100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Leerdoelen - Formeel Strafrecht VU €6,18   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Leerdoelen - Formeel Strafrecht VU

 6 keer bekeken  1 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling

Deze samenvatting is een uitgebreide uitwerking van de leerdoelen zoals omschreven op Canvas. De leerdoelen zijn uitgewerkt aan de hand van het boek dat nodig is voor het vak Strafrecht (Het Nederlandse Strafprocesrecht, M.J. Borgers en T. Kooijmans), de aantekeningen van de hoorcolleges en de aant...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 48  pagina's

  • 1 augustus 2024
  • 48
  • 2023/2024
  • Samenvatting
avatar-seller
Inhoudelijke leerdoelen week 1 – De uitgangspunten van het
Nederlandse strafprocesrecht
Na het bestuderen van het onderwijsmateriaal en het volgen van de colleges is de
student in staat om:


Letten op terminologie:
 Advocaten  verzoeken
 Rechter-Commissaris (verder: R-C)  machtiging
 Officier van Justitie (verder: OvJ)  bevel


Het hoorcollege en een deel van het werkcollege is niet meegenomen in de leerdoelen van deze
week. De leerdoelen omvatten deze stof niet. Ook het toepassen van de onderstaande stof op de
casus is van belang, zie hiervoor het huiswerk.




Onderscheid te maken tussen de algemene taakstellende bepalingen en specifieke
wettelijke bepalingen als grondslag voor de inzet van opsporingsmethoden;

Onderwerp vraag 2  Bieden van een wettelijke basis voor de uitoefening van
opsporingshandelingen:
De inbreuk op grondrechten van burgers is bepaald in vaste rechtspraak van de HR.

De volgende twee artikelen betreffen wie de bevoegdheid heeft om strafbare feiten op te
sporen: artikel 3 Politiewet en artikel 141 Sv.

De politie is belast met de opsporing: hoe groter de inbreuk op een grondrecht, hoe
specifieker de grondslag moet zijn. Als er sprake is van een ‘meer dan beperkte inbreuk’
op een grondrecht gelden de bovenstaande artikelen niet.

Een geringe inbreuk waarbij de artikelen wel kunnen gelden, is indien er sprake is van
een kleine schending, zoals bijvoorbeeld het bekijken van camerabeelden op openbare
plekken. Hierbij voldoet de algemene taakstelling, dus
politieagenten/opsporingsambtenaren mogen het op eigen hand doen, mits het een
beperkte inbreuk is.

Het bekijken van bijvoorbeeld een Instagram account, als iemand een open account
heeft, dat mag de politie bekijken. Echter indien de politie een account aanmaakt om
iemand te bekijken, dan is er al sprake van een grotere inbreuk en wordt er niet voldaan
aan de algemene taakstelling. Artikel 3 Politiewet en artikel 141 Sv gelden dan dus niet.

Om te kijken of er sprake is van een geringe inbreuk of een meer dan beperkte inbreuk,
dien te worden gekeken naar HR Onderzoek aan smartphone r.o. 3.4. Hierin is
bepaald dat er dient te worden gekeken of er min of meer een compleet beeld is
verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van de verdachte.


Samenvatting bovenstaande 
Inbreuk op grondrechten van burgers  vaste rechtspraak HR:
 Wettelijke grondslag moet voldoende specifiek zijn;
 In beginsel legitimeert algemene taakstelling niet het plegen van vaste inbreuken
op rechten van burgers;
 Dus geen basis voor enkele opsporingshandeling.

Algemene taakstelling van artikel 3 Politiewet 2012 en artikel 141 Sv:
1. Geringe inbreuk? Algemene taakstelling voldoende.
2. Meer dan beperkte inbreuk OF handelwijze die zeer risicovol is voor de integriteit
en beheersbaarheid van de opsporing? Algemene taakstelling onvoldoende.

, (Bijvoorbeeld informanten of kroongetuigen)
Geringe inbreuk of meer dan beperkte inbreuk?
 Zie HR Onderzoek aan smartphone, r.o. 3.4
 Meer dan beperkte inbreuk = min of meer compleet beeld verkregen van
bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van de verdachte.




Te reflecteren op de reikwijdte van specifieke wettelijke bepalingen als grondslag
voor de inzet van opsporingsmethoden zoals de ontgrendeling van en onderzoek aan
een smartphone in het licht van het legaliteitsbeginsel (wettelijke grondslag) en
nemo tenetur-beginsel;

Legaliteitsbeginsel (rechtseenheid + rechtszekerheid):
Artikel 1 Sv bepaalt dat strafvordering alleen op de bij de wet voorziene wijze plaats
heeft. Dit is het uitganspunt van de strafvorderlijke legaliteit. Het biedt een zekere
bescherming tegen strafvorderlijke willekeur en beschermt de vrijheid van de burger.

Nemo tenetur beginsel:
Dit betekent dat mensen niet mee hoeven te werken aan hun eigen veroordeling.

Het nemo tenetur beginsel staat niet gecodificeerd in Nederlandse wetgeving of het
EVRM, maar is wel een zeer belangrijk kernbeginsel. Op verschillende plekken staat het
beginsel wel indirect aangeduid, namelijk: artikel 29 Sv en artikel 6 EVRM.

Dat het beginsel niet gecodificeerd is, betekent niet dat het geen geldend recht is. Het
beginsel wordt namelijk wel erkend door middel van EHRM-arresten en ook de HR kent
het beginsel. Doordat het nemo tenetur beginsel niet gecodificeerd staat, verschilt de
interpretatie van het beginsel.

Extra informatie werkcollege nemo tenetur beginsel:
 Samenvatting nemo-tenetur beginsel –
 Wilsafhankelijk materiaal (onder dwang verkregen) = schending nemo tenetur
 Wilsonafhankelijk materiaal staat niet gelijk aan schending nemo tenetur
 Wilsonafhankelijk materiaal onder dwang verkregen kan schending nemo
tenetur opleveren
 EHRM: ‘’information that could not be obtained from any other source than the
applicant himself.’’

 Voorbeelden:
 Inbeslaggenomen documenten is wilsonafhankelijk materiaal
 Urine is geen wilsonafhankelijk materiaal: gaat om de aard van het product,
niet van de handeling zelf.
 Een onder dwang afgelegde verklaring van de verdachte is winstafhankelijk

 EHRM vs. HR
 HR legt nadruk anders dan het EHRM
 EHRM richt zich op wil samen met wijze van verkrijging
 HR richt zich meer op bestaan van materiaal
 HR in principe slechts tegen het gebruik van afgedwongen informatie die
afhankelijk van de wil van de verdachte bestaat
 HR minder gericht op wijze van verkrijgen materiaal maar of het materiaal
bestaat los van de wil van de verdachte

 EHRM: De gezochte informatie is dus geen ‘information that could not be obtained
from any other source than the applicant himself’.

,Onderwerp vraag 3  HR Ontgrendelplicht smartphone
De rechtsvraag die centraal stond betrof de vraag of opsporingsambtenaren bevoegd zijn
om de verdachte te kunnen dwingen om een vingerafdruk te forceren zodat een
smartphone ontgrendeld kan worden.


Relevante feiten (op basis van de conclusie van de A-G) 
In deze zaak wordt de verdachte verdacht van phishing. Verder gaat het in deze zaak
om het biometrisch ontgrendelen (vingerafdruk) van een smartphone van de
verdachte tegen zijn wil teneinde met het oog op de opsporing toegang te krijgen tot
de inhoud van de smartphone. De ontgrendeling van de smartphone van de
verdachte heeft in deze zaak plaatsgevonden door hem te boeien en zijn
vingerafdruk op het beeldscherm te plaatsen. Dit is te vinden in rechtsoverweging
2 en 6 van de conclusie A-G.


Wettelijke grondslag op grond waarvan opsporingsambtenaren een verdachte
mogen dwingen zijn/haar/hen biometrische kenmerken (zoals een vingerafdruk)
te gebruiken om een smartphone te ontgrendelen?
In rechtsoverweging 12 van de conclusie A-G is te lezen dat de huidige wetgeving
geen (expliciete) grondslag kent voor het dwingen van een verdachte om zijn
biometrische kenmerken te gebruiken met als doel diens smartphone te ontgrendelen.


Oordeel rechtbank wettelijke grondslag 
De Rechtbank oordeelt dat het samenstel van de wettelijke bepalingen (art. 94, 95 en 95
Sv) die betrekking hebben op de inbeslagneming van voorwerpen een toereikende
wettelijke grondslag biedt voor de ontgrendeling en dat die ontgrendeling niet in strijd is
met het ‘nemo tenetur’-beginsel. Dit blijkt uit rechtsoverweging 19 van de conclusie
A-G.


Oordeel HR ten aanzien wettelijke grondslag 
Uit de rechtspraak van de Hoge Raad blijkt dat de bevoegdheid tot inbeslagneming mede
de bevoegdheid omvat om in het kader van het nader onderzoek aan in beslag genomen
voorwerpen desnoods tegen de wil van verdachte en met proportioneel geweld de
toegang tot het in beslag genomen voorwerp te verkrijgen. Dit betekent dat de HR het
eens is met de conclusie van de rechtbank namelijk: dat er geen sprake is van een
schending van het nemo tenetur beginsel. Dit is terig te lezen in rechtsoverweging 6
(6.1 + 6.2.1 + 6.2.2 + 6.3) – beoordeling van het cassatiemiddel (dit is een
rechtsoverweging van de HR).




De vormgeving van de wettelijke normering van de ontgrendeling van en onderzoek
aan een smartphone ten behoeve van de opsporing te analyseren en toe te passen
op een casus.

Onderwerp vraag 1  HR Onderzoek aan smartphone:
De rechtsvraag waar de HR zich over moet buigen is: Wat is de wettelijke grondslag voor
de inbeslagneming van en het onderzoek aan een smartphone?


Relevante feiten in de zaak (inclusief het standpunt van de verdediging en de
relevante overwegingen van het Hof) 
Opsporingsambtenaren hebben de gehele inhoud van de smartphone van verdachte en
de bijbehorende SD-kaart gekopieerd en veiliggesteld om deze gegevens nader te

, kunnen onderzoeken. Opsporingsambtenaren hebben op latere momenten nader
onderzoek gedaan naar deze opgeslagen gegevens.

De raadsvrouw stelt dat een dergelijk onderzoek aan de in beslag genomen smartphone
een inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de verdachte, zie hiervoor artikel 8
EVRM. Het hof is van oordeel dat het onderzoek aan de smartphone van de verdachte
een schending oplevert van artikel 8 EVRM (het recht op privacy).

De relevante rechtsoverwegingen zijn:
 Feiten: r.o. 2.1 en 2.3
 Standpunt verdediging: r.o. 2.3
 Overwegingen hof: r.o. 2.3


Kader HR voor de beantwoording van de rechtsvraag 
Artikel 94, 95 en 96 Sv omvatten de bevoegdheid voor inbeslagneming. Daarnaast geldt
ook een onderzoeksbevoegdheid. Deze regeling geldt ook voor elektronische
gegevensdragers zoals smartphones.

Verder wordt er gekeken naar de mate van inbreuk, indien er sprake is van een beperkte
inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, dan is er geen voorafgaande toetsing of sprake
van een tussenkomst van de OvJ nodig. Om te kijken of er sprake is van een geringe
inbreuk of een meer dan beperkte inbreuk, dien te worden gekeken of er min of meer een
compleet beeld is verkregen van bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van de
verdachte.

Concluderend schetst de HR het kader dat op het moment dat iemand je telefoon
doorkijkt, het gezien wordt als een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, de vraag
hierbij is dan of dit rechtmatig is.


Samenvatting 
Rechtsoverweging 3.3 – Inbeslagnemingsbevoegdheden (artikel 94, 95 en 96 Sv)
omvatten ook een onderzoeksbevoegdheid van de in beslag genomen voorwerpen
 deze regeling geldt ook voor elektronische gegevensdragers, zoals smartphones
Rechtsoverweging 3.4 –
1. Beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
 opsporingsambtenaar op grond van artikel 94, 95 en 96 Sv
- Raadplegen gering aantal bepaalde gegevens

2. Meer dan beperkte inbreuk persoonlijke levenssfeer – rechtsoverweging 3.4
= min of meer compleet beeld van bepaalde aspecten van het persoonlijke leven van
de gebruiker
- Bijvoorbeeld onderzoeken alle beschikbare gegevens met behulp van
technische hulpmiddelen


Rol OvJ en R-C bij het doen van onderzoek in een smartphone + situaties die
volgens de HR daarbij van belang zijn 
Indien met het onderzoek een meer dan beperkte inbreuk op de persoonlijke levenssfeer
wordt gemaakt, waaronder ook nog onderzoek aan de elektronische gegevensdragers en
geautomatiseerde werken, kan op grond van artikel 148 en 104 lid 1 Sv het onderzoek
uitgevoerd worden door de OvJ en de R-C.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ninadevriesss. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,18. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 79650 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,18  1x  verkocht
  • (0)
  Kopen