Anatomie: gastro-intestinaalstelsel
Leerdoelen
De functies van het spijsverteringsstelsel opnoemen en verklaren
6 functies:
1. Ingestie: voedsel komt door de mond in het spijsverteringskanaal, wordt
gekauwd door tanden die het voedsel in kleinere stukken afbreken en
gemengd met speekselklieren
2. Mechanische verwerking: kauwen, verkleining en menging van het
voedsel in de mond door het gebit, tong en spieren
3. Chemische vertering: afbraak van voedingsstoffen tot bouwstenen door
de spijsverteringsenzymen in -verteringsappen
4. Secretie: afgifte van water, zuren, buffers en zouten door
spijsverteringskanaal en bijbehorende organen
5. Opname: voedsel wordt gemengd in de dunne darm enzymen versnellen
het verteringsproces en voedingsstoffen worden opgenomen in het
bloedbaan
6. Uitscheiding: ontlasting of feces van overige/ onnodige afvalstoffen wordt
verwijderd vanuit het lichaam door de anus
De histologische opbouw van het spijsverteringskanaal uitleggen: a.d.h.v. figuur
met vraag naar specifieke elementen/ blanco figuur + regulering van de
maagwandklieren kunnen verklaren
Maagactiviteit wordt gereguleerd door centraal zenuwstelsel door reflexen in
wanden en hormonen van spijsverteringskanaal. Regulering van de maagsap
afgifte vindt plaats in 3 elkaar overlappende fasen:
Stap 1: Cefalische fase
Start wanneer je denkt aan voedsel, ziet ruikt of proeft. Deze fase wordt
aangestuurd door het parasympathische deel van het autonome zenuwstelsel
hierdoor wordt de maag voorbereid om voedsel te ontvangen. In de reactie op
prikkeling wordt productie van maagsap versneld die enkele minuten duurt.
Stap 2: Gastrische fase
Begint wanneer voedsel in de maag aankomt. De prikkeling van receptoren in
maagwand en van chemoreceptoren in mucosa triggert plaatselijke reflexen
(in plexus submucosa en plexus myentericus) dit leidt tot menggolven vanuit
spierlaag en de afgifte van slijm, pepsinogeen en zoutzuur (HCl) vanuit cellen
van de maagsapklieren.
Stap 3: Intestinale fase
Begint wanneer chymus het duodenum van de twaalfvingerige darm
binnenkomt. Functie van deze fase is het reguleren van de snelheid waarmee
, 2 Heelkunde
de maag wordt geleegd om ervoor te zorgen dat de secretorische, verterings-
en opnamefuncties van de dunne darm efficiënt verlopen.
De anatomie en het functioneren van de speekselklieren toelichten
Bestaat uit 3 grote speekselklieren deze geven speeksel In de mondholte af
1. Glandulae parotis (parotisklier): grote oorspeekselklier, vorming van
speekselamylase (= enzym dat zetmeel/ koolhydraten afbreekt tot
kleinere moleculen)
2. Glandulae sublinguales: ondertongspeekselklieren, bevat minder
enzymen maar meer buffers en slijm
3. Glandulae submandibulares: onderkaakspeekselklieren, bevat minder
enzymen maar meer buffers en slijm
Speeksel bestaat voor 99,4% uit water, slijmstoffen en
verschillende ionen, buffers, afvalstoffen,
stofwisselingsproducten en enzymen. Buffers in het
speeksel houden de pH van de mond nabij de 7. Ze
voorkomen de ophoping van zuren die door bacteriën
worden gevormd. Tijdens de maaltijd bevochtigen grote
hoeveelheden speeksel de mond en lossen chemische
stoffen op die de smaakknopjes stimuleren. Door
antistoffen in het speeksel worden de groei van bacteriën In de mond beperkt. Zo
worden infecties verminderd.
De structuren en functies van de farynx en oesophagus beschrijven
Farynx = keelholte, dient als gezamenlijke doorgang voor
vast voedsel vloeistoffen en lucht. Stoffen die het
spijsverteringskanaal binnen gaan passeren enkel door
de oropharynx en laryngopharynx.
Bestaat uit 3 delen:
1. Nasopharynx: via de achterste inwendige
neusopeningen met de neusholte verbonden
2. Oropharynx: loopt naar de basis van de tong
3. Laryngopharynx: loopt tot de toegang van
oesophagus
Oesophagus = slokdarm, een gespierde buis met lengte van ongeveer 25cm en
diameter van 2cm waar vaste voedsel en vloeistoffen door de oesophagus naar
de maag vervoerd worden.
Begint bij de farynx —> loopt achter naar de luchtweg —> passeert in borstholte
—> komt de buikholte binnen via een opening in het diafragma —> leed zich
uiteindelijk in de maag
De opbouw en de functie van de maag en
maagwandklieren weergeven
Opgenomen voedsel mengt zich met
klierproducten van de maagwandklieren waar een
vloeibaar mengsel ontstaat van gedeeltelijk
verteerd voedsel (= chymus). De maag is het
spierorgaan waar voedsel met maagsap wordt
gemengd, maagsap heeft een lage pH (= zuur)
en wordt gebruikt om voedsel te verteren en
potentiële schadelijke bacteriën te doden.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper burcinktk. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €11,98. Je zit daarna nergens aan vast.