Communicatiewetenschappen – les 2
LESMATERIAAL
Hoofdstuk 1 & 2 in cursustekst
Powerpointpresentatie Les 1 (Cours documents op Toledo)
Vijf ‘Wat is communicatie’-filmpjes (Tools > Media Gallery)
2.2 Wat is communicatie?
Volgens een woordenboek (niet goed, niet wetenschappelijk)
1) mededeling, kennisgeving klemtoon ligt op de zender
2) verbinding transport nauwelijks gebruikt in de communicatiewetenschappen
3) uitwisseling van gedachten, het geestelijk met elkaar verklaren uitwisseling, beide
partners zijn gelijkwaardig.
Wetenschappelijk: geen enkele definitie van communicatie is werkelijk dé definitie van
communicatie
criteria die moeten voldaan worden om een goede definitie te zijn:
a) bruikbaar of operationeel is binnen bepaalde wetenschappelijke visie, benadering, veld
b) logisch en coherent is
c) niet tegengesproken wordt door de waarneembare werkelijkheid
d) toelaat het gedefinieerde nauwkeurig te onderscheiden van andere maatschappelijke
verschijnselen.
Volgens de wetenschappelijke definities : talrijk
Zelden hebben concepten in de sociale wetenschappen, één definitie
Twee belangrijke perspectieven
- Processchool: zie communicatie als een proces, iemand heeft een boodschap, zendt
die en heeft een ontvanger zender zet boodschap om in een code, ontvanger
zendt dit weer om zodat dit betekenis brengt voor de ontvanger
(VB: Professor gebruikt nu de code Nederlands, denkt aan woorden, spreekt deze uit
en wij als student decoderen die woorden en er betekenis aan brengen)
De zender heeft steeds een bedoeling om iets te zenden (beïnvloedingsproces)
(VB: professor zijn bedoeling is nu om een leerstof over te brengen die wij nog niet
kennen)
Wanneer de ontvanger de boodschap van de zender fout begrijpt is er een verschil
tussen in en output (fout)
ACTS richt zich primair op de communicatieactiviteiten
- Betekeniscreatieschool: klemtoon ligt minder op het proces (minder zender en
ontvanger), maar veel meer op de betekenis (de boodschap).
(VB: het student zijn ben je hier of niet, ga je naar huis vandaag of morgen = al
deze aspecten brengen betekenis aan het student zijn)
, Ongeveer alles is communicatie, want alles brengt betekenis
er kan dus ook niks fout lopen
(VB: als wij iets anders denken van betekeniscreatieschool, dan brengen we hier ook
betekenis aan)
(VB: ontmoeting tussen twee culturen brengt nieuwe betekenis)
verschillen in betekenisgeving tussen zender en ontvanger worden niet
noodzakelijk als fout beschouwd.
- Centrale methode = semiotiek (tekenleer)
Geen begin + eindpunt maar om de wisselwerking (processen lopen dus steeds
parallel)
2.3 Breek- of discussiepunten in de definities van communicatie
2.3.1 Intentionaliteit als breekpunt
- Intentionaliteit (a)
Intentionaliteit: vier situaties
Teleologische opvatting: communicatie is pas communicatie als er intentie achter zit.
wanneer de zender de bedoeling heeft om een boodschap uit te sturen en de
ontvanger de bedoeling heeft om de boodschap te ontvangen.
= goed voorbeeld van de processchool
Gedragsopvatting: Ook als er geen intentie is, is er toch sprake van communicatie
(‘’You cannot not communicate’’) Paul Watzlawick
Communicatief = behouden we voor, voor datgene waar een bepaalde intentie
achter zit.
Informatief = behouden we voor, alles wat waar geen bepaalde intentie achter zit
(VB: kledij brengt een bepaalde betekenis zonder de hiertoe intentie te hebben is
informatie, maar geen communicatie)
PROBLEEM: intentionaliteit vaak moeilijk vast te stellen
2.3.2 Geslaagdheid als criterium?
Wat is geslaagde communicatie: voorwaarden
GC = Expressie + T (Transmissie) + Ox (ontvangst) + l (interpretatie) + Ub (uitwerking
zoals bedoeld door de zender) wiskundige formule die geslaagde communicatie
beschrijft. (enorm moeilijk om dit te halen) (geslaagde communicatie moet erg
eenvoudig zijn of is erg moeilijk te halen)
Wanneer er een te lang proces tussen zit is het praktische onmogelijk om van
geslaagde communicatie te spreken.
2.3.3 Eenrichtings- of tweerichtingsverkeer?
processchool: eenrichtingspijltje voldoende om te spreken van communicatie
betekeniscreatieschool: communicatie is steeds een proces van wisselwerking en
wordt dus gezien als tweerichtingsverkeer
,Massacommunicatie: eenrichtingsverkeer
interpersoonlijke communicatie + Nieuwe media: interactiviteit
(tweerichtingsverkeer)
2.3.4 Observatieniveau
In de communicatiewetenschap wordt een duidelijk verschil gemaakt in
observatieniveau, als we het hebben over communicatie splitsen we deze op in:
intrapersoonlijke communicatie, interpersoonlijke communicatie,
groepscommunicatie, organisatiecommunicatie en massacommunicatie
2.4 Elementen van het communicatieproces
2.4.1 Zender/Bron
Vaak heeft men het enkel over de zender
MAAR: wanneer men over beide spreekt (technische modellen)
Zender: technische apparaat (telefoonhoorn)
Bron: brein of mond van de persoon
Eerste communicatietheorieën macht van de zender
= zender erg actief en ontvanger erg passief later kwam dit onder vuur te
liggen.
2.4.2 Ontvanger/bestemmeling
Vaak heeft men het enkel over de ontvanger
MAAR: wanneer men over beide spreekt (technische modellen)
Ontvanger: telefoonhoorn
Bestemmeling: de persoon, het brein, het oor
Ontvanger decodeert en interpreteert
Na zenderdominantie, meer aandacht voor ontvanger.
2.4.3 Boodschap
Wat wordt precies overgedragen
Boodschap bestaat uit tekens
tekens bestaan uit signifiant (betekenaar) / signifié (betekende)
(VB: klanken die je gebruikt om een signifié op te roepen, kat bijvoorbeeld)
(Voor iedere persoon brengen deze klanken een andere betekenis, wanneer je
een kat hebt bv zal je aan een andere kat denken dan iemand die geen kat heeft)
Dit fenomeen maakt mensen, mensen door klanken te gebruiken en een
woord aan te vormen, heeft iedereen de mogelijkheid om aan dingen te denken
die er zich niet bevinden in deze ruimte of zelfs niet bestaan)
Voor signifiant gebruiken we symbolen geen natuurlijke relatie tussen
signifiant en signifié
Iconen is er wel een gelijkenis, met het voorwerp (foto’s, pictogrammen)
Indices sensorische ervaring A, die verwijst naar B (VB: donkere wolken, doen
, je denken aan regen) (spiegel is aangedampt in de badkamer, iemand heeft al
gedoucht)
Reportorium van tekens: code (Nederlands, Frans)
Decoderen is niet het proces afronden het krijgt dan pas echt betekenis
2.4.4 Signaal
= technisch natuurkundig concept
primaire signalen
face-to-face communicatie via rechtstreekse zintuigelijke prikkels
secundaire signalen
mechanische wijze ( signalen door middel van werktuigen op de drager van de
boodschap zijn aangebracht)
elektronische wijze (elektronische stroomstootjes, pulscodemodulatie)
2.4.5 Kanaal
Drager van signalen, overbrugt scheiding tussen zender en ontvanger, weg
waarlangs de signalen worden verstuurd
2.4.6 Medium
Medium: een object dat een boodschap draagt of kan dragen of een technisch
middel dat het tot uiting van brengen en waarnemen van de boodschap via de
zintuigen mogelijk maakt.
Massacommunicatie televisie, radio
Interpersoonlijkecommunicatie gsm, PC
face-to-face situatie niet echt een medium sommige zeggen de stem
= ongemedieerde communicatie
Indeling Borderwijk en Van Kaam
Centraal Individueel
Centraal Allocutie Registratie
Individueel Consultatie Conversatie
2.4.7 Ruis
Elke stimulus die de ontvangst van een boodschap belemmert.
Fysieke/Mechanische/Kanaal ruis: fysieke transmissie van een signaal
bestrijden door signaal te versterken
Psychologische ruis: ruis die ontstaat door bepaalde stereotypen of door interne
gedachten die interfereren
Fysiologische ruis: fysieke toestand van de ontvanger
Semantische ruis: gebrek aan kennis van gebruikte codes