HO 1 – ANAMNESE EN KO BIJ MUSCULOSKELETALE AANDOENINGEN
Algemeen
Klacht
o Pijn
Bv. peesontsteking (geen functiestoornis, geen vormstoornis)
o Functiestoornis
Bv. arm niet meer naar boven (geen pijn, niks te zien) = zenuwuitval
o Vormstoornis
Bv. zwelling (geen pijn, geen functiestoornis)
Pijnbron vinden
Diagnose
Waar ligt de pijnbron? – ARTHRON (examen)
ARTHRON = anatomisch gewricht + ligamenten
Je kijkt ook naar hoe het gestuurd wordt en hoe de afvalstoffen kunnen weggaan, dus de vasculaire structuren
en neurale structuren
Schematisch onderzoek
1/ Anamnese en Inspectie
2/ Bewegingsonderzoek (Actief en passief)
3/ Palpatie
4/ Gewrichtstesten
5/ Spiertesten
6/ Neurologische testen
7/ Aanvullende onderzoeken
Examenvraag: Geef het de verschillende elementen van het schematisch onderzoek
1 Anamnese en inspectie
Onderdelen anamnese
Huidige klachten
Ziektegeschiedenis
Sociale anamnese
Medische anamnese
Familiale anamnese
1
,Huidige klachten
Lokalisatie: van de pijn of van de functiestoornis
Tijd: wnnr treden de klachten op en sinds wnnr heeft men klachten
Karakter: van de klacht
Invloed: waardoor de klacht ontstaat
Associatie: welke symptomen vergezellen de klacht
Ziektegeschiedenis
Waarmee is de klacht tot hiertoe behandeld?
Waardoor worden de klachten verminderd of nemen ze toe?
Hoe zijn de levensfuncties (eten, drinken, stoelgang, wateren, slaap,…)?
Wanneer heeft men gelijkaardige symptomen doorgemaakt?
Welke andere klachten heeft men nog?
Sociale anamnese
Beroep
Sport/hobby
Ongevallen
Operatie
Thuissituatie
Medische anamnese
Bekkenorganen: gynaecologisch, urologisch, …
Buikorganen: darm, lever, maag,…
Borstorganen: hart, longen,..
Hoofd: ogen, oren, tanden,..
Psyche
Familiale anamnese
Leeftijd ouders
Chronische ziektebeelden van ouders
Chronische ziektebeelden van familie
Chronische ziektebeelden van kinderen
Ergelijke of famiale ziekten oa. RH, Suikerziekten,…
Altijd navragen bij musculoskeletale problematiek
Nachtelijke pijn? (inflammatoir?)
Pijntoename bij hoesten, niezen en persen? (duraal? hernia)
Pijntoename bij langdurig aanhouden van dezelfde houding (lang staan,
zitten, liggen)? Beter in beweging? (ligamentair?)
Inspectie
Gewoontebewegingen (ADL)
o Gaan, staan, zitten, uitkleden,…
Houding
o Gewoonte-, analgetische houding,…
Vorm
o Veranderingen van de normale contouren
o Vb. zwellingen, hypotrofie, deformaties,…
Huid
o Kleur, littekens, eczeem, bindweefselzones,…
Hulpmiddelen
o Wandelstok, steunapparaat, korset, prothese,…
2
,2 Bewegingsonderzoek
Bewegingsonderzoek
Actieve bewegingen
Geleid actieve bewegingen
Passieve bewegingen (alleen nodig indien actief beperkt)
Bv. abductie van de schouder in frontaal vlak
3 Palpatie
Palpatie
1/ Huid en onderhuid
o Temperatuur, vochtigheid, hypo-of hyperasthesie
o Kiblertest
2/ Spieren en pezen
o Overgang palperen van spier- pees, pees-bot
o Spiertonus, triggerpunten, pijn in rust en in rekpositie
3/ Peesscheden en bursae
o Verdikkingen, crepitaties, drukpijn, verschuifbaarheid
4/ Gewrichten
o Beenderen, kapsel, ligamenten, vormverandering, zwelling (hydrarthron)
5/ Zenuwen en bloedvaten
Kiblertest (huidoproltest)
Huid oprollen tss wijsvinger en duim
Zone dat bij pt gevoelig is hyperesthesie
Als die niks voelt hypoesthesie
Th2: eerste rib
Th4: tepel
Th10: navel
3
, 4 Gewrichtstesten
Examen
Osteokinematica: hoe beweegt het bot in de ruimte?
Bv. abductie van humerus
Athrokinemetica; bij deze osteokinematische
beweging, wat gebeurt er met het gewricht? (bv. humerus
gaat naar boven, draaias licht in covexe humeruskop,
humeruskop glijdt naar caudaal)
Rol-glijmechanisem
Van gebogen knie strekken
Naar voor rollen en naar achter glijden
Rollen: elk punt van de femur, krijgt een ander punt
op tibia, je krijgt telkens andere punten
Glijden: bij glijden krijgt een punt van de femur
verschillende punten op tibia
Fysiologisch eindgevoel
Week-elastisch = wekedelenstop (spieren)
Vast-elastisch = ligamenten en kapsel stoppen de beweging
Hard-elastisch = kraakbeen of beenstructuur stoppen de beweging
elk gewricht heeft zijn eigen typisch eindgevoel
Fysisch vs pathologisch eindgevoel
Pathologisch eindgevoel = indien het eindgevoel van een gewrichtsbeweging anders is dan normaal
5 Spiertesten
Spieren worden getest op
Pijngevoeligheid = drukpijn
Samentrekbaarheid = aanspanningspijn
Lengte = rekpijn
Bij weerstandtesten word gekeken naar kracht en pijn
Pijnvrij + veel kracht = normaal
Pijn + weinig kracht = grote spierlaesie
Pijnvrij + weinig kracht = neurologische laesie
Pijn + veel kracht = kleine spierlaesie
4