100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
SAMENVATTING differentiële psychologie GESLAAGD 14/20 (icl. exvragen, tabellen) €6,96   In winkelwagen

Samenvatting

SAMENVATTING differentiële psychologie GESLAAGD 14/20 (icl. exvragen, tabellen)

 10 keer bekeken  0 keer verkocht

Dit is mijn samenvatting van differentiële psychologie. Ik heb zelf alle lessen bekeken en zo samengevat en aangevuld met het boek, waar nodig. Ik slaagde met 14/20. Ik beschik ook over tabellen van correlaties, namen, en examen-voorbeeldvragen, maar stuur me voor die privé een berichtje. Die k...

[Meer zien]

Voorbeeld 4 van de 75  pagina's

  • 16 augustus 2024
  • 75
  • 2023/2024
  • Samenvatting
Alle documenten voor dit vak (3)
avatar-seller
rechtenstudent23
EYSENCK
Legt de klemtoon op de erfelijkheid en psychofysiologische basis van trekken

Constructie van hiërarchische typologie (4 verschillende types) =
hij brengt trekken samen in gemeenschappelijke trekken
1. Specifieke responsen: gedrag van vandaag
2. Habituele responsen: is het typisch gedrag?
3. Trait niveau: tot een perstrek komen
4. Super-trait = gecorreleerde trekken
 Extraversie VS intraversie  sociaal gedrag
 Neuroticisme VS emotionele stabiliteit  emotioneel
 Psychoticisme

Hij leefde in tijd waarin iedereen dacht dat situatie heel bepalend was (eig niet zo)
 Hij legde klemtoon eerder op erfelijkheid en die hardware (psychofysiologische mechanismen)

Het oorspronkelijke model van Eysenck bevatte enkel Neuroticisme en Extraversie
- Niet breed genoeg  er was een derde dimensie nodig: psychoticisme (P-factor)
- P-factor insinueert hoger risico op psychose
- Repliek: wie hoog scoort op P  hoger risico op psychotisch gerelateerde ervaringen

De P-factor werd empirisch het minste onderschreven

Bijdrage Eysenck
- Beschrijving + verklaring van individuele verschillen
- Ontwikkeling robuuste maat voor persoonlijkheid
- Aandacht voor biologische basis van persoonlijkheid
- Kritiek: Zijn 3 factoren voldoende? Is het biologisch criterium niet te rigide?


CATTELL
= Pionier in de toepassing van factor-analyse
= Empirische reductie van extensieve lijsten van persoonbeschrijvende trekken

Ontwikkeling van de 16PF: (= 16 onderliggende factoren)
- Onderscheid tussen genetische VS-omgeving gestuurde trekken
- Onderscheid tussen types van trekken
o Ability traits: hoe je je kan aanpassen
o Temperament traits: typische trekken
o Dynamic traits: motivationeel componenten
- Eén van de grootste taxonomieën in termen van aantal factoren

Hij had interesse in het maken van instrument, maar keek te strikt nr data => zette in om zijn theorie te meten

Nadelen 16 PF
- Moeilijkheidsgraad
- Moeilijkheden met de replicatie van 16 factoren
- Problemen met interne consistentie voor een aantal schalen
=== >> verdienstelijke poging om de winkel vooruit te helpen

, 3. HEDENDAAGSE MULTI-TRAIT PERSPECTIEVEN

2 manieren om info uit te werken naar model:
Hiërarchisch model VS circumplex model

(1) Hiërarchisch model van persoonlijkheid (bv.: FFM met als maat NEO PI-R of Eysenck)
o Elke trek gaan samenbrengen in hogere-orde factor
o ALLEEN rekening met primaire trekken
o Schalen worden toegewezen aan de factor waarop ze primair laden
o Gevolg: gecorreleerde domeinscores  factoren zijn niet zo onafhankelijk van elkaar dan ze zouden moeten
zijn?



(2) Circumplex model van persoonlijkheid (bv.: interpersoonlijk model van Wiggins)
o Secundaire ladingen worden OOK in rekening gebracht



CIRCUMPLEX MODEL VAN WIGGINS

Visuele voorstelling van karakteristieken adhv 2 assen:
1. Love => kwaliteit van sociale interacties
2. Status => hiërarchie
• Specificatie van de relaties tussen alle trekken in het model*
• Doel: trekken betrekken die tussen 2 ‘pure’ trekken liggen

Kritiek: kunnen we interpersoonlijk gedrag weergeven op slechts 2 dimensies?




FIVE-FACTOR MODEL

Vertrekpunt= de lexicale en statistische benadering
- Analyse van Allport lijst: 5 factoren
o Eerst 3 factoren
o Na lexicaal model zagen ze dat er agreableness en conscienscouness bij moest

Elk individue neemt een positie in op elk van de vijf brede domeinen (=hogere-orde factoren) en op elk van de meer
specifieke facetten (lagere-orde factoren)
= hiërarchisch model

, DE VIJF BASISFACTOREN VAN PERSOONLIJKHEID  hier ook opnieuw in termen van … VS …

1. Extraversie: kwantiteit van sociale interactie (graag alleen zijn, rust  sociaal, dominant)

2. Altruïsme: (=agreableness) kwaliteit van sociale interactie (egocentrisch, bot vriendelijk, empathisch)

3. Consiëntieusheid: werk gerelateerde eigenschappen (slordig, snel afgeleid  georganiseerd, ambitieus)

4. Neuroticisme: regulatie van negatieve emoties (zelfzeker, omgang met stress angstig, kwetsbaar)

5. Openheid voor ervaringen: creatief, fantasierijk zijn (nuchter, minder fantasierijk creatief, open geeft)

Het zijn dimensies, GEEN categorieën (= te afgebakend)



Hoe meten we de 5 basisfactoren van persoonlijkheid?
- NEO PI-R: 240 zinnen-items, 30 facetten, hiërarchisch gestructureerd (=elk facet onder hoofdfactor) onder 5
dimensies
- NEO FFI: 60 zinnen-items, ENKEL scores op 5 dimensies (= verkorte NEO PI-R versie)
- BFI: 44 korte zinnetjes, ENKEL scores op 5 dimensies

 We hebben de keuze tussen: gedifferentieerd maar uitgebreid versus minder gedifferentieerd maar economisch



Persoonlijkheidsbeschrijving vanuit de NEO PI-R

Elk individue neemt een positie in op elk van de vijf brede domeinen (=hogere-orde factoren: 1,2-2,4-5-6,7-8,9) en op elk
van de meer specifieke facetten (lagere-orde factoren: 1,2,3,4,5,6,7,8,9)
- Persoonlijkheidstrekken kunnen elkaar versterken of compenseren
- Veel extreme sores (8-9) kunnen indicatief zijn voor een persoonlijkheidsporblematiek, maar dat is niet noodzakelijk
zo
o Afhankelijk van context
o Afhankelijk van andere trekken
o Afhankelijk van leeftijd

Aandachtspunten:
- NEOP PI-R meet de normale variatie aan
persoonlijkheidseigenschappen
- NEO PI-R is geen diagnostisch instrument
- Wordt wel vaak gebruikt binnen diagnostische procedures
=> sterktes en zwaktes weten

Bv. (bij tabel), deze persoon scoort hoog op avontuurlijkheid, excitement
seeking, laag op zelfdiscipline
= zo iemand zal als er zon schijt, heel snel op een terrasje gaan zitten en 5
pinten drinken, tijdens blokperiode

Tot nu toe: alleen maar variable centered (= hoe hangen variabelen samen in 1 persoon), maar kan ook person centered
zijn:

, FFM person centered assessment

Person centered = hoe correleren trekken van verschillenden mensen  zijn er mensen die op elkaar lijken?

Terugkerende specifieke combinatie van hoge/lage scores op de Big Five – 3 CLUSTERS:
- Overcontrolled = hoog neuroticisme, lage extraversie
 Zijn intern angstig
 MEESTE KANS STOORNISSEN VROUW

- Undercontrolled = laag altruïsme, laag consiëntieusheid (= psychoticisme Eysenck)
 Impulsief, overtreden regels
 MEESTE KANS STOONISSEN MAN

- Resillient = laag neuroticisme, hoog altruïsme, hoog consiëntieusheid (= mensen die aangepast zijn aan druk)
 Adaptief zijn, draagkracht hebben

Voordeel FFM-persoonlijkheidstypes:
- Brede toepassingsmogelijkheden
 Klinisch: zicht op at risk voor pathologie (signaalfunctie)
 Over controllers: internaliserende pathologie (vrouwen)
 Undercontrollers: Externalizerende pathologie (mannen)
 Selectie doeleinden: bv. Norm-profiel voor verschillende beroepsgroepen



Nadeel FFM-persoonlijkheidstypes:
- Verlies van informatie: je plaats iemand in 1 blok, je verliest stuk  zolang je dat beseft is er geen probleem
- Categoriale toewijzing aan 1 bepaald type



KRITIEK Five-Factor-Model
- A-theoretisch, te beschrijvend
- Biedt geen verklaring voor onderliggende psychologische processen
- Additionele factoren van persoonlijkheid niet inbegrepen => je meet alleen die 5
o Fysieke aantrekkelijkheid
o Religiositeit

BESLUIT Five-Factor-Model
- Cros-cultureel valide
- valide over leeftijdsgroepen heen
- Genetische/biologische basis
- Predictieve validiteit mbt allerlei outcomes
- Huidige visie op persoonlijkheid vanuit FEM-perspectief is dynamischer dan pakweg 30 JAAR GELEDEN
o VROEGER: had je mensen die zeiden dat het OF persoonlijkheid OF situatie is
o NU: zitten we in een breder kader

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

√  	Verzekerd van kwaliteit door reviews

√ Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper rechtenstudent23. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,96. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 62890 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€6,96
  • (0)
  Kopen