Dronken broer: hoofddoel van het strafrecht is om onschuldigen niet te bestraffen. Dit,
gecombineerd met de beginselen herziening en verjaring, maakt het mogelijk om misbruik te
maken van het recht.
Özturk tegen Duitsland: een bestuurlijke boete is ook een criminal charge. Het is voor landen
dus niet mogelijk om de toepassing van 6 EVRM uit te sluiten, door de wijze van
strafvervolging aan te passen. Criminal charge is afhankelijk van:
Nationale classificatie;
Zwaarte van de overtreding;
Aard en zwaarte van de sanctie.
Kruslin en Huvig tegen Frankrijk: onder een aantal voorwaarden kan inbreuk worden gemaakt
op artikel 8 EVRM. Voorwaarden zijn:
Voldoende basis in het geschreven en ongeschreven recht;
Kwaliteitseisen: voorzienbaarheid en toegankelijkheid.
Noodzakelijk in een democratische samenleving.
Salduz en Nederland: iedere verdachte heeft voor een politieverhoor het recht om zijn/haar
advocaat te raadplegen. Als dit niet gebeurt, is er strijd met artikel 359a Sv.
Saunders vs. the UK: in verband met het nemo-tenetur beginsel heeft iedereen zwijgrecht.
Bewijs mag niet worden verkregen door dwang (pressieverbod). Dit geldt voor bewijs dat van
de wil van de verdachte afhankelijk is. Dit pressieverbod geldt echter niet voor
bewijsmateriaal dat bestaat zonder de wil van de verdachte (bloed, DNA, urine).
Hollende kleurling: het wegrennen in een bepaalde richting leidt niet automatisch tot een
redelijk vermoeden van schuld, waardoor iemand aangemerkt zou kunnen worden als
verdachte in de zin van 27 Sv.
Rennende reputatie: wanneer iemand bekend is bij de politie en vervolgens wegrent, kan dit
wel leiden tot een redelijk vermoeden en dus een verdachte in de zin van 27 Sv. Dit arrest
betekend niet dat het voorgaande arrest ‘Hollende Kleurling’ achterhaald is.
Weigerachtige zwartrijder: het niet of ontkennend beantwoorden van vragen, leidt niet tot het
einde van de bevoegdheid tot staande houden. Ook na het niet beantwoorden van een vraag
kan de politie overgaan tot inzetten van dwangmiddelen.
, Week 2
De Cubber tegen België: om te beoordelen of een rechter onafhankelijk is, zijn er twee criteria
ontwikkeld.
Subjectieve criterium: de persoonlijke bevooroordeling van de rechter. Dit gaat over
de persoonlijke overtuigingen van de rechter. De rechter is onafhankelijk, totdat het
tegendeel bewezen wordt. De bewijslast is dus zwaar en daarom wordt aan dit
criterium dan ook meer gewicht toegekend.
Objectieve criterium: het vertrouwen van het publiek en de procespartijen in de
rechter. Dit is mede afhankelijk van of de rechter de schijn van partijdigheid tegen
heeft.
Hauschildt tegen Denemarken: het feit dat de rechter zich heeft moeten uitlaten in het
vooronderzoek over bepaalde kwesties, leidt niet direct tot onafhankelijkheid. Dit is echter
anders wanneer de rechter zich heeft moeten uitspreken over aspecten die weinig verschillen
van de aspecten waarop het vonnis betrekking heeft. Dit is dus met name het geval wanneer
de rechter zich heeft uitgelaten over de verdenkingsgraad/schuld van de verdachte.
Deweer tegen België: de verdachte mag de toegang tot de rechter niet ontzegd worden.
Sepotmededeling en vertrouwensbeginsel: wanneer de officier een sepotmededeling doet aan
de secretaresse van een raadsman en via tussenpersonen komt deze mededeling bij de
verdachte terecht, dan mag deze verdachte er gerechtvaardigd op vertrouwen dat er van
vervolging wordt afgezien.
Het spook van de Vrouwenpolder: het slachtoffer heeft het recht om een klachtenprocedure
bij het Hof te starten. Dit kan uiteindelijk uitmonden in een bevel tot vervolging. Of zo’n
bevel wel of niet aan de orde is dient het Hof te beslissen door een volle toetsing en dus niet
slechts door een marginale. Daarbij kan het Hof dus ook aangeven ter zake van welk
specifieke verzoek een vervolging had moeten worden ingesteld.
Half gemachtigde raadsman: wanneer een raadsman slechts half gemachtigd is, mag hij
slechts uitleggen waarom de verdachte niet verschenen is en verzoeken tot aanhouding van de
zaak. De rechtbank onderzoekt echter niet of de raadsman volledig of half gemachtigd is,
omdat dit de vertrouwelijke relatie tussen de raadsman en de verdachte aantast.
Spreekrecht en bewijsrecht: een schriftelijke verklaring van het slachtoffer kan worden
toegevoegd aan het procesdossier. Dat het slachtoffer spreekrecht heeft en dat het slachtoffer
het OM kan verzoeken om stukken toe te voegen, doet daar niets aan af.
Brogan tegen het Verenigd Koninkrijk: de politie hoeft ten tijde van de aanhouding niet
voldoende bewijs te hebben om te kunnen vervolgen. Het doel van de aanhouding moet zijn
om bewijs te verzamelen, zodat de betreffende persoon vervolgd kan worden. Daarbij moet
volgens het Nederlandse recht een verdachte binnen 3 dagen en 15 uur worden voorgeleid aan
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper marrithofman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.