Alles wat je nodig hebt om het FOR-tentamen te halen van blok 1, leerjaar 2 van de opleiding Finance & Control te Avans Hogeschool. Dit is ook nog hetzelfde voor FOR Accountancy blok 1, jaar 2. Deze samenvatting bevat: Hoofdstukken 1, 2, 4, 5.1, 5.3, 5.5 en 6.3 Financieel management en financiering...
Samenvattingen FOR Blok 1, semester 1 (jaar 2 F&C)
1
,Inhoud
Hoofdstuk 1 Financieel management en financiering ............................................................................ 3
Hoofstuk 2 Financieel management en financiering............................................................................... 8
Hoofdstuk 4 Financieel management en financiering .......................................................................... 13
Hoofdstuk 5.1, 5.3 en 5.5 Financieel management en financiering...................................................... 20
Hoofdstuk 6.3 Financieel management en financiering ....................................................................... 24
Hoofdstuk 4 Bedrijfsadministratie met ERP .......................................................................................... 26
Hoofdstuk 9 Bedrijfsadministratie met ERP .......................................................................................... 30
Hoofdstuk 16 De Kern van de Administratieve Organisatie.................................................................. 34
Hoofdstuk 17 De Kern van de Administratieve Organisatie.................................................................. 35
Hoofdstuk 18 De Kern van de Administratieve Organisatie.................................................................. 36
Aantekeningen FOR week 1 .................................................................................................................. 38
Aantekeningen FOR week 2 .................................................................................................................. 39
Aantekeningen FOR week 3 .................................................................................................................. 40
Aantekeningen FOR week 4 .................................................................................................................. 42
Aantekeningen FOR week 5 .................................................................................................................. 43
Aantekeningen FOR week 6 .................................................................................................................. 44
Aantekeningen FOR week 7 .................................................................................................................. 45
2
,Hoofdstuk 1 Financieel management en financiering
Financial controller houdt zich bezig met processen rondom de primaire vastlegging van financiële
feiten en rapporteert daarover naar het management.
Managerial controller ontwerpt kritische prestatie-indicatoren en maakt overzichten die nodig zijn
bij de beoordeling van bedrijven of bij beslissingen.
Business controller is de rechterhand van de directie of maakt er zelfs deel van uit.
Een vast onderdeel van het ondernemingsplan is het vaststellen van de vermogensbehoefte
(investeringsbeslissing). Daarna wordt gekeken hoe de vermogensbehoefte gefinancierd zal worden.
Na de start van de onderneming moet de creditzijde van de balans beheerd worden. In het
grootbedrijf kan dat gedaan worden door een treasurer.
Treasury management Het creëren en in stand houden van financiële randvoorwaarden voor de
ontwikkeling van het kernbedrijf en de doelstellingen van ondernemingen.
De treasurer onderhoudt contact met de geld- en kapitaalmarkt om er zeker van te zijn te kunnen
beschikken over voldoende vermogen in de juiste vorm. De werkzaamheden de treasurer zijn meer
extern gericht dan intern. Treasurers hebben te maken met geldstromen, zelden met
goederenstromen.
Financial Risk Management bestaat uit:
- De bepaling van de omvang van het risico;
- Ontwikkeling van een beleid om geconstateerde risico’s te beheersen;
- De uitvoering van de transacties en het vastleggen van de genomen acties.
Het treasurystatuut is de basis voor alle handelingen die door de treasuryfunctie worden verricht.
Hierin staan de doelen, organisatie, afspraken en instrumenten.
De meest belangrijke financiële overzichten die controllers en treasurers opstellen en analyseren zijn:
- Balans Ene kant bezittingen; andere kant manier waarop de bezittingen zijn gefinancierd.
- Resultatenrekening Resultaten van transacties / opbrengsten en kosten.
- Kasstroomoverzicht Geldstromen in een bepaalde periode / ontvangsten en uitgaven.
Waardeverminderingen verlagen het eigen vermogen en waardevermeerderingen worden
toegevoegd aan het eigen vermogen.
Voorraadgrootheden = posten waarvan je op ieder moment precies de waarde kunt vaststellen door
de hoeveelheden op dat moment te tellen en te koppelen aan de dan geldende prijs.
Vb: panden, machines, inventaris, goederen, hoeveelheid vorderingen en schulden.
Stroomgrootheden = grootheden waarvan de hoeveelheid gekoppeld is aan de tijd.
Vb: omzet, inkopen, kosten, rentebetalingen.
3
,Vaste activa = bezittingen die langer dan één jaar of één productieproces meegaan.
Vormen van vaste activa:
- Materiële vaste activa;
Bezittingen die je kunt zien en vastpakken.
- Immateriële vaste activa;
Niet fysieke zaken die voor de organisatie of derden een waarde hebben. Het gaat om
beschermende rechten die het bedrijf heeft gekocht of zelf heeft ontwikkeld.
Vb: licenties, auteursrechten, handelsnamen, software, patenten en octrooien.
Bijzondere vorm = goodwill (ontstaat bij het kopen van bedrijven of onderdelen van
bedrijven waarvoor het bedrijf meer heeft betaald dan de vervangingswaarde van de activa)
- Financiële vaste activa;
Geld dat een bedrijf tijdelijk niet nodig heeft, kan tijdelijk, maar langer dan 1 jaar, worden
belegt in aandelen of obligaties.
Vlottende activa = bezittingen die binnen één jaar of één productieproces worden verbruikt en
binnen het jaar van de balans verdwijnen.
- Voorraden, debiteuren, overlopende activa, beleggingen korter dan 1 jaar, liquide middelen.
Eigen vermogen = vermogen dat voor onbepaalde tijd aan de onderneming voor de financiering van
activa ter beschikking is gesteld.
In geval van nv/bv is het eigen vermogen: aandelenkapitaal + reserves.
Aandelenkapitaal totaal van het aantal uitgegeven aandelen x nominale waarde per aandeel.
Reserves agioreserve (verschil ontvangen bedrag en nominale waarde); herwaarderingsreserve
(waarde van activa die toeneemt); winstreserve (wat van de winst niet wordt uitgekeerd).
Vreemd vermogen = vermogen dat tijdelijk door vermogensverschaffers aan de onderneming is
verstrekt.
- Vreemd vermogen lang (langer dan één jaar)
Vb: hypotheeklening.
- Vreemd vermogen kort (korter dan één jaar)
- Vb: crediteuren, te betalen bedragen, negatief bedrag op het rekening-courantkrediet.
Voorzieningen vallen onder het vreemd vermogen. Dit is een post op de balans die wordt gevoed
door periodiek uit het resultaat van een bedrijf bedragen toe te voegen om ten laste van deze post
toekomstige verwachte uitgaven te kunnen doen. Zo hoeven hele grote kostenposten niet ten laste
van 1 jaar worden gebracht, maar kan het verspreid worden.
Een andere indeling van het vreemd vermogen is onderscheid in:
- Geïnduceerd vermogen = vermogen dat door het uitoefenen van normale
bedrijfsactiviteiten aan een organisatie door derden of door eigenaars zelf (in de vorm van
ingehouden winsten) ter beschikking wordt gesteld.
Vb: crediteuren, vooraf of later betalen van verzekeringspremies, nog te betalen belastingen
- Autonoom vermogen = vermogen dat door derden op basis van een financieringscontract
aan de onderneming ter beschikking is gesteld.
Vb: eigen vermogen, (bank)leningen (ook rekening-courantkrediet) en te betalen dividend.
,Kasstroomoverzicht / liquiditeitenoverzicht ontvangsten en uitgaven.
Om vanuit een resultatenrekening een kasstroomoverzicht op te stellen, moet de resultatenrekening
gecorrigeerd worden voor posten die wel opbrengsten zijn, maar nog niet tot ontvangsten hebben
geleid (vb: debiteuren) en voor posten die wel kosten zijn, maar niet hebben geleid tot uitgaven (vb:
afschrijving, crediteuren).
Herwaardering van activa beïnvloedt het eigen vermogen, maar niet het banksaldo en moet dus niet
in een kasstroomoverzicht komen.
De uitkomst van een kasstroomoverzicht is de verklaring van de verandering van de post liquide
middelen.
Ias = International Accounting Standards. Dit zijn internationaal geaccepteerde richtlijnen over hoe
financiële feiten in de administratie verwerkt worden.
Het opstellen van een kasstroomoverzicht kan op 2 manieren:
- Directe methode
Neemt alle bankafschriften en kastransacties van de onderneming en alle ontvangsten en
uitgaven worden categoriaal geordend.
- Indirecte methode
Wordt opgesteld op basis van de begin- en eindbalans en de resultatenrekening vanuit het
principe dat in het kasstroomoverzicht alle posten uit de resultatenrekening die geen
ontvangsten en uitgaven zijn, moeten worden weggelaten. Daarnaast komen posten die wel
ontvangsten en uitgaven zijn erbij.
5
, Kasstromen uit hoofde van Operationele activiteiten
Bestaat uit de berekening van de kasstromen op winstbasis en de kasstromen uit de mutatie van het
werkkapitaal.
Bedrijfsresultaat (Earnings Before Interest and Taxes, EBIT) je begint met deze post, omdat je wil
zien wat de ontvangsten zijn van de bedrijfsactiviteiten. Alle operationele kosten zijn van de omzet
afgehaald.
Rentelasten worden buiten beschouwing gelaten, omdat de manier waarop de investeringen in het
verleden zijn gefinancierd niet van belang is voor de beoordeling van de hoeveelheid geld die met
investeringen wordt verdiend.
Belasting over bedrijfsresultaat In de resultatenrekening is het te betalen belastingbedrag
opgenomen. Het werkelijk te betalen belastingbedrag is afhankelijk van de manier waarop een
organisatie is gefinancierd. De vraag wel of niet investeren moet niet afhankelijk zijn van de vraag of
uitgaven van de Belastingdienst mogen worden afgetrokken, vandaar dat de te betalen belastingen
worden berekend over het bedrijfsresultaat.
Afschrijvingen zijn wel kosten, maar geen uitgaven en moet daarom opgeteld worden bij het
bedrijfsresultaat na belastingen.
Het vormen van voorzieningen leidt niet tot een vermindering van het banksaldo en is dus geen
uitgave. Dit bedrag moet opgeteld worden. Het gebruiken van een voorziening leidt wel tot
vermindering van het banksaldo. Dit bedrag moet verminderd worden.
Het geïnduceerd werkkapitaal = verschil tussen de vlottende activa en vlottende passiva.
Door het kopen en verkopen van goederen/diensten op krediet ontstaan er verschillen tussen de
opbrengsten en ontvangsten in een periode. Om tot een juiste operationele kasstroom te komen
moet de resultatenrekening gecorrigeerd worden voor veranderingen in de posten voorraden,
debiteuren, crediteuren, te betalen belastingen en overlopende activa/passiva (vooraf of achteraf te
betalen).
Debiteuren daling post debiteuren betekent dat er aan ons betaalt is en dus een ontvangst,
stijging post debiteuren betekent een investering in je klanten en daardoor een negatieve kasstroom.
Voorraden Als de post voorraden toeneemt, worden voorraden ingekocht, wat betaalt moet
worden en dat betekent dat het banksaldo daalt, waardoor de kasstroom daalt.
Crediteuren Een stijging van de post crediteuren is een verhoging van de kasstroom, omdat het
niet betalen gelijkwaardig is aan kunstmatig het banksaldo hoog houden.
Kasstromen uit hoofde van Investeringsactiviteiten
Vloeien voort uit mutaties in vaste activa op de balans.
Een toename van vaste activa heeft een negatief effect op de kasstromen (er wordt ingekocht).
Een lagere boekwaarde van een vast actief aan het einde van het jaar heeft een positief effect op de
kasstromen.
Eerst kijk je of de post vaste activa is afgenomen en met hoeveel. Je haalt de afschrijving af van het
bedrag aan het begin van het jaar. Dan weet je wat de waarde van de post vaste activa zou moeten
zijn, mocht er niet geïnvesteerd of gedesinvesteerd zijn. Is dit lager dan de balanswaarde, dan is er
geïnvesteerd in vaste activa en dus een bedrag betaalt, wat leidt tot een negatieve kasstroom.
Vrije kasstroom = kasstromen uit hoofde van operationele activiteiten + kasstromen uit hoofde van
investeringen. Dit bedrag is beschikbaar voor de verschaffers van het vermogen en het uitgangspunt
voor de investeringsanalyse.
6
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper desireedeheus. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.