CONSTRUCTIE
EXTRA : Constructie: Balken/kolommen
Balken: Hoogte is meest bepalende element voor doorbuigen.
Zie tabellen met vuistregels.
Les 1: Materialen, elementen & structuren
Wat is constructie?
Sleutelwoorden: Bouwen, verbouwen, gebouwen, ontwerp, design, vorm, structuur, kracht, materiaal, detail,
stabiliteit, techniek, duurzaamheid, wetgeving, normering, …
Def Onder constructie verstaan we alle materialen, elementen & structuren die er voor zorgen
. dat een structuur de krachten die erop inwerken kan weerstaan. & dit van bij de
ontwerpfase, over de uitvoeringsfase, tot de gehele levensduur vd
structuur/element/materiaal.
Materialen:
= Verzameling van eigenschappen
- Fysische eigenschappen (sterkte, stijfheid, gewicht,…)
- Esthetische eigenschappen (kleur, textuur, …)
- Natuurlijke materialen
- Industriële (mensgemaakte) materialen
Elementen:
= Materiaal + vorm
= Materiaal met dimensies (3D)
Balken 1D, Lange, smalle, horizontale constructie elementen
Kolommen 1D, Slanke, hoge, verticale constructie elementen
Platen 2D, horizontale constructie elementen
Wanden 2D, verticale constructie elementen
*(1D = 1 dimensie overheerst de 2andere dimensies bv balk = L overheerst tov H&B)
*(2D = 2 dimensies overheersen andere dimensie bv wand = L&H overheerst Dikte(B)
3D = Structuren
4D = Time-incorporated design (TIJD –-> ontwerp bekijken over gehele levensduur)
Structuren:
= Elementen + verbindingen
= Configuraites van elementen
Massief Stuctuur & invulling d dezelfde elemneten
Krachten worden overgedragen over de ganse constructie
Skelet Structuur & invulling door verschillenden elementen
Krachten worden slechts overgedragen op enkele punten
(Modernisme:Corbusier,Mies vd Rohe)
Gemengd Combinatie massief + skelet hoogbouw
Dragende (structurele) elementen Dragen de krachten DRAAGSTUCTUUR
Invullende elementen Zorgen voor afscheiding ruimtes/omstandigheden/b-buiten
INVULLING/AANKLEDING/BEKLEDING
1
,Les 2: Krachten
Krachten:
wetten van NEWTON
2de wet Kracht = massa x versnelling
F=mxa
Zwaartekracht is een speciaal geval !
F=mxg waarbij g = 9,81 m/s2 (g = valversnelling)
Dus F = m x 10
Dus 1kg = 10N
3de wet Actie = Reactie
=> elke kracht (actie) wekt een even grote maar tegengestelde kracht op (reactie)
=> elke externe kracht wekt een even grote maar tegengestelde interne kracht op
2
, Interne krachten
= Reactiekrachten
=> interne krachten in elementen geven aanleiding tot een reactie ih materiaal.
- volgens de as ve element: normaalkracht
- loodrecht od as van een element: dwarskracht (afschuiving of draaïng)
- rond een steunpunt: moment (Ontstaat bij elke kracht die ingrijpt op een afstand vh steunpunt)
M0 = F x L
spanning = reactie ve element op een inwerkende kracht
= gelijkmatige verdeling vd kracht over de doorsnede
= F/A (spanning = kracht/opp.)
Rek = reactie ve element op een inwerkende kracht
= verandering vd vorm ve element om de kracht gelijkmatig te kunnen verdelen over
de doorsnede
= L0/L1 (rek = oorspronkelijke lengte/nieuwe lengte)
Wet van = Verband tss rek & spanning
HOOKE =Ex (spanning = Elasticiteitsmodulus x rek)
Spanning-rek diagram:
A = evenredigheidsgrens,
boven dit punt is de rek niet meer lineair afhankelijk vd spanning
B = elasticiteitsgrens, boven deze grens vormt het materiaal plastisch
C = vloeigrens, hier gaat het materiaal van elastisch naar plastisch
D = start verstevigen
E = treksterkte (materiaal is sterk plastisch vermvormd)
F = breuk
1 = elastisch, hellingsgraad vd rechte = young modulus
2 = plastisch
3 = versteveging
4 = insnoering (verkorten door poisson-effect)
Poisson- = Verband tss rek & insnoering
getal V = d / l (v = materiaalconstante)
Externe krachten
3