100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting/ingevulde toetsmatrijs Klinische ontwikkelingspsychologie (sociaal functioneren)Kennistoets €5,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting/ingevulde toetsmatrijs Klinische ontwikkelingspsychologie (sociaal functioneren)Kennistoets

5 beoordelingen
 411 keer bekeken  38 keer verkocht
  • Vak
  • Instelling
  • Boek

Samenvatting van handboek klinische ontwikkelingspsychologie met de volgende hoofdstukken: 1,5,6,7,10,11,13,18,20. Ik heb met het leren hiervan een 7.1 op de toets gehaald! (maar 38% van de studenten had deze toets gehaald) Voor de ingevulde toetsmatrijs voor de overige artikelen voor de kennisto...

[Meer zien]

Voorbeeld 7 van de 46  pagina's

  • Onbekend
  • 19 oktober 2019
  • 46
  • 2019/2020
  • Samenvatting

5  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: ayladosso • 2 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: marinas-123 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: jordy21-1 • 4 jaar geleden

reply-writer-avatar

Door: marinvanzanten • 4 jaar geleden

Dankje voor de beoordeling!

review-writer-avatar

Door: mariekeklaasse93 • 4 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: sach1 • 5 jaar geleden

avatar-seller
Inhoudsopgave
Klinische ontwikkelingspsychologie................................................................................................................ 3

Hoofdstuk 1................................................................................................................................................... 3
1.1 Wat is afwijking van de normale ontwikkeling..............................................................................................3
1.2 Modellen van normale ontwikkeling..............................................................................................................4
1.3 De dynamiek van risico en beschermende factoren.......................................................................................5
1.6 preventie van afwijkende ontwikkeling.........................................................................................................7

Hoofdstuk 5................................................................................................................................................... 7
5.2 Temperament en persoonlijkheid..................................................................................................................7
Vijf-Factorenmodel van de persoonlijkheid.........................................................................................................8
5.3 Relaties tussen persoonlijkheidstrekken en psychopathologie.....................................................................8
5.5 Stabiliteit versus verandering &....................................................................................................................9
5.6 Interventiemogelijkheden...........................................................................................................................10

Hoofdstuk 6 en 18: gezin, opvoeding en gehechtheid...................................................................................11
6.3.2 Opvoedingsgedrag en opvoedingsstijlen..................................................................................................11
6.3.6 + 18.3 Gehechtheid...................................................................................................................................12
6.3.3 en 6.3.4 De relatie van opvoedingsgedrag met internaliserende en externaliserende problemen..........12
6.3 Risico en beschermende factoren in het gezin.............................................................................................13
6.3.1 Proximaal..............................................................................................................................................13
6.3.7 Distaal...................................................................................................................................................14
6.3.10 Contextueel.........................................................................................................................................14
6.3.11 Globaal................................................................................................................................................14
18.4 Kindermishandeling en gehechtheid..........................................................................................................15
18.5 Bio-ecologisch model van kindermishandeling en gehechtheidsproblemen.............................................16
18.6 Assessment en behandeling van kindermishandeling en gehechtheidsproblemen...................................17

Hoofdstuk 7 relaties met leeftijdgenoten..................................................................................................... 19
7.2 Normale en problematische relatievorming................................................................................................19
7.3 Problematische relatievorming en gevolgen voor gedrag en leerontwikkeling..........................................20
7.4 Risico en beschermende factoren................................................................................................................21
7.5 (Problematische) relatievorming als transactioneel proces.........................................................................23
7.6 Assessment, preventie en behandeling........................................................................................................23

Hoofdstuk 10 het jonge kind: vroege socialisatieproblemen.........................................................................25
10.2 Slapen, voeding en zindelijkheid: normale en abnormale uitingsvormen.................................................25
10.3 Risico en beschermende factoren..............................................................................................................28

1

, 10.4 Transactioneel model.................................................................................................................................28
10.5.1 & 10.5.2 Assessment en interventie........................................................................................................28

Hoofdstuk 11 agressie en relgelovertreding.................................................................................................. 30
11.2 normale en afwijkende vormen.................................................................................................................30
11.3 ontwikkelingsverloop.................................................................................................................................31
11.4 risico en beschermende factoren...............................................................................................................32
11.5 oorzakelijke mechanismen.........................................................................................................................34
11.7.2 preventie en interventie..........................................................................................................................37

Hoofdstuk 13 angst...................................................................................................................................... 38
13.2 normale en abnormale uitingsvormen.......................................................................................................38
13.5 risico en beschermende factoren...............................................................................................................39
13.6 in standhoudende factoren........................................................................................................................41
13.7 transactioneel model..................................................................................................................................41

Hoofdstuk 20: middelengebruik en verslavingsgedrag..................................................................................42
20.3 ontwikkeling en prognose..........................................................................................................................42
20.4 risico en beschermende factoren...............................................................................................................42
20.5 oorzakelijke mechanismen en kwetsbaarheid...........................................................................................43
20.6 diagnostiek en preventie............................................................................................................................45




2

,Klinische ontwikkelingspsychologie


Hoofdstuk 1
De klinische ontwikkelingspsychologie bestudeert kinderen bij wie psychische problemen
zijn vastgesteld

1.1 Wat is afwijking van de normale ontwikkeling
Verschillende benaderingen: categorische benadering  kwalitief anders dan normaal
(vanuit psychiatrische invalshoek) je hebt wel of geen probleem bv: de DSM is CB.
Dimensionele benadering  in graat verschillend dan normaal.
(Psychologisch onderzoek) je hebt meer of mindere mate
kenmerken van een probleem. Bv dimensie externaliserende
problemen en een dimensie internaliserende problemen


Een probleem hoeft niet gelijk afwijkend te zijn en kan horen bij de normale ontwikkeling (bv
weg lopen van peuters)

Prevalentiestudies: Kijken hoeveel het voorkomt en ook per doelgroep (geslacht, leeftijd)
- Age of onset studies  prevalentiestudies die ook op zoek gaan naar de leeftijd
waarop een stoornis voor het eerst wordt gesignaleerd.
- Life time prevalentie: lange periode kind volgen en elk jaar testen.
- Cumulatieve prevalentie: alle resultaten (prevalenties) bij elkaar op geteld.

Zonder te weten wat een normale ontwikkeling is, kan je niet weten hoe een afwijkende
ontwikkeling eruitziet. Er zijn 2 thema’s: ontwikkelingstaken en modellen van normale
ontwikkeling.

De ontwikkelingstaken -> de normale uitdagingen voor een kind op een bepaalde leeftijd.
Die uitdagingen geven spanning mee (bv stemmingswisselingen) wat niet gelijk signaal is van
een psychische stoornis.




3

,1.2 Modellen van normale ontwikkeling
Door ontwikkelingsmodellen theoretiseren over het kind en zijn omgeving en hoe die op
elkaar inwerking tijdens de ontwikkeling. Er zijn 3 modellen waarvan alle andere modellen
zijn afgeleid:

Trekmodel  trek is trait. Het kijkt naar de karaktereigenschappen en houdt geen rekening
met de effecten van de omgeving op het kind. Een aangeboren kenmerk is een trek, zoals
het temperament of een verworven eigenschap zoals coping vaardigheden. Als een trek
gevestigd is dan blijft dit beïnvloedbaar.

- Ontwikkeling wordt bepaald door indivuduele karakteristieken
- Omgeving speelt geen/bepertkte rol
- Trek is aangeboren of verworven individuele karakteristiek
- Variant: littekenmodel

Omgevingsmodel  externe omgevingsfactoren beïnvloeden de ontwikkeling van het kind.
Minimaal 3 contexten spelen hierbij een rol:
- Prenatale omgeving
- Opvoeding
- School en leeftijdsgenoten
De sterkste variant van dit model gaat er van uit dat de omgeving de belangrijkste invloed
heeft op het emotioneel functioneren. Als omgeving veranderd dan verandert ook het kind.
De sociale leertheorie is voorbeeld van het omgevingsmodel.
- Ontwikkeling wordt ( in sterke mate) bepaald door omgevingsfactoren
- Contexten: prenatale omgeving, opvoeding, school, leeftijdsgenoten
- Verandering omgeving  verandering individu
- Elke eigenschap kan bijgestuurd worden

Op grond van het omgevingsmodel is het ecologische model ontwikkeld (bronfenbrenner).
Micro meso en macro.

- Omgeving speelt belangrijke rol
- Omgevingsfactoren op verschillende niveaus van belang!
- Passief mensbeeld  gedrag gevolg van omgeving
- Evolutionair: aanpassing aan omgeving


Interactiemodel (waarvan transactionele model een uitbreiding is)



4

,Het kind en zijn omgeving bepalen de loop van zijn ontwikkeling. De stabiliteit en
verandering in het kind worden gezien als een functie van kindkenmerken en
omgevingskenmerken die in actieve wisselwerking staan met elkaar. De 2 modellen:

Goodness of fit model  de interactie tussen kindkenmerken (trek) en
omgevingskenmerken produceren zo nieuw gedrag. Deze interactie verandert niet de
trekken en niet de omgeving. Vb een kind is druk (trek) en leeft in een gezin waar ze rust
willen. De interactie tussen die twee is negatief (poorness of fit). Als het kind in een gezin
woont die ook druk is dan is het goodness of fit omdat het dan wel goed gaat.
Poorness of fit: kindkenmerken passen niet goed in de omgeving  probleemgedrag
Goodness of fit: kindkenmerken passen goed in de omgeving  optimale ontwikkeling
- Omgeving en individu veranderen niet door de interactie
- Interventie: afstemmen verbeteren tussen kind en omgeving

Transactioneel model  de kindkenmerken en de omgeving beïnvloeden elkaar maar ook
beïnvloed worden, waarbij beide veranderen als gevolg van die interactie.
- De oorzaak ligt niet bij kind of omgeving, want er is een voortdurende wisselwerking
- Voorbeeld van dit model is Coercieve cyclus (patterson)

Het diathese stressmodel  de wederzijdse beïnvloeding van kind en omgeving op een
dynamische manier. Er moet wel een diathese zijn, ergens vatbaar voor zijn. Een kind kan
een moeilijk temperament hebben. Doordat dat stress kan oproepen kan er een stoornis
ontstaan? Stressfactoren hebben bijvoorbeeld de depressie ‘uitgelokt’ bij hiervoor
kwetsbare mensen. Sommige kinderen zijn kwetsbaarder voor negatieve
omgevingsinvloeden dan andere kinderen. Het zijn dus de kwetsbare kinderen.

Differential susceptibiliteit: sommige kinderen zijn meer ontvankelijk voor negatieve en
positieve omgevingsinvloeden dan andere kinderen. ( de paardenbloem en de orchidee)

Vantage sensitivity: sommige kinderen zijn meer gevoelig dan andere kinderen voor
positieve omgevingsinvloeden dan andere kinderen.




1.3 De dynamiek van risico en beschermende factoren
Er zijn altijd meerdere risicofactoren die een uitkomst bepalen en niet 1 enkele!

Risicofactoren: factoren die een negatieve invloed heeft op de (normale) ontwikkeling van
een kind en die de kans op een bepaalde ontwikkelingsuitkomst verhoogt een risicofactoor
gaat voorafgaat aan een uitkomst, het is altijd een kansuitspraak

Onderscheid tussen risicomarkers:
Gefixeerde markers: risicofactoren die niet veranderd kunnen worden (ras, leeftijd, geslacht)


5

,Variabele markers: risicofactoren die binnen bepaalde grenzen wel veranderd kunnen
worden, zoals een negatief gezinsklimaat.

Causale risicofactoren: waarvan via gecontroleerd of experimenteel onderzoek duidelijk is
aangetoond dat ze direct bijdragen aan de uitkomst (stoornis). Dus dat er is aangetoond dat
fysiek mishandelen bijdraagt aan latere agressie bij een kind

Risicoperioden: verbonden aan een periode. Agressief gedrag onder 11 jaar is een
risicofactor voor later afwijkend gedrag, terwijl agressief gedrag in de puber optreedt dat
niet is.

Multifinaliteit: eenzelfde combinatie risicofactoren tot verschillende uitkomsten leidt.
Bijvoorbeeld 3 kinderen allemaal agressief. 1 kan later een gedragsstoornis ontwikkelen een
ander kan zich juist onbegrepen voel en depressief worden en de derde kan juist bijtrekken
en er niks aan over houden.

Risicofactoren op verschillende niveaus
Risicofactoren worden opgesplitst naar het niveau waarop ze geobserveerd worden
- Organisch (ondervoeding, genetische aanleg neurologische defecten)
Hier wordt vooral onderzoek gedaan naar genetische factoren. De erfelijke belasting.
Vaak is er genetische aanleg voor een afwijking maar dit gaat vaak in interactie met,
omgevingsfactoren. Een transactioneelmodel.

- Intrapersoonlijk (onveilige hechting, temperament, intelligentie)
Een veel bestudeerde risicofactor op dit niveau is temperament. Er zijn 3 types:
moeilijk, gemakkelijk en een traag temperament. Temperament hoort ook in een
transactioneel model omdat het in verband staat met omgeving.

- Interpersoonlijk (familieconflicten, stressvolle ervaringen)
Proximale risicofactoren zijn bijvoorbeeld negatieve opvoedstijl als gevolg van
(distale) financiële zorgen in het gezin.

- Hogere-ordeniveau (armoede)
Distale risicofactoren zijn bijvoorbeeld lage sociaaleconomische status,
buurtarmoede of werkloosheid



Beschermende factoren

Resilience studies: ook wel studies naar de veerkracht van kinderen genoemd (weerbare
kinderen). In deze studies kijkt men naar 2 componenten:
1. Er moet een duidelijk aantoonbare tegenslag zijn
2. Er moet een aantoonbare vorm van adaptie zijn.

Resilience: het hebben van een goede externe en interne aanpassing aan de
omstandigheden.
6

, Beschermende factoren hebben net als risicofactoren 4 niveaus.

Beschermende factoren kunnen de negatieve factoren op de ontwikkeling geheel of
gedeeltelijk te niet doen.

Ontwikkelingstrajecten: stabiliteit en verandering

In onderzoek wordt gekeken of de stoornis afneemt toeneemt of stabiel blijft.

Veerkracht:
- Sommege kinderen doen het, ondanks dramatische omstandigheden, toch goed.
o Er is sprake van een tegenslag
o En toch aantoonbare adaptatie

1.6 preventie van afwijkende ontwikkeling

Een van de meest omvattende preventieprogramma’s is het FAST (familie, and schools
together) TRACK Project (conduct problems prevention research group).
Het fast track project voor de risicokinderen was intensief en voorzag bij de start van deze
kinderen op de basisschool een training voor de ouders met 22 wekelijkse sessies tijdens het
eerste jaar, 14 wekelijkse sessies tijdens het tweede jaar, en vanaf dan maandelijkse
bijeenkomsten gedurende 5 jaar.
Wanneer iemand echt last heeft van zijn functioneren in het dagelijks leven dan kan het zijn
dat diegene het als een probleem ervaart. Wanneer diegene gewoon prima door kan komen
dan hoeft je niet per se hulp verlenen




Hoofdstuk 5

5.2 Temperament en persoonlijkheid

Temperament: werd in verleden gezien als individuele verschillen bij kinderen.
Temperament verwijst naar eigenschappen die vroeg in de ontwikkeling observeerbaar zijn
en een sterke genetische basis hebben
Terwijl persoonlijkheid een minder sterke genetische basis heeft en pas later in de
ontwikkeling tot uiting komt.

Ze zagen persoonlijkheidsontwikkeling als resultaat van de interactie tussen het
temperament en de omgeving.
3 Soorten persoonlijkseigenschappen naar voren:
- Gemakkelijke kind
- Moeilijke kind
- Traag op gang komende kind

7

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marinvanzanten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,99  38x  verkocht
  • (5)
In winkelwagen
Toegevoegd