(Kinder)psychiatrie
Inleiding
Voorkomen
● Ongeveer ¼ vd populatie psychiatrisch of neurologisch probleem (incl. alcohol en
middelenmisbruik)
● Ongeveer 10% in afgelopen jaar
● Vrouwen meer stemming en angstproblemen, mannen meer alcoholproblemen
● Jonge personen (18-24j) ↑
● Niet-getrouwd en gescheiden ↑
● Werkloosheid ↑
● Hoogopgeleide ↓
Prevalentie beïnvloedt door
● Psychiatrische stoornis
● Geslacht
● Leeftijd
● Burgerlijke stand
● Professionele status
● Socio-culturele factoren
Oorzaak
● Complexiteit vd oorzaken in psychiatrie
○ Afwezigheid van temporele associatie
■ Oorzaken liggen meestal op tijdsafstand van het ziektebeeld
○ Oorzaak en gevolg
■ Een oorzaak kan leiden tot meerdere effecten
■ Een effect kan ontstaan uit meerdere oorzaken
○ Indirecte mechanismen
■ Vb. genetische predispositie + meer stressful life events → depressie
● Voorbeschikkende factoren (predisposing)
○ Factoren die de vulnerabiliteit bepalen
■ Genetisch
■ Uteriene omstandigheden
■ Fysische, psychologische en sociale factoren in kindertijd
○ Begrip ‘predispositie’
■ Sommige auteurs: bij het begin
■ Andere auteurs: ook rekening met veranderingen in later leven
○ Belangrijk onderdeel van constitutie is ‘persoonlijkheid’
● Uitlokkende factoren (precipitating factors)
○ Gebeurtenissen kort voor de stoornis en lijken deze te hebben uitgelokt
○ Kunnen fysisch, psychologisch of sociaal zijn
1
, ● Onderhoudende factoren (maintaining or perpetuating factors)
○ Deze factoren verlengen de duurtijd vd stoornis nadat ze is ontstaan
○ Dit is van groot belang bij de planning vd behandeling
● Verschillende verklaringsmodellen (tijdsgeest)
Psychiatrie = probleem?
● Hoge prevalentie van psychiatrische stoornissen (¼)
● Belangrijke van ‘global burden of disease’ (13,5%)
● Belangrijkste oorzaken van ongeschiktheid (15-44j: 6/20)
Psychiatrie en hulpzoek gedrag
● Jaarlijks 15% vd bevolking: psychiatrische problemen
● ⅔ zoekt geen hulp, ⅓ zoekt hulp bij huisarts
● ⅔ van psychiatrische stoornis: 1ste lijn
Economische kost van mentale stoornissen
● Voor maatschappij, regeringen, personen met psychische problemen, zorgverleners
en familie
● <<Directe kosten:>>hospitalisatie (½ VK; ¾ VS)
● >>Indirecte kosten: verlies productiviteit, vroegtijdig overlijden
● → Behandeling van mentale stoornissen = duur, maar geen behandeling is duurder
Tegenwoordig GGZ (geestelijke gezondheidszorg)
● Shift weg van zorg in grote psychiatrische ziekenhuizen
● Ontwikkeling van gemeenschap GGZ (outreachende zorg aan huis, mobiele teams)
● Integratie van GGZ in algemene gezondheidsdiensten (1ste lijn gezondheidszorg,
algemene ziekenhuizen, community services)
5 kernfuncties binnen het nieuwe GGZ-model
● Functie 1: activiteit inzake preventie en promotie van GGZ, vroegdetectie, screening
en diagnosestelling
● Functie 2 (a en b): ambulante intensieve behandelteams voor zowel de acute als
chronische GGZ-problemen
● Functie 3: rehabilitatieteams die werken rond reïntegratie en sociale inclusie
● Functie 4: intensieve residentiële behandelunits voor zowel acute als chronische
GGZ-problemen indien ziekenhuisopname noodzakelijk is
● Functie 5: specifieke woonvormen waarin zorg aangeboden kan worden indien het
thuismilieu of het thuisvervangend milieu niet in staat is om de nodige zorg te
organiseren
Proces van stigmatizering
● 4 key componenten
○ Labelling: kenmerken als belangrijk verschillend
○ Stereotypen: linken van verschillen aan niet gewenste karakteristieken
○ Separating: onderscheid tussen normale en gelabelde groep als
fundamenteel verschillend
2
, ○ Status loss and discrimination: devaluatie, verwerping, en uitsluiting van de
gelabelde groep
Grondslagen van stigma
● Problemen van kennis: onwetendheid
○ Voorkomen
● Problemen van attitude: vooroordelen
○ Negatieve gedachte + emotie: angst, kwaadheid, afkeer…
○ Sterke predictor van discriminatie
○ Emotionele reacties naar mentale stoornissen: angst voor geweld
● Problemen van gedrag: discriminatie
○ Verwerping en vermijdend gedrag
○ Research naar hypothetische situaties, weinig ivm interventies
○ No assessment van link tussen verklaringen en gedrag
Stigma
● Geen land of maatschappij waar personen met een mentale stoornis zelfde waarde
ervaren als personen zonder
● Sterk verband tussen begrip voor mentale stoornissen en mogelijkheid om
problemen te vertellen
● Kernervaringen van schaamte (zichzelf en anderen) en schuld (van anderen)
● Mentale stoornissen = ultieme stigma
● Verwerping en vermijding van GG = universeel probleem
Mentale fenomenen
● Geen consensus over normale gezonde fenomenen
● Psychische stoornis
○ Product hersenziekte
○ Symptomen die artsen behandelen
○ Statistische variatie vd norm
Culturele variatie
● Ziektebeelden
○ Gelijke prevalentie van nauwe definitie schizofrenie
○ Eetstoornissen: >>ontwikkelde landen
○ Depressie:>>focus op lichamelijke klachten in ontwikkelingslanden
● Behandeling
○ Betere 2j outcome van schizofrenie in ontwikkelingslanden (geloof van
externe oorzaak buiten patiënt, minder jobeisen, hogere kwaliteit traditioneel
familieleven, minder kritisch en meer tolerant)
○ Genezers: zelfde beliefs als ptn
(Psychische) symptomen
● Vorm (structuur) versus inhoud (context)
● Primair vs secundair: tijd, oorzaak
● Betekenis van symptomen alleen, cluster
3
, ● Subjectief (oordeel) vs objectief (observeerbaar)
● Culturele variaties
DSM-5
● Categoriaal en beschrijvend
● Voordelen
○ Communicatie, implicaties prognose en behandeling, onderzoek en opleiding
● Nadelen
○ Oorzaak, theoretische basis, unieke, ontstaan co-morboditeit wegens overlap,
pathologiseren
Waarop letten? (Onderzoek)
● Algemene verschijning en gedrag (eerste indrukken)
○ (Oog)contact, zelf-zorg, coöperatie
○ Motoriek: agitatie vs retardatie, compulsies, tics, stereotypieën, mannerismen
● Spraak en taal: snelheid, hoeveelheid
● Stemming en affect: neerslachtigheid, euforie, angst, kwaadheid
● Denken
○ Vorm: versnelling (gedachtenvlucht)/vertraging, (in)coherentie
○ Inhoud: preoccupatie, obsessie, overwaardig denkbeeld, waan
● Waarneming, hallucinaties
● Cognitief functioneren: bewustzijn, oriëntatie (tijd/plaats/persoon), geheugen,
aandacht, concentratie, intelligentie
● Inzicht
Stemming en emotie
● Veranderingen in de aard: neerslachtig, angstig, eufoor, prikkelbaarheid en kwaad
● Veranderingen in de schommelingen/wisselingen: labiliteit, vervlakking
● Incongruentie tussen persoons gedachten en omstandigheden
● Klinisch bij angst- en stemmingsstoornissen
Waarneming
● Waarneming: bewustwording van werkelijke, externe object wat voorgesteld wordt op
de sensorische organen
● Verbeelding: levendige beelden die ontstaan in de geest (geproduceerd en
gemanipuleerd door de wil)
● Illusies: verkeerde interpretatie van werkelijk externe stimulus
● Hallucinaties: waarneming zonder externe stimulering: auditief, visueel, tactiel
○ Klinisch bij schizofrenie, organische syndromen, epilepsie, depressie, cocaine
Denken
● Wanen: foutieve overtuiging gebaseerd op onjuiste conclusies over de externe
werkelijkheid, hardnekkig ondanks bewijs van tegenovergestelde of argumenten, niet
gedeeld door culturele en religieuze achtergrond
● Achtervolging, beïnvloeding, jaloersheid, erotomane, somatische, grootheid…
4