Samenvatting van het boek Onderzoek doen! Kwantitatief en kwalitatief onderzoek.
Geschreven door Tom Fischer & Mark Julsing. 3e druk voorjaar 2019.
Hoofdstuk 1 Onderzoek doen
Hoofdstuk 2 Afbakening van het onderzoek
Hoofdstuk 3 Methoden voor informatieverzameling
Hoofdstuk 4 Bestaande data
Hoofdst...
Samenvatting ‘Onderzoek doen! Kwantitatief en kwalitatief
onderzoek’ Tom Fischer en Mark Julsing 3e druk.
Hoofdstuk 1 t/m 8
Hoofdstuk 1
Onderzoek wordt gedefinieerd als: alle systematische activiteiten gericht op het verzamelen
van gegevens die informatie bevatten over een van tevoren afgebakend onderwerp met als
doel een of meerdere vragen aangaande dit onderwerp te beantwoorden.
We maken onderscheid tussen wetenschappelijk onderzoek en praktijkonderzoek.
We maken onderscheid naar het doel van onderzoek:
- Beschrijvend onderzoek: in kaart brengen van een situatie
- Exploratief onderzoek: op zoek gaan naar verbanden en of verklaringen
- Toetsend onderzoek: toetsen van een theorie of verwachtingen (hypothese)
We maken onderscheid in:
- Deskresearch: onderzoek zonder dat de onderzoekers nieuwe gegevens verzamelen
- Fieldresearch: onderzoek waarbij de onderzoeker zelf zijn onderzoek opzet en
uitvoert
We maken onderscheid in:
- Kwalitatief onderzoek: verzamelen van veel diepgaande informatie over weinig
onderzoekseenheden
- Kwantitatief onderzoek: verzamelen van cijfermatige informatie over veel
onderzoekseenheden, die kan worden gegeneraliseerd naar de populatie
Verantwoord onderzoek is:
- Objectief en onafhankelijk
- Controleerbaar en toetsbaar
- Herhaalbaar
- Nauwkeurig
- Generaliseerbaar
Fasen in het onderzoeksproces zijn:
1. Aanleiding van het onderzoek
2. Inkadering van onderzoek
3. Keuze van de onderzoeksmethode
4. Keuze van het dataverzamelingsinstrument
5. Populatie- en eventuele steekproefbepaling
6. Ontwikkeling en afname van het dataverzamelingsinstrument.
7. Analyse van gegevens
8. Beantwoording van probleemstelling en op de rapportage van het onderzoek
,Beschrijvend onderzoek: Onderzoek waarbij je een situatie in kaart wil brengen. Meestal
heb je hierbij niet veel voorkennis.
Deskresearch: Het gebruikmaken van bestaande gegevens in de vorm van bijvoorbeeld
algemene literatuur, eerdere onderzoeken of databases.
Empirische cyclus: Empirie betekent de waarneembare werkelijkheid: de kennis komt
hieruit voort en wordt hieraan getoetst.
Exploratief onderzoek: Onderzoek waarbij het doel is het exploreren van verbanden, het
vinden van verklaringen.
Fieldresearch: Zelf gegevens verzamelen door eigen onderzoek op te zetten en uit te
voeren.
Gedragscode: Een set van regels waaraan de professional zich moet houden.
Hypothese: Een voorspelling die getoetst kan worden in onderzoek, meestal gebaseerd op
waarnemingen vanuit de empirie of afgeleid uit een theorie.
Interventiecyclus: Het op een systematische manier oplossen van een praktijkprobleem via
een op onderzoek gebaseerde diagnosestelling, ontwerpen van een oplossing,
implementeren en evalueren ervan.
Nauwkeurigheid: De mate waarin een slag om de arm gehouden moet worden bij de
uitkomsten van het onderzoek. Als de onnauwkeurigheidsmarge 10% is, moet bij een uitslag
van 70% tevreden klanten aangegeven worden dat het percentage tevreden klanten tussen
de 60% en 80% ligt.
Praktijkonderzoek: Onderzoek waarbij het doel is om een vraagstuk uit de praktijk op te
lossen.
Toetsend of evaluerend onderzoek: Onderzoek waarbij het doel is om een hypothese te
toetsen of een (beleids)maatregel te evalueren.
Wetenschappelijk onderzoek: Onderzoek waarbij het doel is om theorie te toetsen of te
ontwikkelen.
,Hoofdstuk 2
De opzet van een onderzoek start met het formuleren van een onderzoeksdoelstelling: wat
moet het onderzoek opleveren?
De probleemstelling is een omschrijving van de situatie en een afbakening naar:
- Invalshoek
- Plaats
- Sector
- Tijd
- Soort
- Functie
De centrale vraag:
- Is de rode draad door het onderzoek
- Moet specifiek, eenduidig en door onderzoek te beantwoorden zijn
Van de centrale vraag worden afgeleid:
- Deelvragen: Deze behandelen een onderdeeltje van de centrale vraag
- Onderzoeksvragen: Dit zijn gespecialiseerde deelvragen die rechtstreeks in een
analyseschema kunnen worden gebruikt.
Het conceptuele model is een grafische weergave van de variabelen en hun onderlinge
verbanden, die we aangeven met pijlen of stippellijnen.
We maken onderscheid tussen:
- Onafhankelijke variabelen (oorzaak)
- Afhankelijke variabelen (gevolg)
Theorie is een hulpmiddel voor de opzet van een conceptueel model. Een model om
menselijk gedrag te kunnen verklaren en voorspellen, is de theorie van beredeneerde actie
van Fishbein en Ajzen. Motivator van gedrag in hun ogen:
- De eigen attitude van mensen ten aanzien van dat gedrag
- De sociale norm
- De eigen-effectiviteit
Afhankelijke variabele: Het gevolg van de onafhankelijke variabele.
Analyseschema: Schema waarbij op voorhand de bewerkingen op de kwalitatieve en of
kwantitatieve data worden gespecificeerd.
Attitude: De houding tegenover iets. De eigen attitude is opgebouwd uit cognitieve
overtuigingen en affectieve evaluaties.
Beschrijvend onderzoek: Onderzoek waarbij je een situatie in kaart wilt brengen. Meestal
heb je hierbij niet veel voorkennis.
,Causaal verband: Oorzakelijk verband, waarbij de onafhankelijke variabele vooraf gaat aan
de afhankelijke, er een significante samenhang is, en er geen derde variabele is die het
verband verklaart.
Centrale vraag: De centrale vraag geeft aan hoe het onderzoek wordt afgebakend oftewel
de vraag die aan het einde in de conclusie wordt beantwoord.
Conceptueel onderzoeksmodel: De grafische weergave van de variabelen en hun
onderlinge verbanden. (Afhankelijke en onafhankelijke variabelen)
Deelvragen: Vragen die worden afgeleid van de centrale vraag en die allemaal een
onderdeeltje van de centrale vraag behandelen.
Doelstelling: De doelstelling van het onderzoek refereert naar wat het onderzoek uiteindelijk
moet opleveren.
Evaluerend of toetsend onderzoek: Onderzoek waarbij het doel is om een hypothese te
toetsen of een (beleids)maatregel te evalueren.
Exploratief onderzoek: Onderzoek waarbij het doel is het exploreren van verbanden, het
vinden van verklaringen.
Onafhankelijke variabele: De variabele die je als onderzoeker wilt manipuleren om te
onderzoeken wat het effect is op de afhankelijke variabele. De onafhankelijke variabele is
daarbij de oorzaak, de afhankelijke variabele het gevolg.
Onderzoeksvragen: De vertaling van de deelvragen in meetbare vragen.
Probleemstelling: Afbakening van het onderwerp van onderzoek.
Toetsend of evalueren onderzoek: Onderzoek waarbij het doel is om een hypothese te
toetsen of een (beleids)maatregel te evalueren.
Vals verband: Verband waarbij er een samenhang is tussen twee variabelen, maar waarbij
de samenhang verklaard wordt doordat ze beide samenhangen met een derde variabele.
Variabelen: Kenmerken die meerdere waarden kunnen aannemen.
, Hoofdstuk 3
Online onderzoek is onderzoek op en via internet.
De voordelen van online onderzoek zijn:
1. Snel
2. Multimediaal
3. Goedkoop
4. Makkelijk internationaal toepasbaar
5. Gebruiksvriendelijk
6. Geen sprake van interview-bias
7. Minder fouten
8. Eerlijker antwoorden
De nadelen van online onderzoek zijn:
1. Technische kennis en afhankelijkheid van apparatuur
2. Onbetrouwbaarheid van de identiteit van respondent
3. Lagere respons
4. Niet altijd een afspiegeling van de werkelijke populatie
De beoordeling of het onderzoek goed is opgezet en uitgevoerd, gaat aan de hand van de
betrouwbaarheid en validiteit van het onderzoek.
De betrouwbaarheid is de mate waarin toevallige fouten zijn uitgesloten en is vooral
afhankelijk van het aantal respondenten en de representativiteit van de steekproef.
De validiteit is de mate waarin systematische fouten zijn uitgesloten.
Vormen van validiteit zijn:
- Interne validiteit: is er een alternatieve verklaring?
- Constructvaliditeit: heb je gemeten wat je wilde meten?
- Externe validiteit: zijn de resultaten generaliseerbaar?
Je kunt een keuze maken uit de volgende onderzoeksinstrumenten:
- Deskresearch
- Kwantitatieve methoden van fieldresearch (schriftelijke, face to face en telefonische
enquête, panel- en online onderzoek, observatie / meting / registratie)
- Kwalitatieve methoden van fieldresearch (groepsdiscussie, diepte-interview,
observatie)
- Experiment
- Casestudy
In het informatieplan worden de stappen van de onderzoeksopzet weergegeven. Dit kan ook
in een tabel worden ingevuld.
Beschrijvend onderzoek: Onderzoek waarbij je in een situatie in kaart wilt brengen.
Meestal heb je hierbij niet veel voorkennis.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jelmerjasken. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.