Volledige samenvatting goederenrecht jaar 2/pre-master
6 keer bekeken 0 keer verkocht
Vak
Goederenrecht (PRI3021)
Instelling
Maastricht University (UM)
In dit document vind je het gehele vak uitgewerkt in samenvattingen, lesuitwerkingen en aantekeningen, stappenplannen en oefeningen. Met deze samenvatting heb ik een 7,3 gehaald voor het tentamen als pre-master student zonder bachelor in de rechten.
(Bloot) rechtsfeit: een feit waarbij rechtsgevolg intreedt zonder dat daarvoor enig actief menselijk handelen
nodig is. Bijvoorbeeld geboorte of tijdsverloop.
Rechtshandeling: een handeling gericht op een rechtsgevolg. Dat is het geval wanneer de handelende persoon
het rechtsgevolg heeft beoogd.
Feitelijke handeling: een handeling zonder dat hier een beoogt rechtsgevolg achter zit.
Eenzijdige rechtshandeling: hierbij treedt het rechtsgevolg in door de wilsuiting van 1 persoon.
Ongerichte (eenzijdige) rechtshandeling: niet gericht op specifiek persoon (voorbeeld opstellen testament)
Meerzijdige rechtshandeling: hierbij zijn er corresponderende wilsuitingen van meerdere personen vereist
voor het tot stand brengen van het rechtsgevolg.
Verbintenis: is een verplichting van de een (de schuldenaar) jegens de ander (de schuldeiser), waarmee bij
laatstgenoemde een subjectief vermogensrecht (een vordering) correspondeert.
Natuurlijke verbintenis: is een rechtens niet-afdwingbare verbintenis. Een natuurlijke verbintenis mist dus een
belangrijk kenmerk van de ‘gewone’ verbintenis. (Art. 6:3 BW).
Overeenkomst: is een meerzijdige rechtshandeling. Voor de totstandkoming van een overeenkomst zijn 2
eenzijdige gerichte rechtshandelingen vereist: aanbod en aanvaarding.
Wederkerige overeenkomst: een overeenkomst is wederkerig indien elk van beide partijen een verbintenis op
zich neemt ter verkrijging van de prestatie waartoe de wederpartij zich daartegenover jengens haar verbindt.
Het gaat hier om een overeenkomst waarbij een meerzijdige rechtshandeling wordt verricht. Uit een dergelijke
overeenkomst vloeit voor beide partijen één of meerdere verbintenissen. Beide partijen zijn gehouden iets na
te komen. (Art. 6:261 BW).
Niet wederkerige overeenkomst: een partij heeft geen verplichtingen bij de overeenkomst, zoals bijvoorbeeld
bij een schenkingsovereenkomst, aangezien er voor de ontvangende partij geen verplichtingen in het leven
worden geroepen.
Regelend recht houdt in dat de wet een aanvullende werking heeft als partijen bepaalde afspraken in de
overeenkomst niet hebben gemaakt. In dat geval heeft de wet een aanvullende werking op een tussen partijen
gesloten overeenkomst.
Dwingend recht: zijn wettelijke bepalingen waarvan niet mag worden afgeweken door partijen. Deze regels
dienen veelal ter bescherming van een “zwakkere” partij zoals een huurder of werknemer.
,Aansprakelijk: is een rechtsfiguur uit het burgerlijk recht die tot de verplichting kan leiden om de nadelige
gevolgen van een bepaalde gebeurtenis te moeten dragen. Dit kan samenhangen met de voldoening van een of
meer verbintenissen, ook wanneer hij of zij de verbintenis niet tot stand heeft gebracht.
Uitwinbaar: een schuldenaar is uitwinbaar indien hij niet vrijwillig aan zijn verplichting voldoet.
Draagplichtig: iemand is draagplichtig indien hij degene is die rechtens uiteindelijk de gevolge van de
uitwinning in zijn vermogen behoort te voelen.
A betaalt B niet terug. A is uitwinbaar en draagplichtig. C heeft zicht tegenover B voor de schuld van A ten borg
gesteld. A is aansprakelijk uitwinbaar en draagplichtig, want hij is de eigenlijke schuldenaar. C is aansprakelijk
en uitwinbaar, maar niet draagplichtig.
VERBINTENISSENRECHT 2
BEGRIPPEN TOTSTANDKOMING RECHTSHANDELING
Aanbod: wilsverklaring houdende voorstel tot het sluiten van een overeenkomst.
Aanvaarding: wilsverklaring houdende acceptatie van overeenkomst zoals voorgesteld in het aanbod.
Wilsontbreken: Bij wilsontbreken is er helemaal geen sprake van een wil. De wil ontbreekt. Dit kan
bijvoorbeeld wanneer een van de partijen een geestelijke stoornis heeft. Als er sprake is van wilsontbreken,
dan is de overeenkomst nietig.
Handelingsonbekwaamheid: is door de wetgever bedacht om kwetsbare mensen, zoals minderjarigen en
meerderjarigen die onder curatele staan, te beschermen in het rechtsverkeer. Het houdt in dat de
handelingsonbekwame niet mag optreden in het recht (tenminste niet zonder toestemming) en dat wanneer
hij dat wel doet, de curator de door de curandus gesloten overeenkomst ongedaan kan maken.
Wilsgebreken: Soms komen de wil en de verklaring van een partij wel overeen, maar is de wil op een
gebrekkige manier gevormd. Er is dan sprake van een wilsgebrek. De partij had bijvoorbeeld een verkeerde
voorstelling van zaken. Als de partij een juiste voorstelling van zaken had gehad, dan was zij de overeenkomst
niet aangegaan.
De vier soorten van wilsgebrek zijn:
1. Bedreiging
2. Bedrog
3. Misbruik van omstandigheden
4. Dwaling
Als er sprake is van een wilsgebrek, dan is de overeenkomst vernietigbaar.
Overeenkomsten in strijd met de wet/ openbare orde en goede zeden: art 3:40 BW houdt een toetsingskader
in met betrekking tot de geoorloofdheid van overeenkomsten. Er wordt getoetst op het sluiten van de
overeenkomst, de inhoud van de overeenkomst en de strekking van de overeenkomst.
Wilsvertouwensleer: de gebondenheid aan het contract kan niet exclusief op de menselijke wil worden
teruggevoerd, doch berust op twee pijlers: (a) de subjectieve wil van de handelende; en (b) het bij de
wederpartij omtrent die wil aanwezige gerechtvaardigde vertrouwen.
Nietigheid: overeenkomsten met maatschappelijk onaanvaardbare gevolgen kunnen nietig verklaard worden
op basis van een nietigheidsgrond. Ze zij dan ongeldig en hebben derhalve i beginsel geen rechtsgevolgen.
Vernietigbaarheid: de bevoegdheid van een partij de overeenkomst ongeldig te verklaren, hiervoor is een
grond voor vernietigbaarheid nodig.
,VERBINTENISSENRECHT 3
BEGRIPPEN NIET NAKOMING
Wanprestatie: artikel 6:74 BW bepaalt dat de partij die tekortschiet in de nakoming van een verbintenis
verplicht is de schade te vergoeden die hierdoor ontstaat. De tekortkoming moet wel toerekenbaar zijn.
Overmacht: nu beschrijft artikel 5.226 B.W. overmacht als “een ontoerekenbare onmogelijkheid voor de
schuldenaar om zijn verbintenis na te komen.
Gevolgschade: is indirecte schade.
Vertragingsschade: bestaat uit de kosten die gemaakt worden om de gevolgen van de vertraging te
ondervangen. Bijvoorbeeld de kosten van de huur van een machine als deze niet op tijd wordt geleverd of de
kosten die gemaakt worden om bepaald werk uit te besteden.
Verzuimregeling: voor sommige rechtshandelingen is toepassing van de verzuimregeling vereist. Dat betekent
dat als iemand bijvoorbeeld een schadevergoeding wil vorderen, de wederpartij eerst in verzuim moet zijn
getreden.
Ontbinding: is de juridische benaming voor een manier van het beëindigen van een overeenkomst.
VERBINTENISSENRECHT 4
BEGRIPPEN VERBINTENISSEN UIT DE WET
Onrechtmatige daad: wordt in artikel 6:162 BW omschreven. In deze bepaling staat dat hij die jegens een
ander een onrechtmatige daad pleegt, verplicht is de schade te vergoeden die de ander dientengevolge lijdt.
Voor het slagen van een actie uit onrechtmatige daad moet aan vijf eisen zijn voldaan: onrechtmatigheid,
toerekenbaarheid, schade, causaliteit en relativiteit.
Kwalitatieve aansprakelijkheden: Bij kwalitatieve aansprakelijkheid, ook wel risicoaansprakelijkheid genoemd,
speelt schuld geen rol. Kwalitatieve aansprakelijkheid is een vorm van aansprakelijkheid die gebaseerd is op
een bepaalde rol of hoedanigheid. Een persoon wordt risicoaansprakelijk gesteld voor schade die door een
ander veroorzaakt is.
Onverschuldigde betaling: is het betalen van geld, overdragen van goederen of verlenen van diensten zonder
rechtsgrond. Er ligt geen overeenkomst aan de 'betaling' ten grondslag. Betaling moet ruimer worden gezien
dan alleen het betalen van geld.
Zaakwaarneming: het zich willens en wetens en op redelijke grond inlaten met de behartiging van het belang
van iemand anders, zonder deze persoon hiertoe bevoegd is. Denk aan de buurman die een gebroken ruit laat
vervangen van zijn buren die op vakantie zijn.
Ongerechtvaardigde verrijking: hiervan is sprake bij een vermogensverschuiving van de een ten nadele van de
ander zonder dat daar voldoende (rechts)grond voor is. De verrijkte moet de schade vergoeden ten belope van
het bedrag waarmee hij is verrijkt.
GOEDERENRECHT 1
BEGRIPPEN:
,Eigendom: meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben. Alleen mogelijk op zaken.
Bezit: is het houden van een goed voor zichzelf. Bezit kan onmiddellijk (dat wil zeggen direct) plaatsvinden
doordat iemand bezit zonder dat een andere het goed voor hem houdt. Het bezit kan ook middellijk (dat wil
zeggen indirect) plaatsvinden doordat iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.
Houderschap: wijst volgens artikel 3:108 BW op de feitelijke macht die een persoon over een goed uitoefent.
Het gaat dus om gebruik van een goed dat van iemand anders is.
Verkrijging onder algemene titel: bij verkrijging onder algemene titel treedt de verkrijger als het ware in de
schoenen van de vorige eigenaar (bijvoorbeeld na overlijden)
Verkrijging onder bijzondere titel: bij verkrijging onder bijzondere titel verkrijgt de verkrijger de zaken en/of
rechten op basis van bijvoorbeeld een koopovereenkomst.
Overdracht: is het overdragen van een recht (indien het een recht van. Eigendom is het recht om over een zaak
(stuk grond, voorwerp, hoeveelheid geld enz.) naar eigen goeddunken te beschikken. Hiervoor is een geldige
titel nodig, beschikkingsbevoegdheid en levering.
(On)geldige overdrachtstitel (nietige/vernietigbare titel): de titel doelt op de ‘oorzaak’. Het verbintenis
scheppende feit dat logisch aan de levering voorafgaat, het feit waaruit de verbintenis tot levering voortvloeit,
en dat de overdracht kan rechtvaardigen.
Levering roerende zaken, niet registergoederen: De levering van roerende zaken, niet-registergoederen is
geregeld in art. 3:90 lid 1 BW: „De levering vereist voor de overdracht van roerende zaken, niet-
registergoederen, die in de macht van de vervreemder zijn, geschiedt door aan de verkrijger het bezit der zaak
te verschaffen.
GOEDERENRECHT 2
BEGRIPPEN:
Verjaring: in de wet staat in artikel 3:310 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek een absolute verjaringstermijn van
20 jaren bij letselschade en een relatieve verjaringstermijn van 5 jaren. Deze verjaringstermijn begint te lopen
na het bekend worden met de schade en de daarvoor aansprakelijke partij.
Derdenbescherming: art. 3:36 BW beschemt de derde tegen de gevolgen van handelingen die hij heeft verricht
op grond van een verklaring of gedraging van een ander. De derde mag op de opgewekte schijn afgaan.
GOEDERENRECHT 3
BEGRIPPEN:
Overdracht van vorderingen: een schuldeiser kan een vordering op een schuldenaar overdragen aan een
derde. Dan treedt deze derde in de plaats van de oorspronkelijke schuldeiser. De schuldeiser die de vordering
verkoopt wordt cedent genoemd, en de verkrijger van de vordering cessionaris.
Cessie: de overdracht van een vordering op naam heet een cessie.
Ononverdraagbaarheid vordering: de hoofdregel in art. 3:83 BW luidt dat vorderingsrechten overdraagbaar
zijn, tenzij de wet of de aard van het recht zich daartegen verzet. De overdraagbaarheid van een vordering kan
ook door een beding (een afspraak) tussen schuldeiser en schuldenaar worden uitgesloten.
,GOEDERENRECHT 4
BEGRIPPEN:
Beperkte rechten: zijn rechten die die afgeleid zijn van een dergelijk absoluut recht of een ander meer
omvattend recht. Voorbeelden hiervan zijn gebruiks- en genotsrechten zoals vruchtgebruik en
erfdienstbaarheid maar ook zekerheidsrechten zoals een pandrecht en een recht van hypotheek.
Genotsrechten: beperkte rechten op goederen worden onderscheiden in genotsrechten en zekerheidsrechten.
Genotsrechten geven recht op het gebruik/genot van een goed. Voorbeelden van genotsrechten zijn
vruchtgebruik en erfdienstbaarheid.
Zekerheidsrechten: zekerheidsrechten zijn o.a. pand- en hypotheekrecht, borgstelling, bankgarantie en
hoofdelijke aansprakelijkheid. Ook beslag leggen geeft een vorm van zekerheid.
Vestiging beperkte rechten: Het ontstaan of vestigen van een beperkt recht is alleen mogelijk als er sprake is
van beschikkingsbevoegdheid. Alleen de eigenaar van een woning kan een hypotheekrecht op de woning
vestigen. De eigenaar van een erf kan een erfdienstbaarheid verlenen aan een derde.
Overdracht beperkte rechten: het is mogelijk om delen van de bevoegdheid over te dragen aan een ander dan
wel een ander ook bepaalde rechten te geven op datgene waarvan je eigenaar bent. Dat soort rechten noemen
we beperkte rechten. Beperkte rechten zijn dus afgeleid van een meer omvattend recht.
,SYSTEEM 1: INLEIDING
EIGENDOMSOVERDRACHT
LITERATUUR EN KENNISCLIPS
OVERDRACHT ART. 3:84
Wet definieert overdracht niet, 3:84 lid 1 zegt dat overdracht het resultaat is van een levering krachtens een
geldige titel, verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken. Overdracht duidt hier het
rechtsgevolg aan van een handeling die levering heet.
Overdracht= bewerkstelligende rechtsgang
Vereisten overdracht:
1. Overdracht vatbaar goed (3:83 lid 1)
2. Levering
3. Krachtens een geldige titel
4. Verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken
BESCHIKKEN
Beschikken is het verrichten van een gedraging met betrekking tot een goed, waardoor het goed wordt
vervreemd of bezwaart.
Vervreemden: een ander tot rechthebbende maken (overdragen).
Bezwaren: het vestigen van een beperkt recht het goed.
Hoofdregel: alleen de rechthebbende is beschikkingsbevoegd.
Uitzonderingen: op goed drukkend beperkt recht, bewind, faillissement, bijzonder beslag
(conservatoir/executoriaal/derdenbeslag)
Hoofdregel: een niet rechthebbende is als regel beschikkingsonbevoegd
Uitzonderingen: krachtens een rechtshandeling bevoegd en krachtens de wet bevoegd.
GELDIGE OVERDRACHTSTITEL
In 3:84 wordt titel gedefinieerd als: een rechtsverhouding die aan de overdracht ten grondslag ligt en haar
rechtvaardigt. De belangrijkste bron voor overdrachtstitels vormt de verplichting tot overdracht die ontstaat uit
een verbintenis scheppende overeenkomst (overdracht van een goed op grond van koop, ruil of schenking
bijvoorbeeld.
Let op! Koop is geen wijze tot eigendomsverkrijging, pas wanneer de verkoper de zaak levert ter uitvoering van
de koop, gaat de eigendom van de verkoper over op de koper.
Art. 3:84 lid vereist voor overdracht niet alleen een titel, maar een geldige titel.
,Een geldige titel kan ontstaan door:
Uit overeenkomst ontstane verbintenissen tot overdracht (koop, ruil, schenking etc.)
Uit de wet
Natuurlijke verbintenissen strekkende tot overdracht (gentleman agreement)
DERDENBESCHERMING DOOR ART. 3:88
Art. 3:88 biedt derdenbescherming tegen beschikkingsonbevoegdheid van de vervreemder. Daarvoor moet aan
de volgende vereisten zijn voldaan:
1. De levering betreft een registergoed, een recht op naam, of een ander goed waarop 3:86 niet van
toepassing is.
2. De derde-verkrijger is ten tijde van de levering te goeder trouw. (Vaststelling volgens dezelfde regels
als bij 3:86: door middel van 3:11 en 3:23 BW)
3. De beschikkingsonbevoegdheid vloeit voort uit de ongeldigheid van een vroegere overdracht.
4. De ongeldigheid van die vroegere overdracht is niet het gevolg van de onbevoegdheid van de
toenmalige vervreemder.
3:88 vormt een aanvulling op 3:86, maar is maar beperkter toepasbaar
VERKRIJGING EN VERLIES VAN GOEDEREN
Art. 3:80 lid 2 beschrijft 5 manieren van verkrijging onder algemene titel:
Erfopvolging
Boedelmenging door fusie
Splitsing
Een besluit tot overgang
Toepassing van een afwikkelingsinstrument
Bij verwerving onder bijzondere titel is geen sprake van opvolging in een geheel of evenredig deel van een
vermogen. Het is de verwerving van een bepaald goed, een actief vermogensbestanddeel. (Bijvoorbeeld
overdracht, verjaring, onteigening).
Het stelsel van verkrijging en verlies van goederen is gesloten: je kunt niet buiten de wettelijke manieren.
Derivatieve verkrijging: men verwerft een recht van een rechtsvoorganger. Een verkrijging is derivatief wanneer
de verkrijger zijn recht op het goed ontleent aan een ander, zijn rechtsvoorganger
Bij originaire verkrijging verwerft men een nieuw recht. Het recht is bij de verkrijger nieuw ontstaan.
RECHTEN EN VERPLICHTINGEN
Bijzonder aan een zakelijk recht is dat het op de zaak blijft rusten ongeacht bij wie deze zaak zich bevindt. Dit
wordt zaaksgevolg of “droite de suite” genoemd. Hierin onderscheidt het zich van een persoonlijk recht, dat
alleen tussen bepaalde personen geldt.
TAAK DEKERS/HINOUL
1. Wat zijn de eisen voor de geldige overdracht van een onroerende zaak?
,Dat zijn dat:
1. Er sprake is van een voor overdracht vatbaar goed (3:83 lid 1)
2. Er spraken is van levering (3:89 lid 1 BW = notariële akte, denk ook aan inschrijving register)
3. Krachtens een geldige titel (6:71/72 BW)
4. Verricht door hem die bevoegd is over het goed te beschikken
2. Wat is het gevolg van de vernietiging van de koopovereenkomst tussen Deckers en Hinoul voor de
eigendom van het perceel en het huis?
Dat betekend dat Hinoul dus geen eigenaar was toen hij het verkocht aan Mausen.
Hinoul was door de vernietiging met terugwerkende kracht eigenlijk geen eigenaar. 2:53 BW. Hij heeft wel
doorgeleerd aan M. H is hier beschikkingsonbevoegd. Maar M is te goeder trouw (3:88 BW)
88= ontroerende zaken
86= roerend
Nietig: heeft nooit bestaan
Vernietiging: wordt met terugwerkende kracht vernietigd.
3. Kan Mausen zich op derdebescherming beroepen?
Ja, er is spraken van een goed, te goeder trouw, beschikkingsonbevoegdheid. (Alle eisen van 3:88 zijn voldaan)
Te goeder trouw: heeft M in het register gekeken? In deze casus niet van toepassing omdat het beroep op
dwaling pas na de initiële verkoop is gedaan.
Eis 4: De ongeldigheid van die vroegere overdracht is niet het gevolg van de onbevoegdheid van de toenmalige
vervreemder.
Het mag hier dus niet zo zijn dat D beschikkingsonbevoegd is.
Extra: Deckers had om te goeder trouw uit te sluiten de dagvaarding in kunnen schrijven in de openbare
registers. (3:17 lid 1 sub f BW + 3:23 BW)
Hoe komt D dan aan zijn geld? Revindiceren 5:2 BW, maar H heeft het huis niet meer.
Onverschuldigde betaling 6:203= H kan het huis niet teruggeven, want dat is in eigendom van M. H kan
onverschuldigde betaling niet nakomen want hij heeft het huis niet meer. Dus kijken we naar 6:74.
TAAK: ABSOLUUT OF RELATIEF?
1. Erfdienstbaarheid artikel 5:70. Persoonlijk recht = relatief recht (overeenkomst = zuiver persoonlijk
karakter) = gaat niet via rechtswegen over. De nieuwe bewoner mag dus de toegang weigeren.
(Technisch gezien bestaat de overeenkomst tussen A en B nog, maar A kan niet meer nakomen dus
wanprestatie).
2. De derde wordt getroffen door deze erfdienstbaarheid. Voor erfdienstbaarheid mag je geld vragen,
het etentje valt dus buiten de notariële akte. 5:70 lid 2 BW. B is het heersende erg en A het dienende.
Erfdienstbaarheid: iets dulden of juist niet dulden. Erfdienstbaarheid gaat mee over (zaaksgevolg). Het
zaaksgevolg wordt gekoppeld aan het dienende erf. Erfdienstbaarheid is hier een beperkt recht, volgt
de hoofdzaak.
, 3. 6:251 BW, dit is een uitzondering op de hoofdregel van casus 1. Omdat hier C zodanig belang heeft bij
de overeenkomst tussen A en B, dat de overeenkomst overgaat. C heeft een kwalitatief recht.
4. 3:7 BW, er is hier een heersend erf en dat is niet beperkt. De erfdienstbaarheid kan niet bestaan
zonder heersend erf, dus er is afhankelijk recht. De erfdienstbaarheid kan namelijk niet bestaan
zonder heersend recht.
SYSTEEM 2: VERTEGENWOORDIGING EN
OVERDRACHT
TAAK: OVER DE SCHREEF
CASUS
Marc Smeets, Anneke Smeets-Rongen en hun zoon Henk Smeets zijn vennoten in de vennootschap onder firma
‘Bakkerij Smeets’ gevestigd aan de Rompelbergstraat 4 te Brunssum. Het pand Rompelbergstraat 4 is in volle
eigendom ingebracht in de vof. Omdat het pand verbouwd moet worden met het oog op een uitbreiding van
de bakkerij, neemt Henk contact op met een architect, Rob Theunissen. Henk legt de architect uit dat hij de
onderneming van zijn ouders wil overnemen als eenmanszaak en dat te zijner tijd de vof zal worden beëindigd,
en dat hij plannen heeft om de capaciteit van de oven en de winkelruimte te vergroten. Op 3 augustus 2019
komt Theunissen het pand bezichtigen. Hij bespreekt met Henk de bouwplannen en maakt foto’s van het pand,
met name van de winkelruimte aan de voorkant, en de bakkerij zelf waarin een nieuwe, grotere, oven moet
worden geplaatst. Marc Smeets die in de ovenruimte bezig is met schoonmaken, laat Theunissen zien waar de
nieuwe oven komt te staan.
Op 6 augustus 2019 stuurt Theunissen een 1e voorschotfactuur ad € 2100 aan ‘Firma Bakkerij Smeets’. Deze
factuur vermeldt als referentie 'ontwerp verbouwing pand Rompelbergstraat 4, Brunssum'. Deze rekening is
vanuit de rekening-courant van de vof betaald. Op 15 augustus 2019 stuurt Theunissen aan ‘Vof Bakkerij
Smeets’ een 2e voorschotfactuur ad € 3250. De factuur vermeldt als referentie 'bestektekeningen verbouwing
pand Rompelbergstraat 4, Brunssum'. Ook deze rekening is door de vof betaald.
Op 2 september 2019 stuurt Theunissen aan H. Smeets, Rompelbergstraat 4, een derde voorschotfactuur ad €
2800, welke vermeldt 'bestek gereed'. Op 14 september 2019 stuurt Theunissen aan H. Smeets,
Rompelbergstraat 4, een vierde voorschotfactuur ad € 2900, welke vermeldt 'Aanbesteding gereed'. De ouders
van Henk vinden dat de facturen van de architect wel erg hoog oplopen en dat Henk’s plannen te ambitieus
zijn. Zij weigeren om de facturen te voldoen en vertellen Henk dat hij de verbouwingsplannen beter kan
afblazen.
Na enkele aanmaningen gestuurd te hebben voor de laatste twee facturen neemt Theunissen een advocaat in
de arm. Wanneer de vof een brief ontvangt die namens Theunissen is verstuurd door zijn advocaat, beroept de
vof zich op het feit dat de vof zelf niet gebonden is aan de overeenkomst van opdracht. De advocaat van de vof
stelt zich op het standpunt dat Henk niet namens de vof heeft gecontracteerd, en dat bovendien in het
handelsregister staat ingeschreven dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de vennoten in die zin is
beperkt dat zij alleen zelfstandig bevoegd zijn tot een bedrag van € 2500 en dat bij transacties vanaf € 2500 alle
vennoten gezamenlijk vertegenwoordigingsbevoegd zijn. Is de vof gebonden aan de overeenkomst van
opdracht?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jenskekoolen. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €12,99. Je zit daarna nergens aan vast.