Samenvatting epitheel & bindweefsel van het onderdeel histologie van het opleidingsonderdeel ‘celbiologie en histologie’ gegeven door de professoren Timmermans en Brouns. Gebasseerd op de cursustekst van USB en hoorcolleges. Geslaagd 1ste zit met 15/20.
Epithelen
1. Algemene kenmerken:
- Bescherming bieden van de onderliggende weefsels zodat die niet worden aangetast door
buitenaf—> bescherming door het lichaamsoppervlak te bedekken en lichaamsholten &
kanalen af te lijnen—> bedekkende epithelen
- Regulatie van de opname en afgifte van stoffen omdat ze rechtstreeks in contact zijn met de
buitenwereld zijn ze nodig voor de uitwisseling van stoffen met de omgeving. (Bv.
Gasuitwisseling tussen lucht in longblaasjes en bloed in bloedbaan moet efficiënt gebeuren
dus zal epitheel van longblaasjes heel dun (eenlagig) zijn.)
- Vormt klieren (=klierepitheel = aanmaak van secretieprodcucten)
- Eenlagig of meerlagig epitheelcellen of zelfs extra beschermlaagje (hoornlaag)
- Alle epithelen rusten op een basale membraan: afgrenzing onderliggend BW
- Epitheelcellen sluiten nauw aaneen (nauwe spleetjes) —> epitheelcellen hebben extreem
lage hoeveelheden extracellulaire matrix die gevuld is met interstitiele vloeistof en zorgt voor
de aanvoer van voedingstoffen en afvoer van afvalstoffen via diffusie)
De laatste is belangrijk omdat in epitheelweefsel geen bloedvaten in voorkomen. Zuurstof en
voedingstoffen moeten dus vanuit haarvaatjes (van het onderliggend BW) volledig via diffusie de
cellen bereiken —> stoffen moeten dus ook diffunderen doorheen de basale membraan.
Door hun ligging zijn ze dikwijls beschadigd en zullen epitheelcellen geregeld doen aan celdeling
(mitose).
2. De epitheelcel
Cytoskelet: keratine
Epitheelcellen hebben een specifiek cytoskelet ( skelet of ondersteuning van de cellen): voor
een groot deel opgebouwd uit een keratine eiwit —> specifieke type in specifiek epitheelcel
—> manier om epithelen uit elkaar te halen —> belangrijk voor bv tumoren omdat die
opgebouwd kunnen zijn uit verschillende celtypen, die vaak afgeleiden zijn van
epitheelcellen. Dus bij het uitvoer en expressie van kleuring specifiek voor keratines —>
besluiten dat die tumor bestaat uit epitheelcellen. De keratine eiwitten vormen keratine
filamenten, die kunnen dan nog eens samengevoegd worden tot fibrillen. Deze filamenten
behoren tot de intermediaire filamenten van het specifiek cytoskelet en zijn belangrijk voor
de verhoorning of keratinisering van epithelen.
, Celpolariteit
Epitheelcellen zijn gepolariseerd= afhankelijk van hun plaats een specifieke functie en
uiterlijk. Ze hebben apicaal, lateraal en basaal domein. (Laterale en basale domein zijn
functioneel gelijkaardig= basolateraal domein). De plaats die wijst naar basaal membraan en
onderliggend BW= basaal domein, plaats waar epitheelcellen naast elkaar goed vastzitten=
lateraal domein, plaats die wijst naar de lumen of buiten= apicaal domein. Amicale wordt
gescheiden van basolaterale op plaats van zonulla occludens (tight junctions).
1. Apicale domein
Oppervlaktespecialisaties
Gedeelte die functioneel in contact komt met dingen die van buiten af of naar buiten toe
gaan. In bepaalde organen zijn hier structurele oppervalktespecialisaties aanwezig die
noodzakelijk zijn voor de functie van de cel in orgaan.
Oppervlaktespecialisaties:
- Microvilli: uitstulpingen van het apical celmembraan —> vergroting van het opp van
het celmembraan —> belangrijk voor een grotere contactopp. Bv. Bij dunne darm
waardoor een groter opp is die in contact met voedsel om zoveel mogelijke
voedingstoffen op te nemen op zo kort mogelijke afstand. Dankzij de microvilli op
darmepitheelcellen is er 10x groter opp en moet de darm dus 10x minder lang zijn
voor dezelfde resultaat.
- Cilia/ trilhaartjes: kunnen slagbewegingen maken/ trillen. Bv te vinden bij de luchtpijp
die zorgt dat stofdeeltjes naar buiten gewapperd worden —> kuchen
- Stereocilia: langgerekte microvilli, in specifieke organen
- Flagellen: specifiek voor spermatozoa, geen duidelijke epitheelcellen maar wel opp
specialisaties.
2. Laterale domein
Intercellulaire verbindingen; zorgen dat cellen aan elkaar vastzitten
Indeling naargelang vorm
- Macula: ronde of puntvormige verbinding
- Zonula: bandvormige structuur
- Fascia: onregelmatige verbinding
Indeling naargelang functie:
- Occludensverbindingen: afsluiting van intercellulaire ruimten (niet naar ene kant naar andere)
- Adhaerensverbindingen: aanhechting (goed vastzitten van de cellen)
- Nexusverbindingen: communicatie
Ook andere celtypen vertonen verbindingen (vb. Hartspiercellen)
Bij zonula occludens is er geen para- cellulair transport.
De tonofilamenten zijn bundels keratinefilamenten die de cytoskelet ondersteunen. De desmosoom verbindt 2 naburige
cellen met elkaar door desmosomen plaques/ hechtingsplaten.
Elektronenmicroscoo: elektronen gebruiken als belichting —> kleinere golflengte —> meer detail
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bmPharma. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,39. Je zit daarna nergens aan vast.