Casus A: praktijkles heup
Totale heup-prothese
ALGEMEEN
Pre-op:
§ Cox-artrose = vernauwing gewricht + verstijving kapsel à
bewegingsbeperking volgens het kapsulair patroon = ↓ ROM + veranderd
eindgevoel + eventueel pijn eindstandig (POZ).
Cox-artrose = zacht EG à elastisch EG door het verharde kapsel à hard
EG door verergering artrose (osteofytvorming) = tijd voor heup-prothese
§ Heup-prothese: ENDO = HARD EINDGEVOEL! + niets van ROM + veel pijn
§ Voornaamste reden operatie: pijn + ROM (vergevorderde coxartrose)
§ Doel pre-op:
1. Zoveel mogelijk ROM
2. NM-controle (Q-ceps)
3. Fysieke conditie
4. Cognitieve training
Operatie:
§ Verlichten pijn
§ Behoud functie
§ Belasting verlagen, belastbaarheid verhogen
Post-op:
§ Zwelling, veel pijn, schrik om te bewegen, reflexinhibitie
§ Eerste weken:
1. géén heupflexie > 70°
2. géén heupexo (= LPP)
3. géén gekruiste benen
4. slapen met kussen tussen benen
§ Finaal doel ziekenhuis-kine = functionele transfers (zodat pat terug naar huis kan)
-> stappen, trappen, in en uit zetel, aanleren met krukken/rollator
(gecontrolleerd gaan zitten = Qceps excentrisch trainen = afremmen van die knieflexie)
§ Ontlasting = krukken:
- eerst in drie fasen = 2 krukken – geop been – niet geop been (ext)
- later = krukken + geop been – niet geop been (ext)
- nog later = L kruk weg (L = geop)
1
,ANAMNESE
INSPECTIE
BFO
Pre-op:
§ Endo (passief) = niets van mobiliteit! + hard eindgevoel + veel pijn
(vergevorderde coxartrose = kaps. patroon)
§ Stappatroon:
- pat kan geen heup-ext
- korte steunname (= bij pijn)
§ Duchenne gang = antalgische gang
(gewicht naar horizontaal verleggen om pijn te vermijden)
§ UP-stand = onmogelijk à Trendelenburg +
§ Bridging: géén gluteale sturing + weinig tot geen ext + veel pijn
(m. gluteus medius = belangrijkste stabilisator heup)
BFO VERWACHTING NA HEUP-PROTHESE
Beweging AOZ POZ WOZ
Flexie
Extentie
Endorotatie
Exorotatie
Abductie
Adductie
Knie flexie
Knie extentie
STRUCTUURGERELATEERDE PALPATIE
TOEGEVOEGD ONDERZOEK
Post-op:
§ TO: eerste weken post-op:
- Vasculair: zéér alert voor zijn post-op!
à temp + zwelling + kleur voet nachecken: bij verstopping (bv DVT) ->
opgezwollen kuit!
- Musculotendinogeen: ≠ betrouwbaar wegens: reflexinhibitie, teveel
pijn, teweinig ROM (hams & psoas vaak verkort bij mensen die veel zitten (kantoorjob))
- Articulair: ! TRACTIE & TRANSLATIE = CONTRA-INDICATIE POST-OP
HEUP-PROTHESE ! (veel kans daje die prothese lostrekt; mag pas vanaf 3-4 maanden)
2
,TRASP:
1. PIJN:
- ijs
- harmonics *
- circulatoire oefeningen (pendelen) **
- massage (om de pijn te dempen)
(géén DDF want dat doe je op een spier, pees of ligament en niet op een gewricht)
- angulaire mobilisaties: onder de pijngrens
* géén abd/add- harmonics bij heup-prothese! = vanuit indirecte
tractie
** fietsen: hoog zadel = minder heupflexie + minder compressie
heup, eerst goede kant in pedaal daarna slechte kant
à je verlaagt het zadel gedurende de therapie!
!GEEN FYSISCHE MIDDELEN (TENS) OP HEUP-PROTHESE!
(TENS wordt daarbij toch enkel gedaan op spieren, ligamenten of pezen…)
2. ROM:
- Mobiliserende oefeningen: geassisteerd / tegen lichte weerstand (OKK+GKK)
- Angulaire mobilisaties: eindstandig aanhouden*
° tripleflexie
° endo/exo
° abd/add
° circumductie
- GEEN NIET-ANGULAIRE MOB ! GEEN TRACTIES & TRANSLATIES !
* - géén exo/endo + géén circumductie post-op!!
- abd/add niet eindstandig post-op!!
3. NM-CONTROLE
4. PROPRIOCEPTIE
5. STABILITEIT
- NM-controle en proprioceptie zijn voorwaarden om aan stabiliteit te
werken
- opm: het gewricht = stabiel maar de patiënt dient opnieuw stabiliteit te
leren vinden
- gluteus medius = dé belangrijkste stabilisator in de heup
3
,- bv: pat recht laten staan + poep laten aanspannen en op één been gaan
staan met krukken
6. KRACHT
- NM-controle is een voorwaarde om aan kracht te werken
- spieren vanuit BFO
- analytisch = stabilisatoren
- functioneel = ADL
7. CONDITIE / CARDIO
- prothese: niet laten springen!
4
,Totale Knie-prothese
ALGEMEEN
§ Voornaamste reden operatie =
pijn (vergevorderde artrose = kaps p) + verlies ROM
§ Doel pre-op:
5. Zoveel mogelijk ROM
6. NM-controle (Q-ceps)
7. Fysieke conditie
8. Cognitieve training
9. Pijn-management !! (Ernstige pre-op pijn = ernstige post-op pijn )
§ Tot 6m post-op om pre-op niveau te halen!
§ Operatie:
- Verlichten pijn
- Behoud functie
- Belasting verlagen, belastbaarheid verhogen
à houd in gedacht: psychosociale invloed, verwachting pat, quadriceps
& functie, elektrostimulatie, high intensity rehab
§ Na een TKP: veel pijn, zwelling, schrik om te bewegen
à mobiliteit-, kracht-, functie- en proprioceptie- probleem!
§ Enorme atrofie qceps: 10% verlies massa spier na 1m TKP + sarcopenie
met toenemende leeftijd! (TENS levert goede resultaten bovenop
therapie; TENS op qceps, niet op prothese!!) nm-reflex-inhibitie?!
§ Proprioceptie-verlies!! (heel het bot thv de femur en tibia, ligs, kb,…is
verdwenen)
§ Qceps-zwakte:
1. Atrofie
2. Neuromusculaire inhibitie
- verhouding inhibitie/atrofie = 2/1
- zelfs tot 6m na TKA, nog steeds inhibitie!
- inhibitie => minder gebruik => atrofie
à Betere resultaten met een “intensive programme” qceps onmiddellijk
na TKA.
5
, § Na een TKP: qceps 50% trager… à intensief op werken! (NM-controle)
§ Post-op revalidatie TKP: focus op pijn/zwelling, ROM, spierkracht (qceps,
hams),…
§
Post-op revalidatie TKP: !!
* géén tracties, géén translaties
* géén manchetten (geeft tractie)
* pat niet laten springen
ANAMNESE
§ Hoe was de situatie voor de ingreep?
(ernstige pre-op pijn = ernstige post-op pijn)
§ Individuele verschillen (leeftijd geen verschil in pijn, wel in outcome)
INSPECTIE
BFO
BFO VERWACHTING NA TOTALE KNIE PROTHESE:
Beweging AOZ POZ WOZ
Flexie
Extentie
Exorotatie
Endorotatie
Varus
Valgus
Schuiflade
STRUCTUURGERELATEERDE PALPATIE
TOEGEVOEGD ONDERZOEK
§ TO: eerste weken post-op:
- Vasculair: zéér alert voor zijn post-op!
à temp + zwelling + kleur voet nachecken: bij verstopping (bv DVT) ->
opgezwollen kuit!
6
,TRASP (1 week post-op)
1. PIJN:
- ijs: zwelling + pijn bestrijden
- TENS: pijn bestrijden
2. ROM:
- géén tracties en translaties!
- angulaire mobilisaties: eindstandig (actief/passief)
- mobiliserende oefeningen: geassisteerd / tegen R
- CPM (continious passive motion): passieve knie flex-ext
- passief strekken vd knie mbv een extentie postuur
3. NM-CONTROLE:
4. PROPRIOCEPTIE:
5. STABILITEIT:
6. SPIERKRACHT:
- qceps (knierol + knie statisch strekken)
- hams (knierol + knie in rol duwen)
- grote spiergroepen OL (heupabductoren!): HIGH intensity
- géén manchetten! (geeft tractie)
- TENS: op spier, niet op prothese
7. CONDITIE / CARDIO
- prothese: niet laten springen!
7
,8
,9
, 10