Preventieve mondzorg
Hoofdstuk 2 HCO 1
Het concept gezondheid en preventie
Prevalentie: een meting binnen de bepaalde populatie voor een bepaalde pathologie (bv.
Parodontitis) en kijken hoeveel mensen dat zijn. Bv 1000 mensen totaal en 400 mensen daarvan
hebben parodontitis. Heeft te maken met ouder worden.
Incidentie: Op een wel bepaald moment kijken hoeveel nieuwe ziektes er zijn. Bv. Er zijn 100 mensen
op 1000 bijgekomen.
Dat ligt rond de 30-40 jaar.
Meest voorkomende mondziekten wereldwijd:
- Cariës
- Parodontitis
- Tandverlies
- Kankers in de lippen en mondholte
Mondgezondheid is een maatschappelijk probleem→
• Impact op algemene gezondheid
• Impact op welzijn van mensen
• Economisch impact
Shift maken van curatief naar preventief is noodzakelijk
Curatieve cirkel: beginnende caviteit→secundaire cariës→ontzenuwing→vull breekt,
kroon→apicale ontsteking→extractie, implantaat met kroon.
Curatieve cirkel doorbreken, actie ondernemen voordat caviteit ontstaat.
Factoren algemene gezondheid kunnen beïnvloeden:
• Cultuur
• Fysieke omgeving (bv. beschikbaarheid van
tapasta en sanitaire voorzieningen)
• Sociale omgeving
• Biologische
• Leefstijl
• Financieel
Definitie van Wereldgezondheidsorganisatie =
goede gezondheid is een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk
welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Eigenlijk is bijna niemand gezond volgens deze definitie van WHO.
Nieuw begrip: positieve gezondheid.
is een breder concept dat gezondheid opentrekt van lichaamsfuncties en mentaal
welbevinden naar kwaliteit van leven, zingeving, meedoen en dagelijks functioneren.
Bestaat uit 6 begrippen:
1. Lichaamsfuncties:
medische feiten, medische waarnemingen, fysiek functioneren, klachten en pijn,
energie
, 2. Mentale functies en -beleving:
cognitief functioneren, emotionele toestand,
eigenwaarde/zelfrespect, gevoel controle te hebben,
zelfmanagement en eigen regie, veerkracht.
3. Spiritueel/existentiële dimensie:
zingeving/meaningfulness, doelen/idealen nastreven,
toekomstperspectief, acceptatie
4. Kwaliteit van leven:
Geluk beleven, genieten, ervaren gezondheid, lekker in je
vel zitten, levenslust, balans.
5. Sociaal maatschappelijke participatie:
sociale en communicatieve vaardigheden, betekenisvolle
relaties, sociale contacten, geaccepteerd worden,
maatschappelijke betrokkenheid, betekenisvol werk.
6. Dagelijks functioneren:
basis algemeen dagelijks levensverrichtingen (ADL), instrumentele ADL,
werkvermogen, health literacy.
Vlaams Instituut Gezond Leven heeft 5 typerende kenmerken van gezondheid uit een
verzameling van definities. Die vormen samen hun visie op gezondheid:
1. Lichaam, geest en sociale relaties – er zijn verschillende dimensies van gezondheid
2. Gezond zijn en gezond voelen – objectief meetbare gezondheid en subjectief
welbevinden zijn beide belangrijke aspecten van gezondheid
3. Gezondheid als positief begrip – gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte
4. Gezondheid als middel tot zelfrealisatie – gezondheid maakt het mogelijk om
persoonlijke en haalbare doelen te bereiken
5. Een onderdeel van een breder geheel – gezondheid wordt gezien als een dimensie
van welzijn en als pijler van duurzame ontwikkeling.
Daarnaast erkennen zij 4 grote gezondheidsdeterminanten:
- Biologische factoren
- Leefstijl
- Omgevingsfactoren
- Organisatie van de gezondheidszorg
Zij hanteren 4 preventiestrategieën om gezondheid te bevorderen: educatie,
omgevingsinterventies, regels en afspraken, en zorg en begeleiding.
Op verschillende vlakken hebben ze hun bedenkingen over gezond leven:
- Het is eerder een model van individueel welzijn dan van gezondheid
- Mogelijk beperkte invulling van gezondheidsbevordering door de te eenzijdige focus
op het individu (en hoe die omgaat met de fysieke, emotionele en sociale
uitdagingen van het leven) en het niet benoemen van het belang van de omgeving.
- Te weinig wetenschappelijk onderbouwd
Begrip goede mondgezondheid
3 kernelementen:
1. De gezondheidsconditie van de mond, wat refereert naar de mogelijke aanwezigheid
en ernst van ziekte (met inbegrip van pijn en discomfort) en de progressie ervan.
, 2. Het fysiologisch functioneren, wat refereert naar het vermogen een reeks acties te
ondernemen zoals spreken, kauwen, lachen, slikken, smaken
3. Psychosociale functie, wat op zijn beurt refereert naar verband tussen
mondgezondheid en mentale status.
Sturende determinanten, daarbij zijn deze die de mondgezondheid kunnen aantasten:
- Genetische en biologische factoren
- Sociale omgevingsfactoren
- Fysieke omgevingsfactoren
- Gezondheidsgedrag
- Toegang tot zorg
Modererende factoren, zijn elementen die zullen bepalen hoe een persoon aankijkt
tegenover zijn mondgezondheid:
- Leeftijd
- Cultuur
- Inkomen
- Ervaringen
- Verwachtingen
- Aanpassingsvermogen
Definitie goede mondgezondheid:
Mondgezondheid omvat veel facetten. Het includeert de mogelijkheid tot spreken, lachen,
ruiken en smaken, kauwen, slikken en het overbrengen van reeks emoties door
gelaatsuitdrukkingen. Dit zonder pijn, discomfort en ziekte van het cranio-faciaal complex.
(FDI)
Gezondheidsdeterminanten van Lalonde:
• Menselijke biologie (genetische en biologische factoren)
Genetische factoren =
erfelijke factoren hebben invloed op onze gezondheid. Daarnaast spelen ook
fysiologische eigenschappen, intelligentie en persoonseigenschappen een rol.
Negatieve invloed komt voor bij bv. Genetische afwijkingen, afwijkingen in
chromosomen.
, Biologische factoren =
factoren binnen de mens, vaak fysiologisch van aard, die mee het ontstaan van
bepaalde gezondheidsproblemen in de hand kunnen werken. (Hypertensie, te hoog
lichaamsgewicht, enz.
• Persoonlijke gezondheidsgedrag en levensstijl (gezondheidsgedrag)
Daaronder vallen alle gedragingen die een positieve/negatieve invloed hebben op
gezondheid (voeding, alcohol, roken, beweging)
• Organisatie van de gezondheidszorg (toegang tot zorg)
is alle gezondheidszorgvoorzieningen, zowel curatief als preventie, die ingezet
worden in functie van gezondheid. Factoren die gericht zijn op kwaliteit, hoeveelheid,
organisatie en relaties van mensen en middelen die in de zorg voor de gezondheid
instaan.
• Omgevingsfactoren (sociale en fysieke omgevingsfactoren)
Fysieke omgeving:
is de bodem, water, lucht, klimaat en ons omringende organismen. Kunnen een rol
spelen bij ontstaan van gezondheidsproblemen al is het vaak moeilijk te achterhalen
wat het effect is op de mens.
Maatschappelijke omgeving:
is de invloed van werk, school en gezin, sociaaleconomische status, sociale omgeving
en etnische achtergrond op onze gezondheid.
Afhankelijk van de nadruk die men op 1 of meer van deze determinanten legt kan de aanpak
bestempeld worden als:
• Bio-medisch/ Medisch-technische benadering
Aanpak van ziekte en oorzaken (direct oorzakelijke factor)
Gericht naar het lichaam – de ziekte
Verantwoordelijke is de zorgverstrekker, patiënt is hier passief.
• Gedragsmatige benadering
Aanpak van gedragsfactoren en levensstijlen
Gericht naar de persoon (victim blaming)
Grote verantwoordelijkheid voor het individu (gevaarlijk! Niet gelijk met vinger
wijzen maar ook kijken naar de achtergrond van de patiënt), patiënt is hier actief.
• Bio-psycho-sociale benadering/ Socio-omgevingsgerichte aanpak
Aanpak van bijkomende factoren, waar de persoon heel wat minder impact op heeft.
Gericht naar de familie, omgeving, milieu, maatschappij.
Humane, multicausale en dynamische visie op gezondheid
Verantwoordelijke: multi: gezondheidswerker, persoon, beleid, omgeving →
samenwerking, patiënt gericht.
Verworven factoren→ zijn factoren die je loop der jaren kan ontwikkelen (zoals hypertensie,
lichaamsgewicht en immuunsysteem).
Gezondheidspromotie =
het proces waardoor mensen of groepen van mensen in staat gesteld worden om meer
controle te verwerven over de determinanten van hun gezondheid, en zo hun gezondheid te
verbeteren.