Een zeer gedetailleerde samenvatting (inclusief plaatjes van het boek) van hoofdstuk 9.1-9.3, 18.1-18.4, 19.1-19.4 & 19.6 van het boek 10voorbiologie. De samenvatting is in totaal 20 pagina's lang, met 6287 woorden. Als je deze samenvatting goed leert, is een hoog cijfer gegarandeerd! Ook bespaart ...
- Gedrag is alles wat een dier doet (actief en als het dier niet actief is)
Motivatie en fitness
- Gedrag komt tot stand doordat organen (spieren, klieren) gaan werken, nadat deze door het
centrale zenuwstelsel ertoe zijn aangezet.
- Er moet vaak een combinatie zijn tussen inwendige en uitwendige prikkels om een dier iets te
laten doen. Alleen een hongerig dier reageert op een prooi.
o De inwendige toestand bepaalt de motivatie voor een bepaald gedrag.
- Functies van gedrag zijn:
o De eigen overlevingskansen vergroten
o Voor nakomelingschap zorgen en de kans op nakomelingen vergroten
o De nakomelingen verzorgen of beschermen
- Een vogel die steeds zingt verlaagt zijn levenskansen (hij valt op) maar vergroot de kans om zijn
territorium (gebied dat door een of meerdere individuen bewoond wordt en dat tegen
binnendringende soortgenoten verdedigd wordt) te behouden en een vrouwtje te lokken. Dat is
dus blijkbaar belangrijker.
- Gedragsonderzoek legt sterk de nadruk op de functie van het gedrag ten behoeve van de fitness
(geschiktheid om te overleven) van het dier.
o Dit is bijvoorbeeld de mate waarin het dier zijn genen kan doorgeven
o Sommige vogels gaan niet gelijk broeden als ze groot zijn maar helpen hun ouders met
broeden. Hierdoor doen ze ervaring op en hebben ze uiteindelijk meer succesvolle
dragers van hun genen.
Gedragsonderzoek
- Gedragsonderzoek bestaat uit drie componenten: het ethogram (gecodeerde beschrijving van
het gedrag van een dier in een bepaalde situatie), observeren en experimenteren.
Het ethogram
- Om gedrag te analyseren kun je elk gedragselement in een bepaalde tijd noteren (doormiddel
van codes). Je kan zo makkelijk het gedrag van soortgenoten vergelijken. (filmpje in 10vbio)
Observeren
- Je kan het gedrag van een dier observeren door ze in gevangenschap te observeren of door
jarenlang in hun leefomgeving te wonen en te observeren
,Experimenteren
- Je kan experimenteren door bijvoorbeeld geluiden van een soort af te spelen op de verkeerde
plek. Zo gaat bijvoorbeeld de moeder op het geluid af
Gedragssystemen
- Gedragssystemen zijn reeksen van handelingen die met elkaar samenhangen
- Als een vogel aan het zingen is behoort het tot voortplantingsgedrag (om een vrouwtje te
lokken) of tot territoriumgedrag (om andere vogels weg te jagen). Als een andere vogel dan
wegvliegt is dit vluchtgedrag (zo’n vogel wil niet in dit territorium zijn)
Conflictsituaties
- Als meerdere gedragssystem tegelijk worden opgewekt kan het dier in een conflictsituatie
(situatie waarin er voor meerdere gedragssystemen een even grote motivatie bestaat) komen.
Soms zal het ene gedragssysteem (een reeks handelingen die met elkaar samenhangen en
leiden tot een bepaald doel) sterker zijn dat het andere. Een conflict situatie kan een dier op
drie manieren ‘’oplossen’’
1. Ambivalent gedrag: als beide systemen even sterk zijn kan er een afwisseling zijn tussen de
gedragssystem: een dier valt afwisselend aan en vlucht daarna.
2. Omgericht gedrag: vogels die in de grond pikken in plaats van elkaar, iemand die op een
vuist op tafel slaat in plaats van op degene waar hij kwaad op is.
3. Oversprongsgedrag: gedrag waarbij het dier iets schijnbaar volstrekt zinloos doet om uit een
conflictsituatie te komen: vechtende vogels die opeens hun veren gaan poetsen of mensen
die uit verlegenheid achter hun oor krabben.
9.2 Leren
Aangeboren gedrag, instinct en leren
- Nature gedrag op erfelijke basis aangeboren gedrag
o Reflex, wanneer de impuls direct overspringt van een sensorische naar een motorische
zenuw. Bij dieren met een eenvoudig zenuwstelsel bestaat een groot deel van reacties
uit reflexen. Reflexen zijn aangeboren en automatisch.
- Aangeboren gedrag, dat iets ingewikkelder is dan een reflex wordt instinct (natuurdrift; neiging
tot handelen, onafhankelijk van het verstand)
o Dat is gedrag dat vrij automatisch wordt uitgevoerd en waar geen leerproces aan te pas
komt.
o Dit is vooral van belang voor dieren met een korte levensduur, zonder broedzorg (zorg
van (een van) de ouders voor hun jongen)
- Nurture gedrag geleerd tijdens het leven
De bijenwolf
- De bijenwolf doet veel complexe acties zonder dat aangeleerd te hebben
gekregen. Zo moet ze zelf een holletje graven, daarin een prooi leggen en
eitjes leggen. En dan steeds nieuw voedsel voor haar larven brengen. Dit is
, allemaal aangeboren gedrag. De bijenwolf herkent
bijvoorbeeld ook haar omgeving om te navigeren.
Sleutelprikkels en supranormale prikkels
- Sleutelprikkel - externe prikkel die bij soortgenoten een
bepaald voorspelbaar gedrag veroorzaakt
- Slechts een deel van de prikkels, die een dier uit zijn omgeving opvangt bepaalt zijn reactie. Een
roodborstmannetje wordt bijv. agressief door het zien van rode borstveren van een rivaal in zijn
territorium. Hoe de rest van de vogel eruit ziet, is minder belangrijk.
- Het stekelbaarsmannetje reageert niet om het andere mannetje zelf maar op zijn rode buik. Dat
is de sleutelprikkel.
Supranormale prikkels
- Wanneer sleutelprikkels worden aangeboren die sterker zijn dan normaal heten deze
supranormale prikkels of supernormale prikkels. Het dier regeert daar nog sterker of feller op.
o Bijv. een groter ei in het nest van een vogel, die gaat dan meer broeden en het ei komt
sneller uit. Als de pasgeboren vogel zijn grotere bek opentrekt om te bedelen voor eten
is dit ook weer een supranormale prikkel.
Klassiek conditioneren en gewenning
- Leren kun je definiëren als een gedragsverandering die veroorzaakt is door specifieke ervaringen.
- Leren kan op verschillende manieren gebeuren: conditionering (leerproces waarbij als gevolg
van een prikkel bepaald gedrag aangeleerd wordt, dat oorspronkelijk niet door die prikkel werd
veroorzaakt) en gewenning
Conditionering
- Reflexen kunnen veranderen door leerprocessen.
- Het van nature produceren van speeksel bi het zien of ruiken van voedsel noem je een
onvoorwaardelijke reflex op een natuurlijke prikkel: een ongeconditioneerde reflex op een
ongeconditioneerde prikkel.
- Toen er steeds een belletje klonk voordat het dier eten kreeg werd de speekselproductie een
voorwaardelijke reflex op het geluid van het belletje.
o Het geluid van het belletje is een voorwaardelijke, geconditioneerde prikkel en de
reactie een geconditioneerde reflex.
o Dit noem je klassiek conditioneren, er is een gedrag aangeleerd dat oorspronkelijk niet
door die prikkel wordt veroorzaakt.
- Er ontstond een nieuwe reflexboog (weg die de impulsen tijdens een reflex afleggen)
Gewenning
- Bij gewenning leert het dier uit ervaring, zonder dat er een nieuwe reflex bij ontstaat. Vaak is dit
afleren van gedrag: bijv. een vogelverschrikker.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maxvandorsser. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.