LES 1: KANKER (ALGEMEEN)
KANKER: DEFINITIE, SYMPTOMEN EN DIAGNOSE
DEFINITIE EN KENMERKEN
- Kanker < ‘cancrum’ = krab (kanker groeit en dat doet een krab ook)
- Gekarakteriseerd door ongecontroleerde celdeling → groei van abnormaal weefsel (= tumor,
neoplasie)
Normaal Kanker
- Ontwikkeling en groei - Groei zonder de wetten van het
- Volwassen weefsels ecosysteem te respecteren
• Homeostase behouden (= evenwicht - Onaangepaste/ ongecontroleerde groei
behouden) → volwassen weefsels • Niet-adaptief: zonder uitlokkende
staan hiervoor in. Indien schade aan fysiologische stimulus
het DNA moet het lichaam dit stukje • Niet flexibel of reversibel: zonder
herstellen. Bij veel mensen met spontaan uitdoven
familiale kankers!
o Steady state
o Herstel/ repair
• Adaptief inspelen op wijzigende
situaties (spieren en organen kunnen
op normale manier ook groter worden
zonder kanker te zijn)
o Hyperplasie: cellen die
toenemen in aantal
o Hypertrofie: cellen die groter
worden
o Flexibel en reversibel (in normale
situatie)
VOORBEELDEN HYPERTROFIE/HYPERPLASIE
- Hypertrofie: spieren kweken
- Hyperplasie: bph (= benigne prostaat hypertrofie)
• Goedaardige prostaat vergroting → kan urine buis dichtdrukken en de plasstraal verminderen
• Baarmoederslijmvlies verdikt
,VERSCHILLEN TUSSEN BENIGNE EN MALIGNE TUMOREN
- Benigne = goedaardig
- Maligne = kwaadaardig
- Verschillen:
- Sidenotes bij tabel:
• Begrenzing: rond = goed
• Niet invasief: naar andere weefsels
• Hersentumor altijd behandeling (zowel benigne als maligne)
• Necrose: cellen die afsterven (tumor gaat in het midden vaak afsterven)
• Differentiatie: lijkt het op normaal weefsel?
• Mitotische activiteit = groeisnelheid, delingen
• Metastasering = uitzaaiingen
• Poliep in darm wegnemen want kan evolueren naar kwaadaardig
→ Normale cellen groeien gecontroleerd, kankercellen groeien ongecontroleerd (= tumor)
,HET MENSELIJK GENOOM
- 4 cel soorten
• Epitheelcel
• Spiercel
• Zenuwcel
• Bindweefsel
- Rode bloedcellen hebben geen celkernen
- DNA maakt de eiwitten → verschillende basen naast elkaar vormen
een gen
- Uit DNA wordt mRNA gemaakt en getransleerd tot een proteïne
- Het menselijk genoom bevat genomics, transcriptomics en proteomics
- 46 chromosomen per cel → elk chromosoom heeft 2 armen
• P = korte arm (Petit = klein)
• Q = lange arm
- 23 chromosoomparen → 23ste is het geslachtshormoon
- 3miljard bouwstenen en 25 000 genen
DE NORMALE CEL EN DE KANKERCEL
- Bij kanker gebeurt er binnen de chromosomen fouten:
• Fout in chromosoom waardoor eiwit niet gemaakt worden, er valt een stukje van het
chromosoom
• Rode stukje kan zich ook verdubbelen waardoor het chromosoom langer wordt
• Rode stukje kan zich ook flippen (omdraaien)
• Chromosomen kunnen ook stukken uitwisselen: trans locatie (bv. chromosoom 4 en 20 delen
stukken)
- Hierdoor ontwikkeling kankercel
NEXT GENERATION SEQUENCING
Circos plot:
, GENOMISCH LANDSCHAP
Op het uiteinde zie je 2 kankers namelijk longkanker en huidkanker met heel veel afwijkingen links 2
kindertumoren met weinig afwijkingen. Vooral bij longen en huid → blootstelling is belangrijk concept !! Bij die
kindjes ze zijn nog niet echt blootgesteld → ze hebben gewoon echt pech! Bij leukemie vooral THL kanker bij
kindjes.
TYPES KANKER
(afhankelijk van type cel waaruit ze ontstaan)
Epitheel Carcinoma (vaste tumor)
Lymfocyten Lymfoma (tussen vast en vloeibaar)
Witte bloedcellen Leukemie (vloeibare tumor)
Bindweefsel Sarcoma (vaste tumor)
Melanocyten (in de huid) Melanoma (vaste tumor)
Kiemcellen (vooral bij kinderen) Terratoma (vaste tumor)
→EXAMEN: 3 soorten kankers kunnen geven en van waar ze ontstaan zijn
- Vloeibare kankers: ontstaan in bloed
- Vaste kankers: ontstaan in weefsel