PSYCHOPATHOLOGIE VAN KINDEREN EN ADOLESCENTEN: OVERZICHTSSCHEMA
SYMPTOOM(CLUSTER) IMPACT ERNST EXCLUSIE COMORBIDITEIT DIFFERENTIAAL
DIAGNOSE
Reactieve hechtingsstoornis = emotioneel teruggetrokken / geremde type
A) Geremd, emotioneel teruggetrokken gedrag jegens verzorgers: Specificatie: Er wordt niet voldaan aan ADHD
1. Zelden of nauwelijks troost zoeken 1. Persisterend: meer dan 1 ASS. Agressief gedrag
2. Reageert zelfden of nauwelijks op troosten jaar Symptomen gelijkend op ASS,
Stoornis is voor 5e ontwikkelingsachterstand,
B) Een persisterende sociale en emotionele stoornis 2. Actuele ernst: als kind levensjaar aanwezig regulatiestoornissen
(min 2): alle symptomen van een
1. Minimale sociale en emotionele responsiviteit stoornis vertoont, waarbij
2. Beperkt positief affect elk symptoom zich op een
3. Episodes van onverklaarde prikkelbaarheid, verdriet of angst relatief hoog niveau
manifesteert.
C) Patroon van extreme vormen van ontoereikende verzorging (min 1)
1. Sociale verwaarlozing of deprivatie
2. Herhaaldelijk wisselen van primaire verzorgers
3. Ongebruikelijke omgevingen waardoor vormen van hechtingsrelatie beperkt is
D) Verzorging (C) verantwoordelijk voor symptomen (A en B)
Ontremd sociaal contactstoornis = aselectieve / ontremde type
A) Kind benadert actief onbekende volwassenen (min 2): Specificatie: Niet gevolg van ADHD
1. Verminderde terughoudendheid 1. Persisterend: meer dan 1 impulsiviteit (ADHD) Agressief gedrag
2. Familiair verbaal of fysiek gedrag jaar Symptomen gelijkend op ASS,
3. Checkt weinig verzorger Stoornis is voor 5e ontwikkelingsachterstand,
4. Gaat met onbekende mee 2. Actuele ernst: als kind levensjaar aanwezig regulatiestoornissen
alle symptomen van een
B) Onvoldoende adequate zorg (min 1): stoornis vertoont, waarbij
1. Sociale verwaarlozing of deprivatie elk symptoom zich op een
2. Herhaaldelijk wisselen van primaire verzorgers relatief hoog niveau
3. Opgroeien in ongeschikte omgeving manifesteert.
, C) Tekort van zorg (B) is verantwoordelijk voor symptomen
SYMPTOOM(CLUSTERS) IMPACT ERNST EXCLUSIE COMORBIDITEIT DIFFERENTIAAL
DIAGNOSE
Autismespectrumstoornis = neurobiologische ontwikkelingsstoornis
A) Deficiënties in sociale communicatie en sociale interactie: Symptomen aanwezig Klinisch significant lijden Verstandelijke beperking Verstandelijke beperking Doofheid
1. Sociaal-emotionele wederkerigheid vroeg in de kindertijd. (intellectuele Leerstoornissen Hechtingsstoornis
2. Non-verbale communicatieve gedrag Specificatie: ontwikkelingsstoornis) Sociale angsten Schizofrenie
3. Ontwikkelen/onderhouden/begrijpen v. relaties Niveau 3: vereist zeer ADHD Ticstoornissen
B) Beperkte repetitieve gedragspatronen, interesses of activiteiten substantiële ondersteuning Algemene ODD Taalstoornissen
(min 2) Niveau 2: vereist ontwikkelingsvertraging ADHD
1. Stereotypie motorische bewegingen, gebruik van substantiële ondersteuning Andere: Angst- of
voorwerpen, spraak Niveau 1: vereist Slaapstoornissen dwangstoornissen
2. Routines of geritualiseerde patronen ondersteuning Depressie Trauma
3. Beperkte, gefixeerde interesses Angst
4. Hyper- of hyporeactiviteit op zintuigelijke prikkels Gedragsproblemen
Zelfbeschadiging
Aandachtsdeficiëntie- / hyperactiviteitsstoornis (ADHD) = externaliserende stoornis
A) 2 symptoomclusters: B) Pervasiviteit: D) Leeftijd: symptomen Schizofrenie / psychose Zeer frequent: Leeftijdsadequate
symptomen op meer moeten begonnen zijn Gedragsstoornissen: ODD overbeweeglijkheid,
Aandachtstekort (min 6) dan 2 domeinen voor de leeftijd van 12 en CD impulsiviteit en
1 Niet voldoende aandacht schenken aan details en achteloze fouten maken, 2 Moeite aanwezig. jaar en zijn voor aandachtsspanne
om de aandacht bij de taak of spel te houden, 3 Lijkt niet te luisteren als hij direct minimum 6 maanden Verstandelijke
Frequent:
aangesproken wordt, 4 Volgt aanwijzingen niet op en slaagt er niet in om taken af te
maken, 5 Moeite met organiseren van taken en activiteiten, 6 Vermijdt vaak om, heeft C) Impairment: aanwezig. Leerstoornissen beperking
een voorkeur van, of is onwillig om zich bezig te houden met taken die een langdurige significante Angststoornissen ASS
geestelijke inspanning vereisen, 7 Raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of beperking bij Ontwikkelingsstoornissen Angst- en
bezigheden, 8 Wordt makkelijk afgeleid door uitwendige prikkels, 9 Is vaak vergeetachtig
persoon zelf en stemmingsstoornissen
tijdens dagelijkse bezigheden
omgeving Reactieve
Minder frequent:
hechtingsstoornis
Hyperactiviteit en impulsiviteit (min 6) Tic stoornissen
Gedragsstoornissen
1 Beweegt vaak onrustig met handen en voeten, of draait in zijn stoel, 2 Staat op in de Depressieve stoornissen
klas of in andere situaties waar verwacht wordt dat men op zijn plaats blijft, 3 Rent vaak (ODD en CD)
rond of klimt overal op in situaties waarin dit ongepast is, 4 Kan moeilijk rustig spelen of
zich bezighouden met ontspannende activiteiten, 5 Is vaak ‘in de weer’ of ‘draait maar
door’, 6 Praat vaak excessief veel, 7 Gooit het antwoord er al uit voordat de vragen
afgemaakt zijn, 8 Heeft vaak moeite op zijn of haar beurt te wachten, 9 Stoort vaak
anderen of dringt zich op