theorie die op
korte termijn effectief kan optreden wanneer zich economische problemen voordoen
(bv. een grote werkloosheid)
Zijn theorie was vooral ontwikkeld om te kunnen ingrijpen in tijden van recessie
• Een recessie is een (korte) periode van dalende reële inkomens en stijgende
werkloosheid
Volgens de technische definitie treedt een recessie op na twee opeenvolgende
kwartalen van negatieve economische groei
• Een depressie is een ernstige recessie (bv. de Grote Depressie van de jaren 1930)
Heeft grote gevolgen op vlak van het inkomen en de werkloosheid
- De beurscrash van 1929:
• Deze beurscrash werd vooral veroorzaakt door het
monetaire beleid
Er werd massaal veel geld bijgedrukt om de
heropbouw na de oorlog te kunnen
financieren in Europa(de VS heeft Europa hierbij
gesteund)
• Op dat moment zat de VS ook in de fase van
industrialisering (de substituering van arbeid door kapitaal)
HIERDOOR: konden ze een grote productie
realiseren
MAAR: dit leidde al snel tot overproductie
• Er was niet voldoende vraag naar al deze
producten
OMDAT: de arbeiders weinig koopkracht
hadden
1.2 Het Keynesiaans kruis
- Omwille van deze grote ellende heeft Keynes zijn theorie ontwikkeld
De nadruk lag op het kunnen inspelen op de korte termijn fluctuaties
(vooral in tijde van negatieve groei)
De overheid kan hier een rol vervullen: Wanneer er te weinig vraag is naar producten is het de
taak van de overheid om deze vraag te stimuleren
(bv. door het creëren van jobs bij infrastructuurwerken)
CHAPTER 27: KEYNESIAANSE ECONOMIE & IS-LM-ANALYSE 2 van 25
, - Keynesiaanse analyse maakt een cruciaal onderscheid tussen gepland en actueel gedrag
• Geplande uitgaven, besparingen of investeringen zijn de voorgenomen acties van
huishoudens en bedrijven
• Werkelijke bestedingen, besparingen of investeringen zijn de gerealiseerde resultaten als
gevolg van acties van huishoudens en bedrijven
(bv. Een fabrikant plant een voorraad van 50.000 stuks, maar wanneer de vraag afneemt, kan het zijn dat in
werkelijkheid 150.000 stuks in voorraad liggen)
• Volledige werkgelegenheid (full employment) is het natuurlijke niveau van productie (= de
productiecapaciteit van een economie)
- Deflatoire en inflatoire gap:
Deflatoire gap
• De vraag naar binnenlandse producten wordt weergegeven door de bestedingslijn. Deze
bestaat uit:
o Consumptie (𝐶)
o Investeringen (𝐼)
o Overheidsbestedingen (𝐺)
o Netto uitvoer (𝑋 − 𝑀)
• De 45 graden lijn is het evenwicht op de goederenmarkt: Hier is het aanbod van binnenlandse
producten gelijk aan de vraag naar binnenlandse producten
o Punt A: Er wordt te weinig geproduceerd om aan de vraag te kunnen voldoen
Er moet uit de voorraad geput worden (oranje streepje)
o Punt B: Er is minder vraag dan aanbod
Een deel wordt opgeslagen in de voorraad (paars streepje)
DUS: Gegeven de bestedingslijn is er maar één evenwichtspunt (𝑌1 )
• 𝒀𝒇 staat voor full employment (= de natuurlijk productie binnen een economie): Hier zien we dat de
vraag naar binnenlandse producten niet groot genoeg is om alle mensen aan het werk te zetten
Er is te weinig vraag naar binnenlandse producten
Het is de rol van de overheid om deze vraag te stimuleren
(dit kan door een expansief budgettair beleid te voeren)
HIERDOOR: neemt 𝐺 toe en verschuift de bestedingslijn naar omhoog
CHAPTER 27: KEYNESIAANSE ECONOMIE & IS-LM-ANALYSE 3 van 25
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper evsmts. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.