Navorsingsmethoden en statistiek in de revalidatiewetenschappen WPO
Verbetering WPO 2: Beschrijvende statistiek en grafieken
Oefening 1
ANALYZE DESCRIPTIVE STATISTICS FREQUENCIES
Gem = 6,33 ± 2,08
Vijfgetallensamenvatting (min, Q1, M, Q3, max): 2, 5, 6, 8, 10
Oefening 2
FREQUENCIES/DESCRIPTIVES
Gem = 24,23 ± 4,85
Oefening 3
FREQUENCIES/DESCRIPTIVES
Gem = 34,00 ± 6,14
Oefening 4
GRAPHS LEGACY DIALOGS BOXPLOT summaries of seperate values!!! (boxes
represent)
ANALYZE DESCRIPTIVE STATISTICS Q-Q PLOT
,Grafisch: lijkt normaal verdeeld
Oefening 5
GRAPHS LEGACY DIALOGS SCATTER DOT
Eerst lineair, dan exponentieel
Oefening 6
Kwalitatieve data GRAPHS LEGACY DIALOGS
BAR CHART/PIE CHART
, Navorsingsmethoden en statistiek in de revalidatiewetenschappen WPO
Verbetering WPO 3: T-toetsen
Oefening 1
1) 1 kwant. + 1 kwal. variabele (between) Independent samples t-test
2) α = 0,05
3) H0: µv = µt
Ha: µv ≠ µt
4) v ± SD = 6,08 ± 1,18
t ± SD = 7,67 ± 0,87
5) Resultaten:
Lev. F = 1,645 p = 0,206 p > 0,01 equal variances assumed
t = -5,305 p < 0,001
H0 verwerpen en Ha aanvaarden
6) Conclusie: Er is een significant verschil tussen het concentratievermogen van
tennissers en voetballers. Het concentratievermogen van tennissers is beter dan dat
van voetballers.
Oefening 2
1) 1 kwant. variabele + norm One sample t-test
2) α = 0,05
3) H0: µ = 40
Ha: µ > 40
4) Fitheid ± SD = 45,25 ± 7,32
5) Resultaten:
t = 3,208 p = 0,005 /2 p = 0,0025
H0 verwerpen en Ha aanvaarden
6) Conclusie: De leerlingen van deze klas presteerden slechter dan de norm.
Oefening 3
1) 1 kwant. variabele herh. gemeten (within) Paired samples t-test
2) α = 0,05
3) H0: µvoor = µna
Ha: µvoor < µna
4) Voor ± SD = 14,64 ± 2,17
Na ± SD = 15,14 ± 2,11
5) Resultaten:
t = -1,989 p = 0,068 /2 p = 0,034
H0 verwerpen en Ha aanvaarden
6) Conclusie: Ja, er is een positieve evolutie in de kracht na 5 weken training.
Oefening 4a
1) 1 kwant. variabele herh. gemeten (within) Paired samples t-test
2) α = 0,05
3) H0: µ1 = µ2
Ha: µ1 ≠ µ2
4) 1 ± SD = 3,86 ± 1,29
2 ± SD = 3,93 ± 1,07
5) Resultaten:
t = -0,211 p = 0,836
H0 niet verwerpen
6) Conclusie: Er is geen verschil in fitheid naargelang de proef die werd afgenomen.
Oefening 4b
, 1) 1 kwant. (gemiddelde fitheid) + 1 kwal. variabele (between) Independent samples
t-test
2) α = 0,05
3) H0: µj = µm
Ha: µj ≠ µm
4) j ± SD = 4,64 ± 0,48
m ± SD = 3,14 ± 0,80
5) Resultaten:
Lev. F. = 1,312 p = 0,27 p > 0,01 equal variances assumed
t = 4,257 p = 0,001
H0 verwerpen en Ha aanvaarden
6) Conclusie: Er is een significant verschil in gemiddelde fitheid naargelang geslacht.
Jongens scoren gemiddeld beter dan meisjes.
Oefening 5
1) 1 kwal. + 1 kwant. variabele (between) Independent samples t-test
2) α = 0,05
3) H0: µsnelheidNG = µsnelheidOV
Ha: µsnelheidNG ≠ µsnelheidOG
4) NG ± SD = 1,50 ± 0,55
OG± SD = 3,80 ± 1,75
5) Resultaten:
Lev. F. = 6,758 p = 0,021 p > 0,01 equal variances assumed
t = -3,089 p = 0,008
H0 verwerpen en Ha aanvaarden
6) Conclusie: Er is een verschil in snelheid tussen mensen met een normaalgewicht en
mensen met overgewicht. Mensen met een normaalgewicht zijn gemiddeld sneller
dan mensen met overgewicht.
Oefening 6a
1) 1 kwant. variabele herh. gemeten (within) Paired samples t-test
2) α = 0,05
3) H0: µsauna= µmassage
Ha: µsauna≠ µmassage
4) sauna ± SD = 4,90 ± 1,52
massage ± SD = 6,40 ± 1,90
5) Resultaten:
t = -2,535 p = 0,020
H0 verwerpen en Ha aanvaarden
6) Conclusie: Er is een verschil tussen de twee omstandigheden. De voetballers
presteren het best na een massage.
Oefening 6b
1) 1 kwant. variabele + norm One sample t-test
2) α = 0,05
3) H0: µ = 5,6
Ha: µ ≠ 5,6
4) massage ± SD = 6,40 ± 1,90
5) Resultaten:
t = 1,880 p = 0,076
H0 niet verwerpen Maar: p > 0,05 maar wel < 0,10 = trend tot
significantie
6) Conclusie: Er is geen significant verschil tussen de prestaties van de voetballers en
basketballers. Er is echter wel een trend tot significantie waarbij het lijkt dat de
voetballers beter presteren.