Juridische kaders en deontologisch werken
Inleiding
Belang van ethiek en professionaliteit in het werk van orthopedagogische begeleiders
Benadrukt dat hulpverlening meer is dan alleen toepassen van technieken; omvat ook een
ethische dimensie
Hulpverleners moeten niet alleen kennis en vaardigheden hebben, maar ook in staat
zijn om ethische afwegingen te maken en hun handelen te rechtvaardigen
Het werk van een hulpverlener vereist transparantie, zelfreflectie en respect voor
zowel persoonlijke als professionele waarden en normen, inclusief die van cliënten
Professionaliteit impliceert ook het vermogen om ethische vragen te signaleren, te
reflecteren en openlijk te bespreken
Belangrijk om niet alleen de juiste dingen te doen, maar ook om kritisch na te denken over
de impact van je handelen
Deel 1: Ethische kaders
Wat zijn goede keuzes, zowel in het dagelijkse leven als binnen professionele contexten
zoals de hulpverlening
Nadruk op belang van begrijpen van waarden en normen in bepalen van goed gedrag en
maken van ethische keuzes
Verkent idee dat reflectie op moraliteit en ethiek essentieel is voor nadenken over wat goed
en slecht gedrag is (persoonlijk als professioneel niveau
1. Ethiek en moraal
1.1 Begrippen
Ethiek en moraal zijn etymologisch synoniemen -> vaak door elkaar gebruikt, maar hebben
een verschil in betekenis
Moraal = de praktische gedragsregels
Geheel aan waarden en normen dat een persoon of groep (gezamenlijke moraal) als
leidraad hanteren om ‘juist’ te handelen
Handelen volgens wat je goed of fout vindt
Gebeurt vrij ‘automatisch’ = je moraal gedragen
Ethiek = nadenken over goed en fout
Niet technisch of juridisch, wel ‘goed’ vs. ‘kwaad’ -> helpt bij het maken van de
goede keuze
Filosoferen over ‘menselijke waarden’ en vanwaar die komen
Kritisch nadenken over de moraal
Start met stellen van vragen = je ethisch gedragen
1.2 Waarden en normen
Waarden en normen vormen de basis voor onze moraal en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden,
maar ze zijn verschillend
Waarden = begrippen die omschrijven wat mensen waardevol vinden, vaak één woord zoals
zorgzaamheid, aandacht of vrijheid -> waarden zijn abstract en positief geformuleerd
1
,Juridische kaders en deontologisch werken
Normen = concrete handelingsvoorschriften die laten zien hoe je moet handelen om te
voldoen aan een waarde -> zijn veranderlijk en kunnen variëren afhankelijk van tijd, plaats,
persoon en omstandigheden
Vb. de waarde ‘eerlijkheid’ leidt tot normen zoals ‘niet liegen’ en ‘niet stelen’
Verschillende waarden -> eenzelfde norm
Verschillende normen -> eenzelfde waarde
Vb. waarde liefde: ik neem mijn zieke ouder in huis of ik stuur mijn zieke ouder naar een
rusthuis
1.3 Een onveranderlijk gegeven?
Ethiek en moraal zijn geen vaste, onveranderlijke essenties (dynamisch) -> evolutie van morele
gedragsregels wordt beïnvloed door diverse factoren in een complex samenspel:
Historische factoren: Bijvoorbeeld, de middeleeuwse moraal scheidde seksualiteit en
godsdienstbeleving, terwijl deze binding in de 18de-19de eeuw strenger was.
Religieuze factoren: Bijvoorbeeld, polygamie wordt in de Islamwereld niet als immoreel
erkend.
Politieke factoren: Bijvoorbeeld, Nazi-Duitsland beschouwde de Jodenvervolging niet als
immoreel.
Economische factoren: Bijvoorbeeld, slavenhandel en kinderarbeid werden eeuwenlang niet
als immoreel gezien; Eskimo-culturen lieten ouderen op het ijs achter om economische
redenen.
Sociale factoren: Bijvoorbeeld, landen met overbevolking zoals India accepteren snel
anticonceptie en sterilisatie als moreel noodzakelijk.
Crisisfactoren: Bijvoorbeeld, de morele vraag over het doden in oorlogstijd en chemische
oorlogvoering.
Wetenschappelijke en technische factoren: Bijvoorbeeld, in de 16e eeuw riskeerde Vesalius
de doodstraf voor lijkdissecties, terwijl tegenwoordig lichaamsdonatie voor wetenschappelijk
onderzoek als hoogmoreel wordt gezien.
1.4 Ethiek, moraal en recht
Verbondenheid
Ethiek, moraal en recht zijn nauw met elkaar verbonden
Morele normen zijn essentieel voor orde, vrede en harmonie in de samenleving
Wet- en regelgeving
Codificeren vaak morele normen (vb. verbod op doden, stelen, bedriegen)
Overtredingen worden strafrechtelijk gesanctioneerd
Evolueren mee met maatschappelijke veranderingen
Aanpassingen gebeuren vaak na ethische discussies (vb. euthanasie- of abortuswet)
Beperkingen van recht
Niet alle morele gedragsnormen kunnen/mogen in het recht worden opgenomen
Te veel wettelijke regels zouden de individuele morele vrijheid vernietigen
Evolutie van morele regels zou worden belemmerd
Recht zou ondraaglijk worden als elke gedragsnorm wettelijk werd vastgelegd (vb.
wet die “elkaar laten uitspreken” verplicht)
Conflict tussen wet en moraal
Soms handelen mensen tegen de wet vanuit morele overtuigingen
2
, Juridische kaders en deontologisch werken
Vb. Burgers die uitgeprocedeerde asielzoekers opvangen handelen uit waarden van
naastenliefde en rechtvaardigheid, ondanks dat deze mensen volgens de wet
"illegaal" zijn
Vb. Mensen die tijdens oorlogstijd vervolgden laten onderduiken, wat tegen de wet
was maar moreel juist werd gezien
Ethische dilemma’s voor professionals
Als orthopedagogisch begeleider kun je in situaties komen waar wetten botsen met
jouw (professionele) waarden en normen
Vb. Een begeleider bij FEDASIL kan in een ethisch dilemma komen bij de uitzetting
van een asielzoeker die in zijn thuisland vervolgd zal worden
2. Deontologie
Betekenis en oorsprong
Afgeleid van het Griekse ‘deon’ (plicht) en ‘logos’ (kennis, leer)
= ‘leer van de plichten’ of ‘plichtenethiek’
Plichtenethiek
Richt zich op handeling zelf, niet resultaat
Nadruk op plicht om ethisch te handelen
Sommige handelingen zijn intrinsiek slecht, ongeacht de gevolgen
Doel heiligt de middelen niet; eerlijkheid en plicht staan voorop
Praktische toepassing
Deontologie omvat gedragsregels en gebruiken die beroepsbeoefenaars moeten
volgen
Deze regels dienen als leidraad voor professioneel handelen
Gedragsregels komen voort uit ethiek en beroepsethiek en vormen de basis voor
een beroepscode
2.1 Nood aan een houvast
Complexiteit en hulpverlening
Hulpverlenen vereist kritische reflectie
Verschillende visies, belangen, contexten, waarden en normen spelen een rol
Cliëntverwachtingen kunnen verschillen van de inschattingen van de hulpverlener
Visies en waarden
Visies komen voort uit persoonlijke en professionele waarden en normen
Bij tegenstrijdigheden: Welke visie primeert? Die van de hulpverlener, de cliënt, of
de maatschappij?
Sociale posities (toegewezen of verworven) beïnvloeden visies
Juridisch kader
Wetgeving bepaalt vaak het handelen in bepaalde situaties
Soms kan het juridisch kader niet allesbepalend zijn, zoals bij verzachtende
omstandigheden
Nood aan leidraad
Duidelijke leidraad is nodig om te bepalen welke handelingen moreel juist zijn in de
professionele context
Professionele context van hulpverleners verandert mee met de samenleving
Behoefte aan houvast groeit naarmate de samenleving verandert
3