1. Operatieruimten
Kenmerken van de operatieruimte
1) Propere & vuile zone
2) Hygiëne ronde hoeken en geen poreus materiaal zodat er goed schoongemaakt kan
worden
3) Efficiëntie licht vanuit 2 loodrechte hoeken (zo heb je geen schaduwen), klok (horloges zijn
niet toegestaan), rollend materiaal
4) Flexibiliteit flexibele inrichting voor verschillende patiënten (rollend en verstelbaar
materiaal)
5) Zo min mogelijk onnodige passage idealiter slechts één toegangsdeur en eventueel een
nooddeur
6) Geen ramen anders zou je contaminatie kunnen krijgen. Als er toch ramen zijn, mogen ze
niet open kunnen
7) Toegang tot RX
8) Verwarming ideaal 20-21°C (anesthesie zorgt namelijk voor verstoring van het metabolisme,
>21° zorgt voor verdamping vanuit buikholte, <20° zorgt voor onderkoeling) chauffage en
airco mogen aanwezig zijn, maar mogen niet te hard blazen of zorgen voor vochtige lucht
9) Vochtigheidsgraad 40-60%
Er is een vuile en een propere zone :
Propere zone dient voor opslag van steriel materiaal en voor de operatie zelf. Liefst heb je in
deze ruimte glazen kasten (goed zien welk materiaal erin ligt) of een doorgeefluik. De kast moet
altijd netjes dicht kunnen. In de propere zone ligt het steriel materiaal, dus ook de chirurgische
kiel en handschoenen. Daarom doe je ook hier pas de rub van je handen en dan de steriele kiel
en handschoenen aan.
Vuile zone dient voor de voorbereiding van de patiënt en de chirurg. De patiënt wordt hier
geanestheseerd aangezien bij anesthesie de patiënt kan gaan braken of plassen. Ook het
scheren van de patiënt gebeurt hier. De chirurg doet de scrub voor zijn handen en doet de
gepaste kledij aan (nog niet steriel). De wastafel voor je handen moet diep genoeg zijn (handen
op lendenhoogte) zodat er geen spatters opvliegen (aan waterdruppels kunnen organismen
vasthechten) en de kraan moet bediend worden met je voet, knie, elleboog, of met een
automatische sensor. Met je handen mag je de kraan zeker niet aanraken. De vuile ruimte moet
zo ver mogelijk van de operatietafel gelegen zijn.
Als je in een stal een ingreep moet doen, dan moet je zelf de ruimte opdelen in een propere en vuile
ruimte. Je moet zorgen dat materiaal binnen handbereik is: vuilbak, stofzuiger, incubatietubes,… Het
wassen van de handen gebeurt ook idealiter in een andere ruimte. Vuile kledij moet altijd ver van de
operatietafel blijven. Idealiter heb je 5 verschillende lokalen : voorbereidruimte voor de patiënt – opslag
van steriel materiaal – voorbereidingsruimte voor de chirurg – operatieruimte – recovery.
Ook de recovery-ruimte heeft specifieke voorwaarden :
1. 22-24°C
2. Voldoende zuurstof (eventueel zuurstoffles aanwezig) sneller ontwaken
3. Rustige, kalme ruimte
4. Juiste vloerbedekking (GHD kunnen omvallen en zich bezeren)
5. Toezicht houden (dieren kunnen soms gaan braken van de anesthesie)
,DO’s en DON’T’s in de operatieruimte
DO:
Geschikte kledij dragen in operatieruimte + kledij verwisselen bij verlaten operatieruimte
Hoofbedekking + mondmasker
Persoonlijke hygiëne
Beperkte toegang
Bewegingen van personeel en materiaal tijdens operatie beperken
Hoeveelheid mensen in operatieruimte beperken
Geluid in operatieruimte beperken
Handhygiëne verzorgen tussen patiënten door
Logboek bijhouden: welke patiënt komt voor welke ingreep
DONT:
Juwelen, valse nagels, telefoons
Niet steriel personeel hangt over operatieveld
Niet steriel personeel beweegt tussen operatieveld en instrumenten
Ook rond de hygiëne van de chirurg zijn strikte regels. Hoe minder mensen, beweging en gebabbel in de
operatieruimte, hoe beter. De chirurg doet eest altijd een mondmasker en haarnetje aan. Dan start de
handhygiëne. Deze moet altijd ver genoeg van steriel materiaal en het operatieveld gebeuren.
Handhygiëne moet altijd voor het manipuleren van een patiënt en na contact van lichaamsvocht en
wondes. Ook als je je gsm gebruikt of een zakdoek gebruikt, moet je opnieuw handhygiëne toepassen.
In het begin moet je altijd de scrub (2 min met chloorhexidinezeep “hibiscrub”, liefst in vuile zone) en
rub (1 min alcohol “Sterilium”, liefst in propere zone) doen voor de operatie. Tussen operaties of
handelingen door, moet enkel de rub gedaan worden als je handen niet zichtbaar bevuild zijn. Als je wel
vuil ziet, doe je opnieuw de rub en scrub. Hierna doe je de steriele kiel en handschoenen aan.
Classificatie van wondes en volgorde van ingrepen : PROPER NAAR VUIL (EX!)
De ingrepen moeten altijd in de juiste volgorde gedaan worden : eerst de propere, dan de vieze om
overdracht te vermijden. Daarnaast vermijd je zo ook dat er altijd gedesinfecteerd moet worden
tussendoor. Tussendoor moeten wel altijd vieze dingen worden weggegooid en worden schoongemaakt.
Je gaat dus wel altijd schoonmaken (organisch materiaal verwijderen), maar niet desinfecteren.
Proper niet traumatische wonde Castratie
geen penetratie
Licht penetratie AH, SVS of urogenitaal stelsel met Sterilisatie
gecontamineerd weinig lekkage Keizersnede
kleine onderbreking aseptie
Gecontamineerd traumatische wonde <4u Steekwonde
penetratie met lekkage Keizersnede
onderbreking aseptie
Vuil bacteriële infectie Sterilisatie van
traumatische wonde >4u, necrotisch of vuil ontstoken baarmoeder
BV. Lipoom aan thorax Castratie Tandsteen / Mammatumor Pyometra
,Schoonmaken
Schoonmaken doe je best volgens een vast protocol. Daarnaast kan je een checklist voorzien om voor de
operatie na te kijken of al het materiaal aanwezig en steriel is. Als 3e document is er ook een soort
recept van de basisoperaties. Dit noem je een SOP. Je zorgt dat ook deze altijd in de buurt ligt.
SOP = standard operating procedure (EX !)
1) Urine & feces verwijderen
Dit doe je idealiter op een andere tafel dan de operatietafel. Je kan op de blaas drukken om
te proberen hem te ledigen. Vaak plassen de dieren vanzelf door de anesthesie, dit moet je
opruimen. Je kunt eventueel ook een katheter aanbrengen. Ook kan je een beursnaad
aanbrengen als een ingreep dicht bij de perineaal-regio moet gebeuren. Dit zijn hechtingen
in de huid rond de anus. Bij een pyometra kan dit ook rond de uterus.
2) Haar verwijderen
Ook dit gebeurt op een andere tafel (haren zijn een grote bron van contaminatie). Je gaat
eerst centrifugaal reinigen. Dit doe je op ongeveer 15 cm van de incisie, twee keer 1 minuut
met joodzeep. Je werkt van binnen naar buiten om geen vuil terug in de wonde te brengen.
Tussendoor droog je met gaas. Scheren doe je eerst met de haarrichting mee, dan ertegenin
op een fijnere stand. Span de huid op als je scheert. We gebruiken liever een scheermachine
dan mesjes, omdat je dan minder wondjes krijgt. De haren verwijder je met de stofzuiger.
3) Chirurgisch veld steriel maken – preoperatieve antisepsis
Na het scheren moet de antisepsis nog om de concentratie micro-organismen op de huid zo
laag mogelijk te houden. Al het vuil, schilfers en dergelijke moet weg zijn. Je gaat opnieuw
met steriele watten en desinfectans centrifugale bewegingen doen. Je gaat dit ook zeker 1x
herhalen. Dan ga je een spray van desinfectans over het veld spuiten. Dit moet liefst
chloorhexidine zijn. Een gekleurd product is ook wel goed omdat je dan ziet waar je allemaal
gesprayed hebt (bv. isobetadine). Hierna gaan we voor de aseptie nog een detergent
gebruiken. We willen een niet-toxisch detergent, anders verhogen we het risico op
contaminatie opnieuw. Het moet een breed spectrum hebben en een minimale contacttijd
(snelle werking nadat je het erop hebt gedaan). Je gaat opnieuw in een centrifugale
beweging, 2-3 min lang met gaasjes met chloorhexidine “Hibirub” of alcohol.
4) Positionering
Het dier moet zo gepositioneerd zijn, dat je zo weinig mogelijk contact maakt met de niet-
steriele delen van de patiënt.
5) Draping
Dan ga je chirurgische doeken rond de wonde hangen en bevestigen met backhaus
klemmen. Dit vormt een fysieke barrière zodat micro-organismen niet uit de niet-steriele
omgeving naar het chirurgisch veld kunnen geraken. Je moet deze altijd naar binnen
plooien! Je kunt wegwerp gebruiken of katoenen doeken die je in de autoclaaf stopt.
Er moet altijd eerst worden schoongemaakt worden en terug gedroogd voordat je gaat desinfecteren,
anders krijg je een verdunningseffect. Je doet dus : schoonmaken – drogen – desinfecteren. Als je ’s
avonds poets, kan het de hele nacht drogen, dan ben je zeker dat er geen verdunning meer is. Ook
emmers die je gebruikt moeten droog zijn voordat je het desinfectans erin doet, dit is ook belangrijk
omdat het anders een ideale voedingsbodem voor bacteriën vormt. Bij het desinfecteren respecteer je
altijd de verdunning, temperatuur en contacttijd.
, Sterilisatie (!) Fysisch of chemisch proces dat alle MO (ook de goede) vernietigt of verwijdert
Desinfectie (!) Fysisch of chemisch proces dat pathogene MO vernietigt of verwijdert (de
goede MO of flora blijft) – dit kan dus ook op een tafel ofzo
Antisepsis (!) Proces waarbij pathogene MO worden vernietigd of verwijderd op de huid en
mucosa (flora blijft) – dit is alleen op de huid of mucosa
Asepsis (!) Afwezigheid van pathogene MO op levend weefsel (levende flora blijft, dit is
meestal op de huid van de chirurg) (er is geen klinische infectie)
Dit bekomen we na goede desinfectie of antisepsis
Schoonmaken (!) Fysiek verwijderen van contaminanten op oppervlakken (stof, aarde en ander
organisch materiaal)
Het doel van asepsie is het risico op contaminatie en infectie door micro-organismen te minimaliseren.
Hoe belangrijk de asepsie is, hangt af van de ingreep en patiënt : grootte wonde, duurtijd operatie, type
ingreep, status patiënt, … Hoe langer de operatie, hoe belangrijker. Bronnen van contaminatie zijn de
omgeving, het chirurgisch materiaal, de patiënt en de chirurg. De patiënt is de grootste bron van
contaminatie, omdat daar de minste controle over is. De grootste bronnen zijn haar, urine, faeces en de
positionering. SOP is hier heel belangrijk, als je deze volgt, verlaag je de bronnen van contaminatie goed.
Na het klaarmaken van de patiënt (scheren, blaas ledigen, …) wordt de patiënt naar de operatieruimte
gebracht en wordt het chirurgisch veld steriel gemaakt. Dit doe je met niet-steriele handschoenen : 2-3x
met joodzeep, vervolgens 3x met chloorhexidine en tot slot 1x met alcohol, telkens van centraal naar
perifeer en met een nieuw gaasje. Het nadeel van chloorhexidine is dat het kleurloos is. Jood is wel
zichtbaar en dus kan gezien worden welke plaatsen al steriel gemaakt zijn.
Hoge risicograad Penetratie huid of mucosa of contact Sterilisatie nodig
met aseptisch weefsel of bloedbaan
Gemiddelde risicograad Contact met mucosa Sterilisatie of hoge desinfectie nodig
Lage risicograad Contact met intacte huid Schoonmaken met detergent
Sterilisatie van chirurgisch materiaal
Sterilisatie moet liefst niet toxisch, niet corrosief, snel en betrouwbaar zijn. Voor het steriliseren moet er
altijd eerst worden schoongemaakt ! Dus voordat iets bijvoorbeeld de autoclaaf in gaat, moet het
schoongemaakt worden. Chirurgisch materiaal waarmee je penetreert, moet steriel zijn. Het zorgen dat
het steriel is kan op verschillende manieren gebeuren : fysisch of chemisch. Bij chemisch moet je zeker
opletten dat de stof niet corrosief of toxisch is. Daarnaast wil je ook zeker dat het snel en betrouwbaar
is. De fysieke methoden maken gebruik van hitte, dit is droge hitte (oven) of stoom (autoclaaf). De
chemische methoden zijn bijvoorbeeld alcohol en ethyleenoxiden. We gebruiken liever de fysieke
methoden, de autoclaaf is de goudstandaard, dit omdat de chemische niet goed zijn voor de
wondheling.
70% alcohol : dit is een veel gebruikte sterilisatiemethode en zorgt voor een alkylering. Je hebt best
altijd alcohol in de buurt, stel dat je iets laat vallen, is dit de enige super snelle methode.
snel (5-10 min)
toxisch, irriterend
minder goede wondheling
corrosief bij slecht drogen