Morfologie: Hoofdstuk 3: Voorbeelden
1. De zandkool
- Familiekenmerken van
kruisbloemigen:
o Verspreide bladstand
o Bloemen in tros
o Vrucht: houw/houwtje
o 4 losse kelkbladeren + kroonbladeren, 2 korte + 2 lange
o meeldraden (viermachtig), 2 vruchtbladeren + vals
tussenschot, bovenstandig vruchtbeginsel
- Standplaats: kalkhoudende
zandgrond
- Bloeitijd: vanaf juni – eind
oktober
- Wortel: wit, dik, sappig +
duidelijke hoofdwortel met
zijwortels
- Stengel:
o Onderaan meestal paars + houtig
o Boven groen + kruidachtig met vele zijstengels
- Bloemformule: * K 4 Kr 4 M 2 + 4 S (2)
2. De peen
- Familiekenmerken:
o Meermaals geveerde bladeren met duidelijke bladschede
o Samengestelde schermen; randbloempjes stralen (zijn
groter)
o Bloemen zijn vijftallig, losbladig
o Tweedelige splitvrucht
o Etherische oliën veroorzaken typische geur
- Standplaats: langs dijken +
wegen
- Bloeitijd: juni – september
-
Wortel: vlezige, welriekende
penwortel
- Stengel: Gevuld met merg, op
oudere leeftijd hol, geribd, 2
jarige
- Bloem: meerzijdig
symmetrisch, lokbloempjes tweezijdig s.
- Bloemformule: * K 5 Kr 5 M 5 S (2)
, 3. De witte dovenetel
- Familiekenmerken van lipbloemigen:
o Stengel altijd vierkant
o Bladeren altijd kruisgewijs tegenoverstaand
o Bloemen in schijnkransen (2 dubbele schichten)
o Bloemen meestal tweelippig, soms vierlippig
o Meestal 2 lange + 2 korte meeldraden
o 2 stempels
o Vruchtbeginsel vierhokkig, 2 geplooide vruchtbladeren, echt +
vals tussenschot, bovenstandig
o Vierdelige splitvrucht
o Vele planten met aangename geur + om die reden gekweekt
- Standplaats: in weg- + slootkanten,
tussen puin + stortplaatsen
- Bloeitijd: maart – november
- Ondergrondse delen: wortelstok met
bijwortels
- Bloem: tweezijdig symmetrisch
- Bloemformule: K (5) [Kr (5) M (4)] S (2)
4. Het vlasbekje
- Familiekenmerken van helmkruidfamilie:
o Stengel: soms vierkant, meestal rond
o Bladstand: verspreid, soms kruisgewijs tegenoverstaand
o Bloem: tweezijdig symmetrisch, vaak tweelippig, soms anders gevormd
o Meeldraden: 2 lange + 2 korte, soms 5, soms 2
o Vruchtbeginsel: tweehokkig, 2 vruchtbladeren, zonder vals tussenschot
o Vrucht: tweehokkig doosvrucht
- Standplaats: zandige tot ruderale plaatsen, wegkanten
- Bloeitijd: juni – oktober
- Ondergrondse delen: kronkelende wortelstok met bijwortels
- Bloeiwijze: tros met korte zijassen; schutbladeren
- Bestuiving: insectenbloeier
- Bloemformule: K (5) [Kr (5) M 2 + 2] S (2)
5. De smeerwortel
- Familiekenmerken van de ruwbladigen:
o Stengel: rond
o Bladeren: verspreid, nooit kruisgewijs tegenoverstaand
o Bloeiwijze: in schichten
o Bloemen: meestal tweezijdig symmetrisch, vergroeidbladig
o Meeldraden: 5
o Vruchtbeginsel: vierhokkig, gevormd door 2 geplooide
vruchtbladeren met echt + vals tussenschot, bovenstandig