Les 1
Jaarlijkse energiegebruik berekenen
Hoeveel uren werkt een wekkerradio?
uren: 24uur
dagen: 365 dagen
vermogen: 10 watt
jaarlijks energiegebruik: (24u * 365 dagen * 10watt)/1000 = 87,6 kWh
We stofzuigen 1 keer per week gedurende 2 uur
uren: 2u
dagen: 52 dagen
vermogen: 2000 Watt
Jaarlijks energieverbruik: (2u * 52 dagen * 2000 Watt)/1000 = 208 kWh
Verschil tussen waterdicht en dampdicht
vocht = 1 v/d hoofdoorzaken van bouwschade dit komt vaak door bouwfysisch verkeerd
opgezette constructies.
● zichtbaar: lijmhydrolyse bij spaanplaten of blaasvorming bij bitumineuze
dakbedekkingen
● onzichtbaar: afname van de thermische isolerende eigenschappen of de
vermindering van de sterkte eigenschappen
⇒ noodzakelijk om duidelijke kennis te hebben over de fysische processen die zich binnen
een constructie afspelen.
Dampdichte constructie heeft strengere voorwaarden dan waterdichte constructie ⇒
watermoleculen in gasvormige toestand is kleiner dan watermoleculen in vloeibare toestand
⇒ kan zich makkelijker verplaatsen door constructie.
● Een waterdichte constructie is bijgevolg niet per definitie dampdicht.
● Een dampdicht constructie is per definitie waterdicht.
Poreuze materialen met open porien kunnen in massa vochtig worden, Niet poreuze
materialen (vb glas, metalen,…) en poreuze materialen met gesloten poriën (vb cellenglas)
kunnen niet in de massa vochtig worden ⇒ hoogstens oppervlakkig nat
Verschillende mechanismen van vochttransport
vocht in materiaal ten gevolge van water-/damptransport
● Damptransport: via dampdiffusie, geen water in vloeibare toestand aanwezig.
Opgelet, damp kan tijdens transport evenwel condenseren tot water.
● Transport in vloeibare toestand: oorzaak = capillaire werking (uniek fysisch proces
dat indruist tegen zwaartekracht. Wanneer in muuropbouw dan een waterkeringslaag
1
, ontbreekt of wanneer pleisterwerk tot onder waterkering uitgevoerd wordt ⇒ schade
Wordt ook wel opstijgend vocht genoemd.)
Andere oorzaken vocht in constructies:
● regenopname + regendoorslag. In regenachtig klimaat is
dit belangrijkste oorzaak van vocht in constructies. Ook
externe waterdruk kan tot schade leiden zoals ter hoogte
van keldermuren, ondergrondse watertanks en
zwembaden. Het bepalen van het freatisch oppervlak =
noodzakelijke kennis
● Tijdens bouwproces veel water in materialen verwerkt
(beton, mortel, pleisterwerk en chapes). Ook tijdens
bouwproces kan veel regen vallen die tijdelijk door materialen wordt opgevangen. Bij
ingebruikname van gebouw kan dit (al dan niet tijdelijk) tot schade leiden.
● Hygroscopiciteit: bij hoge relatieve luchtvochtigheden kan hygroscopisch
evenwichtsvochtgehalte van materiaal in constructie zo hoog oplopen dat er
problemen ontstaan zoals bijvoorbeeld het krom trekken van een deur.
● Oppervlaktecondensatie en inwendige condensatie
● toevallige oorzaken zoals waterlekken ter hoogte van het leidingwater of de
verwarmingsinstallatie, een ondichte of beschadigde voeg rond een douche of ligbad,
lekkende goten e.d. die vochtproblemen veroorzaken.
Transport in vloeibare toestand heeft als oorzaak capillaire werking. Het kan dat de
waterkerende laag in de muur ontbreekt, dit lijdt tot schimmel ⇒ oplossen door
waterkerende laag aan te brengen. Nooit pleisteren tot aan vloer, altijd een paar centimeters
tussenlaten, het kan week worden.
top oorzaken bouwproblemen
● vocht
● oppervlakteschade
● corrosie
Verschil tussen oppervlaktecondensatie en inwendige condensatie
● Oppervlaktecondensatie: vorming van condensatie op zichtbare wandoppervlakken
⇒ pas probleem wanneer oppervlaktecondensatie op binnenoppervlak optreedt. Bij
veelvuldig oppervlaktecondensatie ( ogenblikkelijk verschijnsel) kan geschikte
voedingsbodem ontstaan voor schimmelvorming. (zie later). Als er
oppervlaktecondensatie voordoet op oppervlak betekent het vaak dat het daar koud
is.
● Inwendige condensatie: vorming van condensatie binnen constructie en is veelal
lange tijd onzichtbaar. Pas bij problemen (rot, uitdruppelend vocht, corrosie,…) ⇒
alarmbel
2
,Fysische benadering van waterdamp in lucht
Koffie verdampt en gaat weg, de damp wordt opgenomen door de lucht. Dit is hetzelfde
verhaal bij oude badkamers en ontstaat er mist. Denk ook aan enkel glas van slaapkamers
in de winter. Lucht kan maar een maximale hoeveelheid waterdamp bevatten
Eenheid dampdruk (hoeveel damp is er in lucht) p: Newton/m² of Pascal
Fysische benadering: lucht = droge lucht + waterdamp ⇒ gas waarvan de druk kan bepaald
worden. Bij lucht spreken we over luchtdruk. Wanneer we enkel de druk van het gedeelte
waterdamp in die lucht zouden bepalen, dan noemen we dit waterdampdruk of dampdruk of
dampspanning.
Als we iets willen ontvochten kunnen we de lucht gaan opwarmen.
Maximale dampdruk noemen we de verzadigingsspanning p’ (Pa). Als lucht de maximale
dampdruk heeft bereikt, is de lucht verzadigt met waterdamp. Als deze overschreden wordt
zullen ook waterdruppels tevoorschijn komen. In warme lucht is er meer waterdamp dan in
koude lucht.
In tabellen kunnen we verzadigingsspanning en temperatuur tegenover elkaar plaatsen.
ONTHOUDEN:
● hoeveelheid waterdamp die lucht kan opnemen is beperkt
● lucht neemt des te minder waterdamp op naarmate de luchttemperatuur lager is
● maximale dampdruk noemen we verzadigingsspanning p’ (Pa)
principe van verzadiging met waterdamp, verzadigingsspanning,
grafische en numerieke weergave
Verzadigingscurve: kromme die verband geeft tussen verzadigingsspanning p’ en
temperatuur
3
, Principe van relatieve vochtigheid
In meeste situaties hebben we nooit die verzadiging,
meestal ligt de hoeveelheid vocht lager, dit wordt
uitgedrukt in % van het maximale. verhouding tussen
aanwezige dampdruk p en
verzadigingsdampdruk p’ bij dezelfde temperatuur
wordt relatieve vochtigheid (RV) genoemd. RV = 100
* p/p’
werkelijke dampdruk wordt niet rechtstreeks
bepaald. Dit gebeurt in drie stappen en is afhankelijk
van de temperatuur.
Voorbeeld :
Gegeven : 20°C en RV 40%
Wat is de werkelijke dampdruk?
Vind in de tabel de verzadigingsspanning bij 20°C = 2340 Pa
Hanteer formule : RV = 100 * p/p’ waardoor : p = p’20 * RV/100
of dus p = 2340 Pa * 40/100 = 936 Pa
Binneklimaatklasse: opdeling en risicogehalte
● klasse 1 : pji tussen 1100 en 1165 Pa
● klasse 2 : pji tussen 1165 en 1370 Pa
● klasse 3 : pji tussen 1370 en 1500 Pa
● klasse 4 : pji > 1500 Pa
● binnenklimaatklasse 1 : droge stapelplaatsen,
sportzalen, garage, kerk,…
○ geen problemen verwacht
● binnenklimaatklasse 2 : scholen, kantoren, winkels,
woningen,…
○ geen problemen verwacht
● binnenklimaatklasse 3 : ziekenhuizen,
verbruikszalen, restaurants,…
○ opgelet condensatierisico
● binnenklimaatklasse 4 : zwembaden, textielindustrie,
welness, wasserijen,…
○ focus!!
Opmerking: Gezien ventilatienorm worden meerdere risico’s reeds uitgesloten maar
toch is blijvende aandacht vereist.
Relatie dampdruk binnen en buiten
pi = pe + (vochtproductie binnen/hoeveelheid ventilatie) (Pa)
4