Functieleer: belangrijke begrippen
Hoofdstuk 1: situering psychologie en functieleer
1.1 oorspronkelijke definitie
Psychologie: zielkunde of wetenschap van de geest, wetenschap van het gedrag en
de factoren die dit beïnvloeden
Res extensa: het lichaam: uitgebreidheid
Res cogitans: de geest: het denkvermogen
Dualisme: lichaam en geest zijn duidelijk van elkaar gescheiden
Monisme: Geest en lichaam NIET gescheiden MAAR 2 aspecten van 1 entiteit
Ontologisch aspect: in termen van de aard van het zijn
Epistemologisch: in termen van wat we kunnen kennen
Materialimse: Ontologisch aspect van het materialisme alleen fysische bestaat echt
Reductionisme: epistemologisch aspect van materialisme: alleen fysische echt
wetenschappelijk bestuderen, alles herleid tot 1 soort werkelijkheid
Solipsisme: Epistemologisch aspect van idealisme: werkelijkheid enkel kennen via
onze zintuigen en ons eigen denken (elks in eigen werkelijkheid)
Panpsychisme: ontologische versie van idealisme: alles in de natuur heeft een ziel
Psychofysica: de exacte wetenschap van de functionele relatie tussen lichaam en
geest
1.2 hedendaagse definitie vanuit visie op complexiteit psychologie
Mentale processen: gebonden aan fysische systemen MAAR niet te reduceren tot fysische
systemen
Gedragsdeterminanten: factoren die het gedrag beïnvloeden
‘Black box’: gedragsdeterminanten die zich afspelen in de geest, zijn verborgen
Pareidolia: het zien van betekenisvolle voorwerpen in vormloze prikkels zoals
wolken, rotspartijen, schimmels, … )
Nomothetisch: algemene wetten (voor iedereen hetzelfde)
Idiografisch: specifieke factoren (individueel verschillend)
Falsificatie: weerlegging
Operationaliseren: vertalen in iets dat zichtbaar en meetbaar is
Betula studie: zweedse studie over succesvol ouder worden (vroegtijdig opsporen
van dementie)
Longitudinaal: zelfde groep op meerdere momenten onderzoeken
Cross-sectioneel: meerdere groepen op sommige momenten
,Cognitieve factoren: geheugen, visuospatiaal vermogen, probleemoplossend vermogen, …
Niet-cognitieve factoren: stress, medicatie, hormonen, genen, opleidingsniveau, …
Occam’s razor: geheel van gegevens zo zuiver mogelijk verklaren met zo weinig
mogelijk factoren en die zo eenvoudig mogelijk zijn
Natuurwetenschappen :
Verklaren van wetmatigheden in de natuur (“erklären”)
Externe krachten die van buitenaf inwerken op levenloze materie zijn onveranderlijk
Laat herhaling in labo toe -> wetmatigheden achterhalen
Menswetenschappen of geestenwetenschappen
Begrijpen van de mens en zijn geschiedenis (“verstehen”)
Bestudeerde verschijnselen (geschiedenis, cultuur, religie, recht, …) zijn van totaal andere
geaardheid
Voortbrengselen of uitgroeisels van een langdurige samenwerking tussen
mensen
Levende systemen met fundamentele interacties tussen mensen onderling
en tussen mensen en de complexe systemen die ze voortbrengen
Methodenleer: fundament vd psychologie, geeft aan hoe de psychologische
fenomenen wetenschappelijk onderzocht moeten worden
Functieleer: studie vd algemeen-menselijke functies en capaciteiten (waarneming,
denken, taal, …)
Persoonlijkheidsleer: studie van datgene waarin het individu uniek is, zichzelf onderscheidt,
individuele persoonlijkheid, zowel normaal als abnormaal
Ontwikkelingsleer: studie vd ontwikkeling van de mens van geboorte tot dood in al zijn
aspecten (functies, persoonlijkheid, gedrag)
Gedragsleer: studie vd gehele mens in zijn wisselwerking met de omgeving
Typologieën: onderverdeling van een groep personen, beschrijvingen, objecten op
basis van enkele gemeenschappelijke kenmerken
“hub science”: vaak naar psychologie verwezen vanuit naburige disciplines
Rationalisme (vb. Kant): kennis komt voort uit het verstand (ratio)
Empirisme: kennis komt voort uit zintuigelijke waarnemingen
Probleem van Molyneux: aangeboren blinde, miraculeus plots kan zien, zou hij direct de
voorwerpen zoals ons zien? OF visuele prikkels koppelen aan zijn
ideeën over voorwerpen op basis van andere zintuigen (tast)
Zintuigelijke zenuwbanen: zintuigen -> centraal zenuwstelsel + afferente banen: afvoer van
zintuigelijke prikkels naar de hersenen (verwerken ze)
, Motorische zenuwbanen: centraal zenuwstelsel -> spieren + efferente banen: afvoer van
bevelen naar de spieren (voeren responsen uit)
Frenologie: Methode om persoonlijkheid en vaardigheden af te lezen van
knobbels van iemands schedel
Informatieverwerking: verschillende discrete, seriële (opeenvolgend) stappen -> zichtbaar en
meetbaar maken door verschillende experimentele condities met
elkaar te vergelijken
Reactietijdverschillen: indicatie van hoe lang elke stap duurt
Subtractiemethoden: Het identificeren van mentale basisprocessen door
vergelijking van conditie die maar op één component van
elkaar verschillen
Mentale chronometrie: De meting van de tijdsduur van mentale basisprocessen
“intentionaliteit”: hoofdkenmerk van alle mentale fenomenen
o Elk mentaal fenomeen heeft een inhoud en is gericht op een
object
o Zingevende betrokkenheid van het subject op het object
o Essentieel uitgangspunt van de fenomenologie + belangrijke
basis voor de Gestaltpsychologie
“Völkerpsychologie”: soort ethnopsychologie of cross-culturele psychologie (van
Wundt)
Apperceptie: activiteit van onze geest die van binnenuit werkt (te
vergelijken met vandaag de aandachtsfunctie)
1.6 Belangrijkste stromingen in de psychologie in de 19 de en 20ste eeuw
“trial-and-error”: gedrag wordt geleidelijk efficiënter; initieel random
responsen, geleidelijk elimineren van foutieve responsen
“law of effect”: responsen gevolgd door beloning worden versterkt;
responsen gevolgd door straf worden geëlimineerd
Holistisch: kijkend naar het geheel
Fenomenologie: stroming of methode die de directe ervaring van
verschijnselen en objecten – fenomenen – bestudeert.
Structuralisme: stroming waarbij de essentiële stelling is dat psychologische
gehelen samengesteld zijn uit elementaire delen.
Vertegenwoordigers zijn Titchener en Wundt
Functionalisme: stroming waarbij men het bewustzijn opvat als een “toolbox”
van functies om adaptief te reageren op nieuwe situaties.
Voorloper zijn: Brentano en William James.
Vertegenwoordigers zijn John Dewey, James R. Angell en