maandag 18 december 2023
SAMENVATTING
COMMUNICATIEWETENSCHAP
Hoofdstuk 1+2: Basisconcepten en modellen
1 Inleiding
- De communicatiewetenschap bestudeert communicatie
- Een relatief jonge wetenschappelijke discipline
- Heath en Bryant - vier invlashoeken die een belangrijke basis vormen voor
communicatietheoretisch of communicatiewetenschappelijk denken - retoriek,
propaganda en mediae ecten, informatietheorie en groepsdynamica
- Informatietheorie: hoe kan informatie elektrisch verstuurd worden?
- Groepsdynamica - mensen leren elkaar kennen door communicatie
2.2 Wat is communicatie?
- Wat is communicatie?
- 1. Mededeling, kennisgeving (m.n. van verloving, huwelijk….)
- 2. Verbinding - een stoomboot voorziet in de communicatie tussen beide plaatsen
- 3. (Gelegenheid tot) uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verkeren (bv.
gewone intermenselijke communicatie)
- In de eerste betekenis van het woord ligt de klemtoon op de zender die een boodschap
verstuurt, in die tweede, in de communicatiewetenschap meer gebruikte de nitie, ziet de
communicatie als “transport”, in de derde ligt de klemtoon op de uitwisseling van ideeën
- Geen eenzijdig proces, beide partners gelijkaardig, geen start- of eindpunt
- Een de nitie van communicatie is goed wanneer ze bruikbaar of operationeel is binnen
bepaalde wetenschappelijke visie, logisch en coherent is, niet tegengesproken wordt
door de waarneembare werkelijkheid en toelaat het gede nieerde nauwkeurig te
onderscheiden van andere maatschappelijke verschijnselen
- Communicatie is:
- Een proces waardoor een zender bewustzijninhoud overdraagt of tracht over te dragen
aan 1 of meerdere ontvangers en dit door middelen van een kanaal, signalen en tekens -
Fauconnier
- “Interaction through messsages. Messages are formally coded symbolic or
representational events of some shared signi cance in a culture, produced for the
purpose of evoking signi cance” - Gerbner
- “Social interaction through messages” - Fiske
- “A process in which participants create and share information with one another in order
to reach a mutual understanding” - Rogers
- An activity in which symbolic content is not merely transmitted from one source to
another, but exchanged between human agents, who interact within a shared
situationaland/or discursive context
- A process whereby people in groups, using the tools provided by their culture, create
collective representations of reality
- Twee visies op communicatie:
- Processchool - communicatie als transmissie van boodschappen - communicatie wordt
gezien als een proces waarbij de ene persoon het gedrag of de gedachten van de andere
persoon beïnvloedt - aansluit op de sociale wetenschappen
1
fi fffi fi fi fi
, maandag 18 december 2023
- Betekeniscreatie-school - de productie en uitwisseling van betekenissen - focusseert
op de boodschappen zelf en hoe ze met mensen interageren om betekenissen te creëren
- aansluit op letteren
2.3 Breek- of discussiepunten in de definities van communicatie
- Intentionaliteit als breekpunt:
Bedoeld door zender/zender Niet bedoeld door zender/
actief zender passief
Intentioneel ontvangen/ 1 2
ontvanger actief
Niet-intentioneel ontvangen / 3 4
ontvanger passief
- 1. Een persoon die intentioneel een boodschap uitstuurt en een persoon die intentioneel
ontvangt.
- 2. Een persoon die niet intentioneel een boodschap stuurt naar een persoon die
intentioneel ontvangt - bv. bewust te luisteren naar een gesprek op de trein
- 3. Een persoon zendt bewust een boodschap uit naar een persoon die niet-intentioneel
ontvangt: passief luistergedrag in de schoolklas
- Een persoon zendt niet-intentioneel een boodschap uit naar een persoon die niet-
intentioneel ontvangt: indrukken die we krijgen van anderen wanneer we op staat lopen
- Volgens de teleologische opvatting slechts sprake van communicatie in situatie 1 -
typisch voor de processschool
- Anderen zien de “gedragsopvatting” - communicatie veel ruimer, alle gedrag van mensen
is communicatief - you cannot not communicate
- Geslaagheid als criterium:
- Of de transmissie en ontvangst geslaagd zijn
- Fauconnier steld dat wanneer er expressie E van een boodschap gericht op persoon x,
het zo kan zijn dat er:
- 1. Transmissie T is van de boodschap, maar geen ontvangst O
- 2. Transmissie T en ontvangst O zijn, maar geen ontvangst door persoon x, wel door
persoon y
- 3. Transmissie T en ontvangst door persoon x Ox zijn, maar geen interpretatie I
- 4. T, Ox en I zijn, maar geen juiste (bedoelde) interpretatie Ib
- 5. T, Ox, I en zelfs Ib zijn, maar de bedoelde uitwerking blijft uit of er is een verkeerde
niet-bedoelde uitwerking (Unb)
- 6. T, Ox, I, Ib en Ub zijn
- Een-of tweerichtingsverkeer:
- Is een eenrichtisngspijltje voldoende of moeten er altijd 2 zijn?
- Volgens de processschool is het voldoende, gedragscommunicatief zal men
gemakkelijker stellen dat communicatie steeds een proces van wisselwerking is, een
continu proces waarbij partners steeds van rol wisselen (zender/ontvanger)
- Visie hierover nauw verbonden met het communicatieniveau
- Nieuwe media zijn vaak geassocieerd met interactiviteit - tweerichtingsverkeer, hoewel
het origineel alleen eenrichtings- was
- Observatieniveau is ook van belang - intrapersoonlijk, interpersoonlijk,
groepscommunicatie, organisatiecommunicatie en massacommunicatie
2.4 Elementen in het communicatieproces
- Zender/bron:
- In de meeste beschrijvingen alleen over een zender/bron
- Zender is een persoon, bron vooral een medium
2
, maandag 18 december 2023
- Meeste auteurs hanteren alleen maar het begrip zender
- Ontvanger/bestemmeling:
- Meestal enkel gesproken over ontvanger, enkel in het kader van de technische modellen
onderscheiden
- Boodschap: - datgene wat uitgedrukt wordt door de zender en overgedragen naar de
ontvanger
- Betekenis en informatie kunnen eigenlijk niet zomaar worden overgedragen, omdat ze
slechts ontstaan door de interpretatie van de boodschap - de boodschap bevat dus iets
dat betekenis kan hebben
- “Iets” - een teken - verbale of non-verbale stimuli die betekenis dragen
- Een teken bestaat uit signi ant - označujicí, signi é - označené
- Tekens staan niet vast - zijn bewuste of onbewusten afspraken tussen mensen om op
een bepaalde manier uitdrukking te geven aan een bewustzijnsinhoud
- Een code is een systeem van betekenissen, gemeenschappelijk voor de leden van een
cultuur of subcultuur, bestaat uit tekens/regels en connventies die bepalen hoe en in
welke context deze tekens worden gebruikt
- Signalen:
- Louter technische concepten - luchttrillingen, natuurgolven…
- Van primaire of secundaire aard - primaire van zekere zin natuurlijk - kenmerkend voor
face-to-face communicatie - zien is bijvoorbeeld optisch of visueel signaal
- Secundaire signalen zijn technisch - door middel van instrumenten aangebracht
- Kanaal: het bindmiddel of de verbinding die de ruimtelijke scheiding tussen zender en
ontvanger overbrugt
- Medium:
- Volgens Fauconnier is een medium een object dat de boodschap draagt of kan dragen of
een technisch middel dat het tot uiting brengen en waarnemen van de boodschap via de
zintuigen mogelijk maakt
- Verschillende manieren om media te classi ceren
- Indeling van Bordewijk en Van Kaam: 2 dimensies: controle over de informatiebron en
controle over de tijd en onderwerpkeuze
- Allocutie - one-way communcatie, zender bepaald te tijd en de keuze van het aanbod -
bv. toespraak van een politicus
- Conversatie - individuen wisselen interactief informatie uit met een volledige controle
over tijdstip en onderwerpkeuze
- Consultatie - een centraal beheerde databank wordt geconsulteerd door iemand die
controle heeft over tijd en keuze van object
- Registratie - een centraal orgaan op een gegeven ogenblik informatie inwint over de
individuen in de periferie - vb. examens
3
fi fi fi
, maandag 18 december 2023
2.5 Communicatiemodellen
- vereenvoudigde voorstellingen die de voornaamste elementen van het
communicatieproces en hun onderlinge relaties tonen
- De communicatieformule van Laswell:
- Wie? - communicator/controlestudies Zegt wat? Boodschap/inhoudsanalyse Via welk
kanaal? - medium/mediaanalyse Tegen wie? - ontvanger/publieksanalyse Met welk
e ect? - e ect/e ectenanalyse
- Wordt gebruikt om te verwijzen naar verschillende soorten van communicatieonderzoek
- Het mathematische model van Shannon en Weaver - vragen zoals Welk
communicatiekanaal is het best geschikt om grote hoeveelheden door te sturen?
Hoeveel van de doorgestuurde signalen zullen worden vernietigt door ruis bij de
transmissie van zender naar ontvanger?
- Hier typisch Processchool - systematische weergave, lineair eenrichtingsproces,
beschrijft 5 functies die vervuld moeten worden en vermeld een disfucntionele factor,
namelijk ruis
- Als eerste is er de informatiebron, die een boodschap creëert, daarna wordt een
boodschap omgezet in signalen door de zender, die aangepast moet zijn aan het kanaal,
de ontvanger reconstrueert dan de boodschap op basis van de signalen
- Verdere uitwerking van deze model door DeFleur: onderzochten de overeenkomst
tussen de betekenis van de verzonden en de ontvangen boodschap
- Hier een set van componenten toegevoegd aan het originele model om aan te tonen hoe
de bron feedback krijgt - feedback toegevoegd
- Het circulair model van Osgood en Schramm - de aandacht hier uitgaat naar de
actoren in de communicatieproces, en niet naar de kanalen tussen de zenders en
ontvangers - breuklijn met de traditionele visie op communicatie als een lineair proces
- Verschil met SenW model: focus op de belangrijkste actoren in het proces en niet zozeer
naar de kanalen tussen zenders en ontvangers
- De spiraal van Dance - eerst wou hij aangeven dat communicatie net op hetzelfde punt
eindigt als waar het begon - ontwikkeling van Osgood en Schramm
- Communicatie beweegt voorwaarts - bij deze spiraal, formuleert eerder een breuklijn
hiermee
- Gerbners algemeen model van communicatie
- E - event of gebeurtenis, M een persoon die de gebeurtenis waarneemt als E1
4
ff
ff ff