@superdl99
Onderzoeksmethoden en -technieken I:
Psychometrie (WPO)
Overzicht
Lambda (λ) Variantie (s²)
Kruistabel opstellen Formule: 𝑠 5 =
6(8! 38̅ )²
"
Formule: 𝜆 =
!!"#!$ &'(#)" *'"+), -)""./ 0)/$!12#3!!"#!$ &'(#)" 4)# -)""./ 0)/$!12#
!!"#!$ &'(#)" *'"+), -)""./ 0)/$!12#
Standaarddeviatie (s) Covariantie (𝒄𝒙𝒚 )
∑(8! 38̅ )(>! 3>@)
Formule: 𝑠 = %
6(8! 38̅ )² Formule: 𝑐8> =
"
"
Correlatie (𝒓𝒙𝒚 ) Chi-kwadraat (x²)
∑("! &"' )(#! &#
') (B3C)²
Formule: 𝑟8> =
1"#
= ) Formule: 𝑥 5 = ∑
C
/" /# ')² *(#! &#
*("! &" ' )²
A A
) ) - Geobserveerd (O): tabel opstellen
#'#!!$ -'$'4 × #'#!!$ ,.E
- Verwacht (E):
"
Rangnummers Percentiele rangen
- Schaalscores ordenen van hoog naar laag - Unieke waargenomen schaalscores selecteren (𝑥. )
- Hoogste schaalscore = rangnummer 1 enzoverder - Absolute frequenties berekenen (𝐹. )
- Meerdere getallen met dezelfde schaalscores = - Absolute cumulatieve frequenties berekenen (𝐶. )
gemiddelde nemen van rangnummers die ze normaal - Relatieve cumulatieve frequenties berekenen (𝑐. )
zouden krijgen - Percentiele rangen berekenen (𝑐. × 100)
- Kijken welke PR bij welke schaalscore hoort
Lineaire z-score (𝒛𝒊 ) Lineaire T-score
8! 38̅
Formule: 𝑧. = - Formule: 𝛵 = (𝑧 × 10) + 50
/
Stanines Genormaliseerde z-score
- Stanine 1: tussen -2,25 en -1,75 - Unieke waargenomen schaalscores selecteren (𝑥. )
- Stanine 2: tussen -1,75 en -1,25 - Absolute frequenties berekenen (𝐹. )
- Stanine 3: tussen -1,25 en -0,75 - Absolute cumulatieve frequenties berekenen (𝐶. )
- Stanine 4: tussen -0,75 en -0,25 - Relatieve cumulatieve frequenties berekenen (𝑐. )
- Stanine 5: tussen -0,25 en 0,25 - Voor elke relatieve cumulatieve frequentie kijken in de
- Stanine 6: tussen 0,25 en 0,75 tabel welke z-score hiermee overeenkomt
- Stanine 7: tussen 0,75 en 1,25
- Stanine 8: tussen 1,25 en 1,75
- Stanine 9: tussen 1,75 en 2,25
Genormaliseerde T-score Genormaliseerde stanine
Genormaliseerde z-score berekenen Genormaliseerde z-score berekenen
Formule: 𝛵 = (𝑧 × 10) + 50 Kijken in welke stanine deze valt
Betrouwbaarheid (𝑹𝒙𝒙G ) Standaardmeetfout (se)
.
Formule 1: 𝑅88, =
/-
.
Formule: 𝑠𝑒 = <1 − 𝑅88,
//
.
/0
Formule 2: 𝑅88, = 1 − .
//
5
Formule 3: 𝑅88, = 𝑟HI
5
Formule 4: 𝑅88, = 1 − 𝑟HC
Test-hertest betrouwbaarheid Split-half betrouwbaarheid (odd-even)
= correlatie tussen 2 meetmomenten = correlatie tussen odd en even
- odd = som oneven vragen
- even = som even vragen
5×,"#
Correlatie omvormen met Spearman-Brown formule: 𝑅88G =
JK,"#
Ruwe Chronbach alpha (⍺) Gestandaardiseerde Chronbach alpha
- 61!! @@@@
-×, 11
Formule: 𝛼 = ? @×A . B Formule: 𝑅88G = @@@@
-3J // JK(-3J)×, 11
KR20 Test verlenging
- 6LM "×N"", &23!4!)556
Formule: 𝑅88G = ? @ × A1 − . B Formule: 𝑅88,32),*.)" =
-3J // JK("3J)×N"", &23!4!)556
1
, @superdl99
Aantal vragen herwerkte test Gecorrigeerd validiteitscoëfficiënt
N"", &7538!5) × (J3N"", &23!4!)556 ) ,"#&23!4!)556
Verlengingsfactor berekenen: 𝑛 = Formule: 𝑟8>30)1',,.0)),+ =
N"", &23!4!)556 × (J3N"", &7538!5) ) ON##,
Formule: aantal vragen herwerkte test = aantal vragen
oorspronkelijke test x verlengingsfactor
Convente validiteit conscientieusheidsschaal BFI Discriminante validiteit conscientieusheidsschaal BFI
= correlatie tussen schaalscores BFI en NEO-PI-R berekenen = correlatie tussen schaalscores BFI en emotionele intelligentie
berekenen
Predictieve validiteit conscientieusheidsschaal BFI Item-moeilijkheidsindex
JK0
= correlatie tussen schaalscores BFI en job prestaties Formule: 𝑃.3'P#.4!!$ =
5
berekenen
Item-betrouwbaarheidsindex Punt-biseriële correlatie (bij dichotome vragen)
Formule: 𝑠. 𝑟.I @@@@38̅
8 9 P!
Formule: 𝑟8> = %J3P
/" !
Item-validiteitsindex Item-discriminatieindex
R: 3S:
Formule: 𝑠. 𝑟.Q Formule: 𝑑 =
R
Item Characteristic Curves 1-parameter logistisch IRT model
Moeilijkheidsgraad: hoe meer in het midden van de x-as, hoe ) (;< &=! )
Formule: 𝑃(𝑋./ = 1⎹ Θ/ , 𝛽. ) =
JK) (;< &=! )
beter de moeilijkheidsgraad (meer naar links = te gemakkelijk,
meer naar rechts = te moeilijk)
Discriminatievermogen: hoe steiler de curve, hoe beter het
discriminerend vermogen
2-parameter logistisch IRT model 3-parameter logistisch IRT model
) >! (;< &=! ) J31
Formule: 𝑃(𝑋./ = 1⎹ Θ/ , 𝛽. , 𝛼. ) = Formule: 𝑃(𝑋./ = 1⎹ Θ/ , 𝛽. , 𝛼. , 𝑐. ) = 𝑐 +
JK) >! (;< &=! ) JK) &>! (;< &=! )
Graded response model Trait-level
> (; &= ) T<
) ! < !? Formule: Θ/ = 𝑙𝑛 ? @
Formule: 𝑃K𝑋./ ≥ 𝑗⎹ Θ/ , 𝛽.E , 𝛼. N = > (; &= ) J3T<
JK) ! < !?
Voor alle antwoordopties formule toepassen (antwoordoptie 1 =
ALTIJD 1)
Moeilijkheid Item-informatiewaarde
Formule: 𝛽. = 𝑙𝑛 ?
J3T!
@ Formule: 𝐼(Θ) = 𝑃 × (1 − 𝑃)
T!
Sensitiviteit Specificiteit
Kruistabel opstellen Kruistabel opstellen
#,() P'/.#.U)/ #,() ")0!#.U)/
Formule: 𝑠𝑒𝑛𝑠𝑖𝑡𝑖𝑣𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 = Formule: 𝑠𝑝𝑒𝑐𝑖𝑓𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 =
#,() P'/.#.U)/K&!$/) ")0!#.U)/ #,() ")0!#.U)/K&!$/) P'/.#.U)/
False positive rate False negative rate
&!$/) P'/.#.U)/ &!$/) ")0!#.U)/
Formule: 1 − 𝑠𝑝𝑒𝑐𝑖𝑓𝑖𝑐𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 𝑂𝐹 Formule: 1 − 𝑠𝑒𝑛𝑠𝑖𝑡𝑖𝑣𝑖𝑡𝑒𝑖𝑡 𝑂𝐹
&!$/) P'/.#.U)/K#,() ")0!#.U)/ &!$/) ")0!#.U)/K#,() P'/.#.U)/
Positive predictive value (PPV) Negative predictive value (NPV)
#,() P'/.#.U)/ #,() ")0!#.U)/
Formule: Formule:
#,() P'/.#.U)/K&!$/) P'/.#.U)/ #,() ")0!#.U)/K&!$/) ")0!#.U)/
Positive likelihood ratio Negative likelihood ratio
/)"/.#.U.#).# J3/)"/.#.U.#).#
Formule: Formule:
J3/P)1.&.1.#).# /P)1.&.1.#).#
Bayes Theorem
T(V/X)×T(X)
Formule: 𝑃(𝐴/𝐵) =
T(V)
- P(A/B) = kans dat iemand gemeten kenmerk heeft bij
positieve diagnose
- P(B/A) = kans dat iemand positieve diagnose krijgt
als werkelijk gemeten kenmerk
- P(A) = kans dat iemand gemeten kenmerk heeft
- P(B) = kans dat iemand positieve diagnose krijgt
Kruistabel opstellen
YZKIT
- 𝑃(𝐴) =
#'#!!$
YTKIT
- 𝑃(𝐵) =
#'#!!$
IT
- 𝑃(𝐵/𝐴) =
ITKYZ
2
, @superdl99
Hulp nodig bij het oplossen van de oefeningen? Vul jouw getallen in op de puntjes en los
zo de oefeningen stap voor stap met dit stappenplan op!
WPO 1: Relaties tussen variabelen
Vraag 1
Een onderzoeker wil weten of er een verband is tussen roken en geslacht. Hij verzamelt
data van … (n) personen van wie hij telkens het geslacht en het rookgedrag observeert.
Hij bekomt de volgende resultaten:
- Aantal mannen die roken = … (X1)
- Aantal mannen die niet roken = … (X2)
- Aantal vrouwen die roken = … (X3)
- Aantal vrouwen die niet roken = … (X4)
Bereken λroken/ geslacht.
Om een lambda te berekenen, start je met het opstellen van een kruistabel.
ROOKGEDRAG
Roken Niet roken
GESLACHT Man … (X1) … (X2)
Vrouw … (X3) … (X4)
Som … (X1 + X3) … (X2 + X4)
!!"#!$ &'(#)" *'"+), -)""./ 0)/$!12#3!!"#!$ &'(#)" 4)# -)""./ 0)/$!12#
De formule = !!"#!$ &'(#)" *'"+), -)""./ 0)/$!12#
Je bekomt het aantal fouten zonder kennis geslacht door te kijken naar de totaalcijfers
voor rokers (mannen (X1) + vrouwen (X3) = …) en niet-rokers (mannen (X2) + vrouwen
(X4) = …). Je selecteert vervolgens het kleinste van deze twee getallen (dus: … (K1)).
Je bekomt het aantal fouten met kennis geslacht door mannelijke rokers (X1 = …) en
mannelijke niet-rokers (X2 = …) te vergelijken en het kleinste van deze twee getallen te
selecteren (dus: … (K2)). Vervolgens vergelijk je de vrouwelijke rokers (X3 = …) met de
vrouwelijke niet-rokers (X4 = …) en je kiest het kleinste van deze twee getallen (dus: …
(K3)). Het aantal fouten met kennis geslacht is de som van het kleinst geselecteerde
getal voor mannen en het kleinst geselecteerde getal voor vrouwen (… (K2) + … (K3) = …
(K4)).
56758
Bijgevolg is λroken/geslacht: 56
=…
3
, @superdl99
Vraag 2
Een onderzoekster wil nagaan of er een verband is tussen met de moto rijden en het al
dan niet hebben van tatoeages. Ze verzamelt data van … (n) personen. Onderstaande
tabel geeft deze data weer:
Persoon Tattoo Moto
1 Geen tattoo Geen moto
2 Tattoo Moto
… … …
Bereken λmoto/ tattooage.
Om een lambda te berekenen, start je met het opstellen van een kruistabel. Om deze
kruistabel op te stellen, moet je in de tabel in de opgave tellen hoeveel keer elk van de
volgende vier combinaties voorkomt:
- In het bezit van een moto en in het bezit van een tattoo?
- In het bezit van een moto, maar geen tattoo?
- Geen moto, maar wel een tattoo?
- Geen moto en geen tattoo?
MOTO
Moto Geen moto
TATTOO Tattoo … (X1) … (X2)
Geen tattoo … (X3) … (X4)
Som … (X1 + X3) … (X2 + X4)
Je bekomt het aantal fouten zonder kennis tattooage door te kijken naar de totaalcijfers
voor moto (mannen (X1) + vrouwen (X3) = …) en geen moto (mannen (X2) + vrouwen (X4)
= …). Je selecteert vervolgens het kleinste van deze twee getallen (dus: … (K1)).
Je bekomt het aantal fouten met kennis tattooage door mensen met een tattoo en een
moto (X1 = …) en mensen met een tattoo, maar geen moto (X2 = …) te vergelijken en het
kleinste van deze twee getallen te selecteren (dus: … (K2)). Vervolgens vergelijk je de
mensen zonder tattoo met een moto (X3 = …) met de mensen zonder tattoo en zonder
moto (X4 = …) en je kiest het kleinste van deze twee getallen (dus: … (K3)). Het aantal
fouten met kennis tattooage is de som van het kleinst geselecteerde getal voor mensen
met een tattoo en het kleinst geselecteerde getal voor mensen zonder tattoo (… (K2) + …
(K3) = … (K4)).
56758
Bijgevolg is λmoto/ tattooage: 56
=…
Vraag 3
Een onderzoekster verzamelt depressie scores met behulp van een psychologische
test. Deze test wordt afgenomen van … (n) personen. De onderstaande tabel geeft de
schaalscores op depressie voor deze personen weer:
4