H8: berglandschap
veel associaties
recreatie, negatieve: isolatie, gevaarlijk, weer, harde omstandigheden, conservatief, onveilig.
=> verschillende perspectieven
landbouw: boer vind grond niet interessant maar voor pastoralisme wel heel goed, herders
met schapen.
weinig interesse vanuit historische disciplines
want geen giga complexe archeologische sites aantreffen, veel erosie dus slechter bewaard.
Overheersende idee: achtergestelde conservatieve gebieden , dus vondsten gaan minder
bijdragen tot grote vragen van de mensheid. Er gebeurde zogezegd niks.
iconische vondsten berglandschappen
machu picchu (incas, vluchtoord), ötzi (ijsmummie, pollen studies eerste moordzaak, goed
bewaard in ijs, kopertijd alpen, tattoos), hallstatt (oostenrijk, zoutwinning,toch al
geavanceerde cultuur) `=> dus het is eigenlijk wel toch de moeite waard.
global warming => smelten van ijs→goed bewaarde artefacten, niet aan locatie linken!
er komen veel artefacten vrij door het smelten, de organisch materiaal is heel goed bewaard
doordat er weinig zuurstof aan kon. maar je kan er geen locatie direct aan koppelen door de
post-depositionele processen (ijs beweegt). ook moet je heel snel zijn want vanaf dat het
in contact komt met zuurstof gaat het heel snel. mammoetbaby gevonden:dna onderzocht.
Dus permafrost is heel belangrijk voor het vinden van artefacten, ook zijn bepaalde zaden en
pollen teruggevonden waar vanuit -je kan vertrekken om een reconstructie van de vegetatie
en landschap te maken.
paleo omgevings reconstructies gebeuren wel al veel van berglandschappen
in moerassige gebieden en veengebieden worden organische materialen goed bewaard dus
pollen, zaden, plantenresten en dit kan bestudeerd worden. dus heel interessante omgeving
voor paleo-omgevingsstudies. uit deze studies wordt gehaald dat berglandschap heel fragiel
is. reageert sterk op klimaatverandering en ook zeker op de impact van de mens.
heel veel paleo gegevens zijn terug te vinden (vb bomen fluctuatie).
Er is wel nood aan intensief onderzoek: het is gemakkelijk geleid, er zijn heel veel
fluctuaties, veel variatie in het gebied dus er is geen kant en klare onderzoeksmethode. het
vraagt dus om een multidisciplinaire aanpak
variatie in het gebergte landschap
je hebt verticale en horizontale zonaties.de verticale gaan dan over de
verschillende hoogtes, je hebt (1) alpiene zone helemaal vanboven, het
is hier koud, geen bomen en weinig vegetatie . daarna heb je de (2)
subalpiene zone waar wel gras groeit maar boven de boomgrens is.
onder deze grens is het (2) montane zone en enkel hieronder is er
eigenlijk echt heel bewijs van menselijke activiteit. erboven bijna geen
bewijs. de verschillende worden bepaald door klimaat, vegetatie en
gronden. de temperatuur daalt bijvoorbeeld hoe hoger je gaat. ook
bodemvorming (pedagenese) en welke dieren voorkwamen hangt af vd