HOOFDSTUK 1: SCHADE
1. INHOUD & OPZET
De bescherming van AR neemt de vorm aan van een reparatie of vergoeding!!
- Schade bestaat uit substantie en structuur
- Aanwezigheid van vergoedbare schade is voorwaarde voor aansprakelijkheid
o Causale benadering
§ Schade = resultaat van vergelijking tussen toestand waarin de benadeelde zich bevindt na
de tot aansprakelijkheid leidende gebeurtenis en de hypothetische toestand waarin hij zich
zou hebben bevonden als deze gebeurtenis niet had plaatsgevonden
o Inhoudelijke benadering
§ Schade = aantasting van een juridisch beschermd belang
• Eigenschappen worden gepreciseerd waaraan een nadeel moet voldoen om in
aanmerking te komen als vergoedbare schade
• Ook nodig om een onderscheid te kunnen maken tussen de verschillende soorten
schade (bv personenschade, zaakschade of patrimoniale en extrapatrimoniale
schade)
2. STRUCTUREEL SCHADEBEGRIP
Meest gebruikte woorden bij schade
- aantasting (Fr: atteinte)
- krenking (Fr: lésion)
- verlies (Fr: perte – E: loss)
Evolutie begrip waarde in economische theorie
- Klassieke school (SMITH, RICARDO, MARX) (18de – midden 19de E):
o Waarde goed = historische productiekost (wat het gekost heeft om het te maken)
§ (wat ‘in’ goed ‘is gegaan’)
o Huidige waarde = som van ‘uitgaven’ (kost) in het verleden
- Utilitaristen (MILL) (midden 19de E) → neoklassieke school (MARSHALL) (3de kwart 19de E):
, o Waarde goed = nut (wat ‘uit’ goed ‘zal komen’)
§ Mag nog duur zijn om te maken, als je er niks mee kan doen is het waardeloos
§ Mag goedkoop zijn maar als je er veel mee kan doen is het waardevol
o Huidige waarde = verdiscontering (stroom) nut (opbrengst) in de toekomst
Je hebt een toestand voor het ontstaan van de schade (groene lijn) en na het ontstaan van de schade (rood) we
zijn bezig over de structuur van de schade
- Dan is blauwe lijn schade (dat is het verlies)
o Probleem => geen realistische voorstelling omdat deze voorstelling er van uitgaat dat er enkel
verliezen zijn tgv AGF’en => de toestand van iemand wordt in de loop van de tijd variabel (goed,
minder goed, beter, minder, …) => die toestand evolueert – er zit variatie in de toestand
Veel realistischer beeld
- Wat is het verlies nu? Nu hangt het af van op welk moment vraag je het
- Op T3 is dat het verlies
- Op T5 is dat het verlies
T5 = datum van consolidatie van schade => datum waarop schade niet meer evolueert
- Wat is die evolutie bv? lichamelijk letsel, 1 seconde na gebeuren is persoon er veel slechter aan toe dan 3
maanden later => het kan zijn dat er een volledig herstel mogelijk is, dus dat je een jaar later dat je
helemaal terug in orde bent – het kan ook zijn dat dat niet zo is, dat er een blijvende vermindering zit
- De consolidatie noemt men het moment waarop er geen evolutie meer is
o Zolang geen consolidatie meer is, noemt men het voorlopig, tijdelijk en moet je nog rekening
houden met fluctuatie
,Evolutie schadebegrip in juridische doctrine
- Bestaande recht tot in de 19e eeuw:
o Schade = negatief verschil tussen actuele toestand benadeelde (= na gebeuren) en de historische
toestand voor het gebeuren (groene lijn)
§ Dat was het schadebegrip die tot diep in de 19e E gehanteerd werd (bestaande recht tot in
de 19e E) => Daarom de woorden: perte, verlies en loss => die duiden op iets dat de
persoon had, maar nu niet meer heeft
§ Schade = historische waarde voor AGF – actuele waarde na AGF
• Vergelijking tussen wat je had en wat je nu hebt
- Bestaand recht sinds late 19e eeuw:
o Tweede helft van de 19e eeuw: grote doorbraak in economisch denken heeft invloed op juridisch
denken
o Eind 19e eeuw: causale invulling van begrip schade
o Schade =/ historische waarde voor AGF – actuele waarde na AGF
o Schade = negatief verschil tussen actuele toestand van de benadeelde en hypothetische toestand
zonder schadegebeuren
§ Schade = verschil tussen hypothetische huidige waarde zonder AGF en de actuele waarde
na AGF
• Waardeschommeling mogelijk
§ Schade is verschil tussen wat je nu hebt en wat je zou gehad hebben indien het nooit was
gebeurd = Differenzhypothese van Friedrich Mommsen (Zur Lehre vom dem Interesse,
1855)
• Het is de gebruikelijke invuling die we vandaag hebben
• Het boek van 1855 heeft veel juristen overtuigd
- Volgens sommige filosofen….
o Schade = negatief verschil tussen actuele toestand van de benadeelde en de normale toestand
§ Niet degene waarin die zich bevonden, niet degene waarin die zich zou hebben bevonden –
maar het normaal (statistisch of normatief)
• De statische normale situatie (= feitelijk) vs. rationeel geprefereerde situatie (=
normatief)
• Door sommige (filosofische) auteurs bepleit de lege ferenda (wat ze zouden willen
zijn dat het recht is) MAAR het is niet het bestaande recht
Grafische voorstelling: X-as is de tijd, Y-as = de waarde
,Volgens het klassiek waardebegrip….
- Schade = dat is wat is verloren gegaan (historische waarde voor AGF – actuele waarde na AGF)
- T3 = tijdstip van ontstaan schade
o Daarvoor was rijkdom = 5 en na T3 is rijkdom = 2
§ Je kan zeggen dat je 3 kwijt bent => schade is 3
- MAAR in het echt zal de waarde evolueren
o Is schade dan = 2 of is schade = 3?
o De toestand van iemand wordt in de loop van de tijd variabel, er zit een evolutie in die toestand –
zie rode onderste lijn – verlies kan op elk moment anders zijn
§ Datum van consolidatie van de schade: dat is de datum waarop de schade niet meer
evolueerd – vanaf dan zal het zo blijven
• Ervoor is het voorlopig, tijdelijk en moet je nog rekening houden met de fluctuaties
Volgens de neoklassieken….. differenzhypothese
- Wat relevant is, is wat er zou gebeurd zijn (vooruit kijken)
o Groene stippelijn is er nooit geweest => die is niet kunnen gebeuren omdat op T3 iets is gebeurd die
de waarde liet dalen => als er niets gebeurd zou zijn was het één doorlopende groene lijn van
rijkdom van die persoon (hypothetisch)
o Schade is het verschil tussen het rode punt en de hypothetische toestand waarin de benadeelde
zich had kunnen bevinden indien het schade gebeuren niet had plaatsgevonden
Als het gaat over waarde, keken de klassieken achteruit => naar de geschiedenis (waarde is hoe het is
gemaakt), terwijl de neoklassieken/marginalisten vooruitkeken => naar de toekomst (waarde is wat je er mee
kan doen)
Doorbraak economisch denken oefent invloed uit op juridisch denken => er komt een utilitaristische
marginalistische visie
- Naar welk moment moet je kijken? Schade moet niet berekend worden op bepaald moment
o Schade is het blauwe vak, niet de verticale lijn
o Schade bestaat uit een integraal
§ Som van elk verlies aan nut
§ Het is elk moment het verschil in nut X alle momenten (som van elk verlies aan nut)
§ Deel van de schade in verleden, deel van de schade in de toekomst op moment dat rechter
beslist
- Om te vergoeden ook rekening houden met interest door inflatie
o = Compensatoire interesten
§ >< moratoire interesten
Het enige wat bestaat is reeds geleden schade en nog te lijden schade
,3. SUBSTANTIEEL SCHADEBEGRIP: HISTORISCH
Romeinsrechtelijke doctrine is de basis geweest voorde Europese doctrine in de 17de – 18de eeuw – het ius
commune denken was gebasseerd op de Romeinse doctrine – die doctrine in de heeft de basis gevormd voor
wat men in het BW heeft geschreven -> Romeins denken is dus wel juridisch relevant
Romeins recht = sinds dan pas geschreven bronnen => voor het juridisch denken in Europa is dat het oudste
denken waarop wij terug gaan
Oorspronkelijk in het oud-romeins recht => Twaalf tafelenwet: bepaling die zegt dat als we een andere
verwonden en we kopen van een ander geen vrede dan mag men wraak plegen
- Bij verwonding mag je wraak plegen TENZIJ men van jou vrede heeft gekocht => dus ofwel kon je wraak
nemen of een geldsom ontvangen om die wraak af te kopen
o Oudste spoor waarbij er geld gegeven wordt aan iemand die verwond is OF aan iemand die een
familielid verloren is omdat die verwond is => Historisch had het dus niets te maken met
compensatie van de schade, maar wel afkopen van de wraak
Romeinsrechtelijke doctrine (romeinen dachten in de termen van actiones (feiten) – niet in termen van regels)
- bescherming persoon zelf tegen niet-respecteren: actio iniuriarum (≠ aansprakelijkheid)
o Vordering die een persoon kon instellen tegen een ander persoon als die andere persoon hem niet
had gerespecteerd zoals dat wordt beoogd (vb: een klets gegeven, diens fysieke integriteit niet
gerespecteerd) of zijn eer niet had gerespecteerd (vb: die heeft mij beledigt)
§ De juridische remedie voor het niet-respecteren van de persoon zelf was dus de actio
iniuriarum
o betalen van geldsom
§ Die geldsom had niets te maken met damnum – Dat waren 2 verschillende dingen voor de
romeinen - Die geldsom die hier gegeven werd, was geen vergoeding
• Ze noemen het een solatium = troostgeld, pijnverzachtend geld => GEEN
compensatie of vergoeding
o die actio is genetisch niet de voorvader van onze burgerlijke aansprakelijkheid,
deze is in de loop der tijden in het strafrecht van vandaag beland
§ je kan wel met de bril van vandaag terug kijken en zeggen dat het ASR is maar het is niet dat
deel van het recht dat is geëvolueerd en ons ASR is geworden
- bescherming middelen van persoon (bezit – baten – dingen waaraan je genot hebt, niet de bescherming
van de persoon) tegen onrechtmatige
o overdracht (cf. diefstal roerend lichamelijk goed): actio furti (≠ aansprakelijkheid)
§ ruimer dan enkel diefstal
§ betalen van een geldsom aan de bestolene (zoveel maal de waarde van het
middel/gestolenen) - dubbele functie: vergoeding en straf
§ die is ook niet de voorvader/moeder van onze burgerlijke aansprakelijkheid, wel potentieel
van het strafrechtelijk
• als we met onze bril van vandaag terugkijken naar die actio furti dan zeggen we dat
dat de voorganger is van ons strafrechtelijke begrip diefstal en alle gelijkaardig
misdrijven die neerkomen op dat je iets wegneemt van een ander MET INBEGRIP van
de verplichting tot teruggave die daaraan vasthangt want romeinen maakten geen
onderscheid tussen strafrechtelijke en burgerrechtelijke dus de actio furti die deed
zowel het teruggeven apsect als strafrechtelijke aspect dus die actio zorgt ervoor dat
die persoon meer moet doen dan enkel teruggeven => die boete gaat toen nr de
benadeelde, niet naar de staat zoals nu => dat is geen voorgange van ons ASR
, o vernieling (waste): actio damnum iniuria datum of actio legis Aquiliae (+/- 286 BC)
§ vordering waarmee je middelen van een persoon kon beschermen tegen onrechtmatige
vernielig => hier gaat de waarde verloren (het goed gaat niet van de ene persoon naar de
andere persoon)
§ damnum = waste, verlies, vernieling van waarde
§ actio damnum iniuria datum = vordering voor onrechtmatige toegerichte waste, vernieling
van bezit (later ook: actio legis aquillia genoemd toen er een basis was in de lex aquillia)
§ = basis waaruit aansprakelijkheidsrecht gegroeid is
§ Het basisprincipe is dat als je een middel kwijt bent waarop je recht hebt, dan is het iets
anders dan wanneer je iets kwijt bent van jezelf (bv. gebroken been van vrij mens vs. die
van slaaf)
• Wanneer de persoon zelf iets kwijt was, was dat geen damnum volgens de romeinen
• Groot verschil tussen gewoon mens en slaaf => de ene is voorwerp van eigendom en
de andere niet => de ene heeft economische waarde, de andere niet => de slaaf heeft
economische waarde want wordt verkocht
o Hun actio damnum => gaat over vergoeden van waarde maar ze
beschouwde het raken van een vrije persoon niet als waarde MAAR dat
heeft wel waarde dacht men later, niet omdat het niet verhandeld wordt
dat het geen waarde heeft (bv. als slaaf eten voor mij kookt heeft dat
evenveel waarde als dat ik het zelf)
§ Men is gaan zien dat bepaalde zaken analoog zijn aan de
actio damnum
Vaak wordt vandaag gezegd dat het begrip “damnum” overeenkomt met ons schadebegrip MAAR: dan begrijp
je volgens prof niet helemaal wat damnum is
- Damnum moet je beschouwen als ‘waste’ – verkwisting – iets wat nut had, dat er nu niet meer is
- Daaruit is ons ASH gegroeid: tot diep in de 19de eeuw beschouwden rechters schade als het verlies van een
nuttig middel waarop de benadeelde recht had
o dat zie je vertaald in artikel 823 lid 1 in het Duitse BW (dateert van 1896) – schade was aantastingen
van rechtsgut (rechtsgoederen) – schade was in het 19de eeuwse denken het raken van iets waarop
je recht had (het object van een subjectief recht)
§ In eerste instantie was het verlies van iets waarop je recht maar in de loop van de tijd werd
het ook het ontberen van iets waarop u recht zou hebben gehad
• Hoeft niet noodzakelijk te gaan over eigendomsrechten, kan ook gaan over
vorderingsrechten (zie verschil tussen zakelijke rechten en vorderingsrechten)
Aantasting van de persoonlijke integriteit is eigenlijk een ander verhaal => historisch gezien zat dat niet in het
ASH in de enge zin
- Aantasting van de persoonlijke integriteit in de Romeinsrechtelijke doctrine (de basis voor het juridisch
denken van juristen in de 1600 – 1800) werd niet opgevangen met actio damnum, maar met iniuriarum ->
dat is niet de voorloper van ons ASH – wat er gebeurd is: in de loop van de 18de eeuw is men analogie gaan
zien tussen aantasting van persoonlijke integriteit en daarvoor krijg je geld EN middelen zijn aangetast en
daarvoor krijg je geld -> zo (en dat zie je eigenlijk in Duitse BW) dat die 2 gefusioneerd zijn en dat de
aantasting van fysieke integriteit mee in het klassieke schadebegrip kwam
Tot diep in 19de eeuw (na de invoering van de Code civil): schade waarvoor aansprakelijk
o Schade = verlies van een middel waarop benadeelde recht had
§ Het idee van schade sloot aan bij die damnum => verlies/waste
§ Idee dat schade is dat je iets kwijt bent waarop je recht had