Deze samenvatting is een nieuwe versie van mijn vorige. Het bevat alle stof per alinea van de hoofdstukken die worden behandeld in de modules. Hier zat zeer veel werk in maar ik wil dit ook nog voor de resterende vakken doen, dus hou mij in de gaten!
Hoofdstuk 1 Begrip en aard van het internationaal publiekrecht – Module 1
1.1 Inleiding
1 Grote delen van het internationaal recht zijn wereldwijd van toepassing.
Staten zijn onderling afhankelijk van elkaar en werken samen om gemeenschappelijke
belangen te realiseren.
2 Internationale afspraken bepalen mede de reikwijdte en de inhoud van het
internationaal recht.
3 Een sterke internationale rechtsorde biedt Nederland bescherming, maakt het
realiseren van gemeenschappelijke belangen mogelijk en biedt stabiliteit. Daarom is
Nederland lid geworden van internationale organisaties die het nastreven
mensenrechten te beschermen. Internationaal recht heeft voorrang op het nationale
recht, dit blijkt uit de artikelen 90, 93 en 94 GW. Soms wijkt Nederland hiervan af,
zoals door steun te verlenen aan de Irak oorlog in 2003.
4 Het boek gaat uit van centrale 4 uitgangspunten:
1. Internationaal recht is recht.
2. De inhoud en de werking van het internationale recht wordt bepaald door het
heterogene karakter van de internationale gemeenschap. Daarom zijn de verschillen
tussen de staten op verschillende vlakken groot.
3. Internationaal recht hangt ten derde samen met mensenrechten, dit zijn fundamentele
rechten van het internationaal recht. Denk aan de Universele Verklaring van de
Rechten van de Mens.
4. Ten vierde, is er wisselwerking tussen de internationale en nationale rechtsordes.
1.2. Geschiedenis
5. De vroegste voorbeelden van internationale samenwerking ontstonden al 3000 v.
Christus in Mesopotamië. Het doel van het internationaal recht was oorspronkelijk om
een recht op co-existentie te creëren, het vreedzaam samenleven tussen staten door
erkenning van elkaars staatssoevereiniteit.
6. Internationaal recht begint met de ontwikkeling van onafhankelijke en soevereine
staten in Europa. De vrede van Westfalen (1648) maakte dit mogelijk.
Hierdoor ontstond een systeem van soevereine en gelijke staten die niet waren
onderworpen aan een hoger gezag of gezag van een andere staat.
7. In 1783 werden vervolgens de Verenigde Staten onafhankelijk. Langzaam werden zij
bij de internationale samenwerking betrokken maar speelden zij nog lang een
ondergeschikte rol in het internationale recht. De koloniale expansie/indexatie en de
komst van de VOC bespoedigde de economische betrekkingen en de behoefte tot
internationale samenwerking verder. Het gaf het internationaal recht een mondiaal
karakter, het rijkte verder dan de landsgrenzen, tot over de hele wereld.
8. In 1916 ontstond het beginsel van zelfbeschikking. Dit beginsel is in 1945 aanvaard
als rechtsbeginsel in het Handvest van de Verenigde Naties.
Zelfbeschikkingsrecht is het recht van volkeren om over hun eigen lot te beschikken.
De Europese mogendheid is inmiddels aan het afnemen door de spanningen tussen de
VS en Rusland en de oorlog in Oekraïne. Bovendien hebben bovennationale
organisaties zoals de VN en de EU de verhoudingen in het internationale recht
blijvend veranderd, doordat zij vrijwillig een deel van de soevereiniteit van staten
hebben overgenomen en daardoor machtiger zijn geworden, bijvoorbeeld op het
gebied van economische invloed met de komst van de euro.
1
,1.3. Omschrijving
1.3.1 Algemene omschrijving
9. Internationaal publiekrecht regelt de uitoefening van publiek gezag in de internationale
gemeenschap. Door bevoegdheden te verlenen aan entiteiten met publiek gezag biedt
het internationaal publiekrecht een juridisch kader waarbinnen deze entiteiten
opereren. Denk bijvoorbeeld aan staten die een internationale organisatie oprichten en
hen bevoegdheden verlenen in het oprichtingsverdrag, waarna zij zelfstandig kunnen
deelnemen aan het juridisch verkeer binnen het internationale recht.
10. Volkenrecht wil zeggen, ius gentium, het algemene recht dat tussen staten geldt.
11. Internationaal recht wil zeggen, zowel internationaal publiekrecht als internationaal
privaatrecht
1.3.2. Het internationale element
12. Rechtsbronnen zijn feiten, gebeurtenissen of procedures die een rechtsorde als
rechtscheppend erkent.
Gewoonterecht, verdragen, besluiten van internationale organisaties en algemene
rechtsbeginselen zijn de bronnen van het internationaal recht.
13. De relatie tussen de internationale rechtsorde en nationale rechtsorde is te
onderscheiden in de dualistische leer en de monistische leer.
De dualistische opvatting wil zeggen dat de soevereine staat het hoogste metafysische
gezag heeft, soevereiniteit. Internationaal recht en nationaal recht zijn in dit model
volledig gescheiden van elkaar. Iedere staat erkent elkaars onafhankelijke gezag,
soevereine gelijkheid.
Interventie is het eigenhandig ingrijpen in de binnenlandse aangelegenheden van een
staat. Omdat dit inbreuk maakt op de soevereiniteit van staten is interventie verboden.
14. De monistische leer gaat ervanuit dat er 1 rechtsorde bestaat waar zowel het
internationaal recht als nationaal recht deel van uitmaakt.
15. De dualistische leer benadrukt autonomie van de politieke gemeenschap van staten en
blijft daarom relevant voor het internationaal recht. Ook is er discussie over de
toenemende macht van bovennationale organisaties en internationale organisaties, wat
maakt dat de verhouding tussen het nationale en internationale recht niet meer onder 1
van beide stelsels is te vatten. Beide rechtsordes staan daarom namelijk pluralistisch
naast elkaar, er is geen sprake van hiërarchie.
16. De formele scheiding tussen internationaal recht en nationaal recht blijkt uit:
1. Het fundamentele uitgangspunt dat een nationale regel geen invloed heeft in de
internationale rechtsorde.
Als nationale rechtsregels namelijk wel effect zouden hebben in de internationale
rechtsorde zou een staat namelijk internationale rechtsregels voor andere staten
kunnen vaststellen. Dit is in strijd met de soevereiniteit van staten.
2. De rechtsgevolgen van internationaal recht worden bepaald door het nationale recht.
Bijvoorbeeld door verdragsconforme interpretatie van nationale wetgeving.
3. Het nationale recht en internationale recht kennen ieder hun eigen organen. Het
nationaal recht kent rechtbanken en gerechtshoven, het internationaal recht kent het
IGH, het ISH en het EHRM.
2
,17. De formele scheiding tussen nationaal en internationaal recht kent 3 uitzonderingen.
Ten eerste, het internationale recht versterkt de rechtspositie van natuurlijke personen
door mensenrechten te codificeren in verdragen. Zoals het recht op een eerlijk proces,
artikel 6 EVRM.
Ten tweede reguleert het internationaal recht ook een hoop onderwerpen die het
nationaal recht ook kent, zoals milieuwetgeving.
Ten derde hebben staten zoals Nederland het internationaal recht toegelaten of zelfs
voorrang gegeven in de nationale rechtsorde.
1.3.3 Het publieke element
18. Het publieke element van internationaal publiekrecht heeft twee kenmerken.
Ten eerste legitimeert en reguleert internationaal publiekrecht de uitoefening van
publiek gezag in de internationale gemeenschap, waaronder indirect de
rechtsbetrekking tussen particulieren.
Ten tweede beschermt internationaal publiekrecht publieke belangen zoals veiligheid,
welzijn, bescherming van natuur en milieu enzovoort.
19. Internationaal privaatrecht beheerst privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen met een
grensoverschrijdend karakter. De inhoud van het internationaal privaatrecht wordt
bepaald door Nederlands recht het wetboek van burgerlijke rechtsvordering + boek 10
van het burgerlijk wetboek.
Privaatrechtelijke verdragen maken wel deel uit van het internationale publiekrecht,
aangezien zij vaak privaatrechtelijke rechtsbetrekkingen regelen tussen staten.
Vanwege het ontbreken van een publiekrechtelijk element worden zij echter niet tot
internationale rechtsbronnen.
20. Het onderscheid tussen internationaal publiekrecht en internationaal privaatrecht is
soms niet scherp, zie bijvoorbeeld het Verdrag van Lugano dat betrekking heeft op
civielrechtelijke aansprakelijkheid voor milieuschade. Ook de door de overheid
gereguleerde nutsvoorzieningen hebben zowel een privaatrechtelijk als een
publiekrechtelijk karakter doordat de overheid de private bedrijven reguleert voor het
dienen van een publiek belang, zoals elektriciteitsbedrijven.
1.3.4 Het juridische element
21. Niet juridische normen zijn bijvoorbeeld aanbevelingen van de Algemene Vergadering
van de VN en internationale standaarden die gebruikt worden voor het bepalen van
kapitaaleisen waar banken aan moeten voldoen, religieuze normen en morele
opvattingen.
22 Juridische bronnen komen voort uit een rechtsbron. Het onderscheid tussen regels en
rechtsregels met behulp van een rechtsbron is een kenmerk van positivisme, de
opvatting dat alleen waarneembare feiten mogen worden meegenomen in de
kennisontwikkeling. De schending van een juridische norm leidt tot een sanctie.
Als deze elementen ontbreken is er sprake van een niet-juridische rechtsbron.
Natuurrechtelijke elementen zijn ook nog te onderscheiden, zoals de erkenning van
dwingend recht en de Martens Clausule, die gewoonterechtelijk oorlogsrecht heeft
gecodificeerd.
23 Vanwege het ontbreken van centraal gezag wordt wel gezegd dat internationaal dit
kenmerk mist. Voorbeeld is de invasie in Oekraïne. High politics hielden Rusland niet
3
, tegen ook al was het internationaal recht geschonden. Handhaving van het
internationaal recht doen staten zelf, door middel van sancties en diplomatiek protest.
Internationale organisaties zoals de VN, het ISH en het EHRM houden toezicht op de
naleving van internationale rechtsnormen. Ook de Nederlandse rechter kan
internationale rechtsregels op voet van gelijkheid afdwingen.
24 Staten handhaven internationaal recht vanwege angst voor reputatieschade tegenover
een andere staat waar zij bijvoorbeeld mee handelen.
25 Internationaal recht kan ook voortkomen uit de politieke opvattingen van staten. Veel
verdragen hebben een politiek karakter. Dit blijkt uit begrippen als zelfverdediging,
zelfbeschikking, terrorisme en agressie.
1.4 Organisatie
26 De internationale rechtsorde wordt gekenmerkt door een zwak internationaal gezag
omdat publiek gezag wordt uitgeoefend door de staten zelf en niet zoals bij nationaal
recht door een hoger orgaan.
27 Het decentrale karakter van gezag komt voort uit de vrede van Westfalen ontstane
soevereiniteitsbegrip en het vreedzaam naast elkaar leven door het recht op co-
existentie.
28 Gedreven door gemeenschappelijke belangen heeft zich een recht van
grensoverschrijdende samenwerking ontwikkeld, op het gebied van bijvoorbeeld
economie en klimaatverandering. Staten richten bovennationale organisaties op waar
zij bepaalde bevoegdheden aan overdragen, in lijn met artikel 92 van de Grondwet. Zo
heeft de EU als bovennationale organisatie belangrijke bevoegdheden van het
staatsgezag overgenomen. Dit wordt het recht van integratie genoemd.
29 Co-existentie, samenwerking en integratie hebben tot een gefragmenteerde
internationale rechtsorde geleidt waar verschillende instanties over aparte
bevoegdheden beschikken.
30 Integratie zal naar verwachting geen extreme vormen gaan aannemen.
Ten eerste heeft de EU onvoldoende gezag en machtsconcentratie om een staat te
vervangen.
Ten tweede is de gemeenschapszin op Europees niet groot omdat er te weinig
overeenkomende waarden worden gedeeld tussen staten.
Het gevolg hiervan is dat organisatievormen met elkaar concurreren op mondiaal
regionaal en nationaal niveau.
31 De internationale gemeenschap wordt niet breed gedragen op nationaal niveau, er is
bijvoorbeeld veel afstand tussen burgers en de EU. Daarnaast ontstaat er meer
autonome gebieden die streven naar zelfstandigheid, zoals Catalonië en Schotland. Dit
maakt dat organisaties op verschillende niveaus met elkaar concurreren.
1.5 Onderdelen
1.5.1 Algemeen deel
32 Het internationaal publiekrecht kent een algemeen deel en een bijzonder deel.
Het algemeen deel bestaat uit formele beginselen. Hoe rechtsregels tot stand komen,
wie rechtssubject zijn, geschillenbeslechting, gevolgen van schending van regels en
fundamentele beginselen als goede trouw en Pacta sunt servanda en aansprakelijkheid.
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper benniekooij. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,79. Je zit daarna nergens aan vast.