VEROUDERING LES 1 – depressie/dementie/delier
Succesfull aging vs. frailty
Een veroudering van het fenotype geven een beeld van
kwetsbaarheid, hieruit ontstaan verschillende geriatrische
syndromen zoals delirium, slecht gangpatroon, vallen, …
Fenotype van frailty
- Disability (ADL)
- Comorbidity Overlap
- Frailty
De geriatrische patiënt is complex: aandoeningen multidisciplinair bekijken
Comprehensive geriatric assessment (CGA) of geriatrische evaluatie
= in kaart brengen van medische, psychologische en functionele mogelijkheden van frêle
ouderen met als doelstelling de ontwikkeling van een gecoördineerd en geïntegreerd plan voor
behandeling en lange-termijn opvolging
Dementie: > 90j meer dan 40%
Dementie is geen ziekte, maar een syndroom met verschillende oorzaken
1. Cognitief
2. Functioneel
3. Neuropsychiatrisch: niet noodzakelijk voor diagnose
Diagnose en differentieel diagnose door:
Internistisch en neurologisch klinisch onderzoek
Schalen: MMSE, bADL en iADL, Geriatric Depression Scale (GDS)
Biochemie (bloedafname): schildklier- en vitaminedeficiëntie
Beeldvorming hersenen
Vaak anosognosie = afwezigheid van ziekte-inzicht
Cognitieve testen
o Oriënterend: minimental schaal (MMSE) -> screening instrument, geen diagnostisch instrument
Cutoff: 24/30
o Diagnostisch
- Geheugen: woorden onthouden en nazeggen (auditory verbal learning test)
- Aandacht: verstrooid, taken niet afwerken (aftreksom), abstract denken
- Corticale functiestoornissen
Afasie: stoornis in spreken en begrijpen (benoemtaak)
Apraxie: stoornis in uitvoeren van beweging bv. eten, kleden, wassen
Agnosie: stoornis in herkennen
Executieve functies: planmatig handelen (stroop test)
Voor de diagnose van Alzheimer dementie vaak al jaren problemen met complexe handelingen te
verrichten, naarmate de tijd vordert ook steeds meer moeilijkheden met alledaagse handelingen
, - Gedragsveranderingen
Humeurschommelingen
Decorumverlies
Paranoide of psychotische kenmerken
BPSD: behavioural psychiatric symptoms in dementia (prevalentie: 90%)
= symptomen van verstoorde perceptie, gedachteninhoud, stemming en gedrag
Begin: sociale terughoudendheid, depressie, achterdocht, …
Later: agitatie, hallucinaties, agressie, …
Oorzaken van dementie
60% alzheimer
20% vasculaire dementie De behandeling verschilt van de aard
18% lewy-body van dementie
5% frontotemporaal
5% andere
1) Dementie met Lewy bodies
= progressieve cognitieve achteruitgang
Aandacht, frontale functies, visuoruimtelijke vaardigheden
Kernsymptomen
- Fluctuaties in cognitie, aandacht en alertheid
- Recidiverende visuele hallucinaties
- REM-slaapstoornissen: onrustig slapen (jaren vooraf cognitieve symptomen)
- Parkinsonisme
2) Vasculaire dementie
= dementie na een of meerdere cerebrovasculaire aantastingen (CVA)
Klassiek
- Semi-acuut: begin synchroon aan CVA (eventueel verbetering na acute begin)
- Stapsgewijze deterioratie
- Risicofactoren
3) Alzheimer
Geleidelijk ontstaan over maanden tot jaren
Duidelijk verhaal van achteruitgang van cognitieve vaardigheden
,Diagnose Alzheimer
o Amnesie (aanleren en oproepen van nieuwe info) + aantasting 1 v/d volgende domeinen:
- Taaldeficit: woordvinding
- Visuospatiale presentatie: ruimtelijke vaardigheden, object agnosie, …
- Excecutieve disfunctie: redeneer-, oordeels-, probleemoplossend vermogen
Er kan ook gemengde presentatie zijn met andere types van dementie (atypische presentatie)
o Pathofysiologische merkers
- Neuronale schade: Tau eiwit of minder metabole activiteit door afsterven van neuronen
- Amyloïd: lumbale punctie
Amyloïd cascade hypothese
Het APP wordt verkeerdelijk geknipt waardoor
het samen klit en neerslaat in de hersenen.
Hierdoor sterven er neuronen af. De afzetting van
plaques duurt heel lang (15-20 jaar)
1) Preklinisch: plaques zichtbaar, maar nog geen inpakt op persoon
2) MCI: lichte geheugenklachten, maar functioneel normaal
3) Dementie: cognitief en functioneel beperkt
Famacologische therapie
Cholesterase: verlicht symptomen, maar doet niets aan onderliggende aandoening
DMDs (disease modifying drugs): grijpen wel in op onderliggende mechanismen
Depressie
Risicofactoren bij ouderen
o Chronische medische aandoening
o Cognitieve stoornis
o Verminderde zelfredzaamheid
o Opname in instelling
o Prevalentie majeure depressie verdubbeld tussen 70-85 jaar
Symptomatologie
o Neerslachtigheid doorheen de dag
o Anhedonie: verlies interesse, betrokkenheid of depressie
o Vitaal syndroom (eetlust, verstoord dag/nachtpatroon, seksueel)
o Psychomotorische rustloosheid of remming
o Verlies aan energie of vermoeidheid
o Cognitie
o Negatief zelfbeeld, zelfverwijt, schuldgevoelens
o Terugkerende gedachten over dood
o Angstig, prikkelbaar, emotioneel instabiel
, Diagnosecriteria
Majeur: > 5 depressieve episoden voor minimaal 2 weken
Mineur: < 5 depressieve episoden voor minimaal 2 weken
Geen direct gevolg van medicatie, drugs, lichamelijke aandoening en geen rouw
Psychotische symptomen: wanen en hallucinaties
Klachten: vage hoofdpijn, moeheid, constipatie, … -> meer somatische klachten dan jongeren
Ontkennen gevoelens
Hoger risico op suïcide
Slaapstoornissen
Alcohol en middelenmisbruik
Behandeling: medicatie – psychotherapie – ECT (elektroshoktherapie)
Pragmatische, steunende benadering: vertrouwensrelatie opbouwen
Voorlichting geven aan ouderen
Structuur aanbrengen
Delier: ‘ontsporing’
= acuut psychosesyndroom waarbij bewustzijn- en cognitiestoornissen met typisch wisselend verloop
- Hyperactief delier: (genees)middelenintoxicatie, ontwenning, postoperatief
- Hypoactief delier: metabole stoornissen
- Gemengd
- Ontwenningsdelier: alcohol en benzodiazepines
Iedere oudere, acuut verwarde patiënt is deliriant tot het tegendeel bewezen is
Diagnose: CAM = confusion assessment method
1) Acuut en wisselend
a) Acute verandering van enkele uren tot dagen
b) Gedragsverandering in de loop van de dag
2) Stoornis in de aandacht: concentratiemoeilijkheden
3) Verward denken: onlogische/onsamenhangende gedachtengang
4) Veranderde mate van bewustzijn: hyperalert-lethargisch-stupor-coma
Delirium als 1a + 1b + 2 + 3 of 4 positief gescoord wordt
De ontstaanswijze is nog niet goed begrepen, wel:
Functioneel, niet structureel
Multifactorieel: complexe interactie kwetsbare patiënt en uitlokkende factoren
Interactieve biologisch factoren beïnvloeden complex neuraal netwerk
Bij assessment labo en technische onderzoeken: onderliggend somatisch probleem opsporen
Delirium tremens: acuut ontwenningssyndroom na plotse stop overmatige alcoholinname
Belangrijk bij de omgang met deliriante ouderen is een goede structuur, duidelijk dag- en nachtritme,
situering in de tijd en ruimte, lichamelijke toestant optimaliseren bv. voeding, voldoende uitleg.