Leerdoelen OWG 2.5
Wat gebeurt er tijdens de voorbereidingsfase (geven van informatie en voorbereiden lichaam)
Wat gebeurt er tijdens de startfase (wanneer begint die en door welke factoren komt deze fase
op gang?)
Wat gebeurt in de ontsluitingsfase (wanneer begint deze?)
Wat gebeurt er tijdens de uitdrijving?
Wat gebeurt er tijdens de nageboorte?
Wat gebeurt er tijdens het postpartum tijdperk? ( uur) (verandering van baarmoeder en
buikspieren, hartminuutvolume etc.)
Benoem de start en het einde van elke fase.
Benoem bij elke fases de bevorderende en niet vorderende factoren (denk bijv. aan lege
blaas).
Wat is de rol van de verloskundige in de verschillende fases?
Wie is er betrokken bij de verschillende fases?
Weet hoe je een parthogram moet lezen en invullen.
Welke materialen zijn er nodig voor een bevalling zowel van de verloskundige als van de
vrouw zelf?
Wanneer gaat de zwangere naar het ziekenhuis zodra de bevalling begonnen is? (denk aan
aantal centimeters ontsluiting)
Wat zijn indicaties om tijdens de baring om door te sturen? (zowel thuis als ziekenhuis)
,Hoe komt de baring op gang?
Het op gang komen en doorzetten van de baring wordt veroorzaakt door biochemische veranderingen en
ontstekingsprocessen in de cervix en een samenspel van de foetale en maternale hormonen.
Oestrogenen
In de zwangerschap produceert de placenta oestrogenen. Met het toenemen van de zwangerschap stijgt de
oestrogeenspiegel in het maternale bloed. De placenta is voor de productie van oestrogenen afhankelijk
vandehydro-epiandosteronsulfaat (DHEAS), afkomstig uit de maternale en foetale bijnieren. DHEAS van de
foetale bijnieren wordt in de foetale lever omgezet in 16-OH-DHEAS en vervolgens in de syncytiotrophoblast
omgezet in oestradiol. DHEAS wordt in de placenta omgezet tot DHEA, dat weer wordt omgezet in oestradiol.
Foetaal:
Syncytiotrophoblast = Is de epitheliale bedekking van de zeer vasculaire embryonale placentavlokken, die de
wand van de baarmoeder binnendringt om de voedingscirculatie tussen het embryo en de moeder tot stand te
brengen.
Oestrogenen stimuleren de prikkelgeleiding tussen de myometriumcellen, doordat ze de synthese van
de connexine 43 (gap junction alpha-1 proteïne) en zo de vorming van gap-junctions stimuleren.
Daarnaast stimuleren oestrogenen de vorming van prostaglandine- en oxytocinereceptoren in het
myometrium en hebben ze een positieve invloed op de enzymen, waaronder ‘myosine light chain
kinase’, deze enzymen zijn betrokken bij spiercontracties.
Progesteron
Progesteron speelt een belangrijke rol bij het in stand houden van de hormonen tijdens de zwangerschap. Het
wordt vroeg in de zwangerschap door het corpus luteum geproduceerd en daarna door de placenta.
Progesteron heeft een remmende werking op het myometrium doordat het de synthese van NO
(stikstofmonoxide) stimuleert en de prostaglandinesynthese remt.
Daarnaast remt progesteron de vorming van gap-junctions en de ontwikkeling van calciumkanalen en
oxytocinereceptoren in het myometrium.
In de cervix heeft progesteron een remmend effect op de collagenolyse, waardoor de cervix gesloten
blijft. Collageen -> wordt afgebroken door matrixmetalloproteinase (MMP).
Progesteron verhoogt juist de ‘tissue inhibitor’ -> MMP De bevalling komt uiteindelijk op gang doordat
de oestrogeen/progesteronbalans verandert, maar niet doordat de progesteronwaarden tegen de à
terme datum sterk dalen. De biologische respons op progesteron wordt bepaald door de progesteron
receptoren
(PR) A en B
PR-A blokkeert de werking van progesteron.
PR-B stimuleert de werking van progesteron.
Rond de à terme periode krijgt PR-A de overhand. Hierdoor worden de genen die de CAPs coderen geactiveerd
en komt de baring op gang. Na de overschrijding van een bepaalde drempelwaarde vormen de connexines gap
junctions: de prikkelgeleidende verbindingen in het myometrium. Prostaglandinesynthese = is de productie van
lipide verbindingen in de cellen van mensen. Deze stoffen zijn chemische boodschappers die biologische
processen bemiddelen, zoals ontstekingen, en zijn belangrijk in de normale functie van veel verschillende
weefsels.
Prostaglandinen
Prostaglandinen (PGE2, PGF2) spelen een belangrijke rol bij het op gang houden en stimuleren van het
baringsproces. Ze worden tijdens de baring gesynthetiseerd (samenvoegen) door onder andere
De vliezen
De decidua (het slijmvlies dat de baarmoederholte bekleed, wordt bij de menstruatie in gedeelte
afgestoten)
De placenta
Prostaglandinen remmen de werking van het uterus relaxerende progesteron en stimuleren verweken van de
cervix doordat ze collageenstructuren afbreken. Prostaglandinevorming wordt geremd door progesteron en
gestimuleerd door oestrogenen, cytokinen en CRH.
, Corticotropine- ‘releasing’ hormoon
CRH wordt door de maternale en foetale hypothalamus geproduceerd. CHR-receptoren bevinden zich in de
hypofyse, het myometrium, de placenta, de decidua, de vliezen en de bijnieren van de moeder + kind. Tijdens
de zwangerschap wordt CHR ook door het myometrium en de placenta geproduceerd. CHR stimuleert de
hypofyse tot vrijmaken van adrenocorticotroop hormoon (ACTH), dat vervolgens de cortisolproductie door de
bijnieren stimuleert. Het meeste maternale CRH wordt gebonden aan een eiwit, het CRH bindend proteïne ->
CHR-BP. In gebonden vorm is CRH INACTIEF. Tegen de à terme datum daalt het CRH-BP en als gevolg daarvan
stijgt de spiegel van het vrije CRH. CRH is betrokken bij zowel relaxatie als de contractie van het myometrium.
De werking is afhankelijk van de expressie en het biologische effect van de CHR-receptoren.
CRH-1 remt de activiteit van het myometrium
CRH-2 stimuleert de contractiliteit van het myometrium
Bij de moeder remt cortisol de productie van CRH en ACTH. Daarentegen heeft cortisol juist een stimulerende
werking op de CRH-productie. Cortisol stimuleert zo de hypothalame-hypofysaire as van de foetus en
stimuleert de bijnieren tot de productie van cortisol en de dehydro-epiandrosteron (sulfaat) -> DHEA en DHEAS
Cortisol heeft
Positieve invloed op de longrijping van de foetus.
Stimuleert ook de conversie van DHEAS naar oestrogenen in de placenta.
Positief effect op de synthese van prostaglandinen -> bevorderen contracties van het myometrium en
de collageenafbraak in de cervix. Hierdoor treedt verweking van de cervix op. Fibronectine, een
foetaal eiwit dat zorgde voor de binding tussen de vliezen en cervix, komt hierbij vrij en is meetbaar in
vaginale afscheiding. Aan het eind van de zwangerschap veroorzaakt rek van de vliezen een steriele
inflammatoire reactie. Hierdoor neemt het elastisch vermogen af en kunnen de vliezen breken.
Oxytocine
Oxytocine wordt gesynthetiseerd door de neuronen van de hypothalamus en wordt in de hypofyseachterkwab
aan het bloed afgegeven. Het hormoon wordt ook gesynthetiseerd in
De decidua
De placenta
Het extra-embryonaal foetaal weefsel
In de hersenen werkt oxytocine als neurotransmitter en neuromodulator -> heeft dus een pijn verlichtende
werking. Oxytocine heeft een kalmerend effect doordat het de amygdala (is een amandelvormigestructuur die
betrokken is bij het aansturen en verwerken van verschillende emoties) beïnvloed. Oxytocine stimuleert het
gevoel van liefde en verbondenheid. In de zwangerschap is de uterus ongevoelig voor oxytocine, maar tegen
het einde van de zwangerschap neemt het aantal oxytocinereceptoren in het myometrium toe, r de uterus
gevoeliger wordt voor dit hormoon. Tijdens de eerste uren post partum en ook tijden borstvoeding zijn de
oxytocinespiegels in het moederlijke bloed hoog: huis-op-huidcontact stimuleert ook het vrijkomen van
oxytocine.
Relaxine
Het hormoon relaxine wordt vroeg in de zwangerschap geproduceerd door het corpus luteum en later door de
placenta en decidua. Relaxine heeft effect op de vascularisatie (doorbloeding) van het endometrium en heeft
een verwekend, relaxverend effect op de gewrichten en pezen. De cervix rijpt mede onder invloed van relaxine.
Adrenaline
Adrenaline, maar ook andere catecholaminen worden bij stress afgescheiden door de maternale bijnier.
Catecholaminen remmen de activiteit van prostaglandine en ocytocine, waardoor het myometrium minder
krachtig contraheert. Wanneer de baring eenmaal op gang is, treedt een zichzelf versterkend proces op.Voor
contractie van het gladde spierweefsel is een internactie tussen myosine en actine (eiwitten in spierweefsel)
van belang. Om met actine te kunnen reageren, moet myosine onder invloed van ‘myosin light-chain kinase’
(MLCK) worden gebonden aan fosforzuur. Door de interactie tussen gefosforyleerde myosine en actine wordt
adenosinetrifosfaat (ATP) omgezet in adenosinedifosfaat (ADP) en komen komt energie vrij voor contractie.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper levischolten. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,16. Je zit daarna nergens aan vast.