Hoofdstuk 0 Design
Introductie: Denken over Design, Design als artefact van onze tijd
Studie van design
- Design als wetenschappelijke discipline: in beweging
o Designgeschiedenis vanuit kunstwetenschappen
o Meer en meer vanuit sociologisch of antropologisch standpunt
→Wat leren materiele voorwerpen ons over identiteit van gebruiker of groep?
vb.: kledij van punks over hun subcultuur, rol van de vrouw, ambtenaar, marketing, enz.
- Studie van design is GEEN esthetisch analyse
- WEL: waarom de citroenpers, de Jucy Salif, een icoon geworden is
Design als de geschiedenis van het alledaagse
- Populaire designgeschiedenis: iconen en idolen
o Vormelijke en technische vernieuwingen
o Alsof uit het niets, geniale geest, zonder context
- Deze cursus: eerst CONTEXT dan object
o algemeen tijdsbeeld, een geschiedenis van gebeurtenissen, tendensen, evoluties, …
- William Morris, Le Corbusier, Charlie Chaplin
- Design = resultaat van de beleving en de ervaringen van het alledaagse
- Design is geen stijl
- Alledaagse objecten in musea: is dat OK?
Vb 1: Eclisse table lamp
- Geïnspireerd op de ruimtehelm (man op maan)
➔ Design is geen stijl, het is het resultaat van de beleving en het ervaren van het alledaagse
Wat is design?
- een scala van betekenissen →verwarring
- waarde gevoelig woord →soms verworpen, soms aanvaard
- Jaren ‘90: vervangen door het begrip ‘vormgeving’
o ‘design’ in jaren ‘80 soort elitair statussymbool verheven
→ succes voor Alessi bij post-modernisten
o neo-modernisten: afstand van de term ‘design’
- Nog steeds geen consensus noch woord, noch periode
,Definitie John Heskett : “design is to design a design to produce a design”
’design is to design a design to produce a design’
1) zelfstandig naamwoord “design”: begin →algemeen concept
- Bvb: vormgeving is belangrijk voor de economie van een bedrijf
2) werkwoord “to design”
- aan te tonen dat “ontwerpen” een actie is
3) “a design”: opnieuw concept: een voorstel (minder algemeen als ervoor)
- het ontwerp werd aan de klant voorgelegd
4) zelfstandig naamwoord “a design” als afgewerkt product (specifiek)
→design is vanaf een algemeen concept tot een specifiek afgewerkt product
→ elk product waarover nagedacht is, waar een ontwerp voor getekend is, valt onder de noemer
‘design’
- Verzamelterm voor alle artefacten van onze tijd
- Mogelijk maatschappij te reconstrueren
Artefacten uit de Romeinse tijd ook design?
- Elke menselijke manipulatie van de natuur
o Verschil tussen natuur en cultuur: TO design (natuur naar zijn hand zet)
o Link tussen vorm en functie (hand krommen tot schelp)
- Toch: opkomst van de industrialisatie →massaproductie mogelijk
o Ontwerpen = full-time bezigheid
o Bedenker is niet de directe maker (ambachtsman verdwijnt)
→ ‘design’ zoals we het in de meest gangbare betekenis kennen
- Hebben we het enkel over vorm en functie? Wat met conceptuele ontwerpers?
o Sinds jaren ‘70 functionaliteit op de helling
o Martí Guixé (°1964): “Ik ben geen designer maar ook geen kunstenaar.”
o Functionaliteit niet te strak nemen
o ‘Auteursdesign’ (designer doet waar hij zin in heeft) versus ‘Vraaggestuurd’ design
(werkt voor een opdrachtgever)
o Wat is de BETEKENIS van een object?
▪ Idee, Functie
Material Culture
- Hoe design benaderen?
➔ 19de eeuw
,Design cultures is Material Culture
- ‘Material Culture’
o Nu: consumenten maatschappij →producten waarmee we ons omringen primordial
De dingen rond ons vinden we belangrijk, hebben we zelf gekozen… bv. welke
kleren,…
o studie van de goederen die we consumeren, kan veel vertellen over het sociale of
culturele van de consument, de identiteit van personen
‘I shop therefore I am’
- ‘cogito ergo sum’ / ‘je pense donc je suis’ (Descartes)
- Verlichting, 17de en 18de eeuw: rationalisme (denken)
→Vertrekken van iets dat onbetwistbaar is → van daaruit andere dingen concluderen
- Bestaansregel 20ste eeuw : shopping
→Consumentenmaatschappij
- Waarom koop je (rationeel)?
o Uit noodzaak?
o Koud, honger, klimatologische omstandigheden → BASISBEHOEFTEN
Niet voor onze behoeften maar voor andere behoeften (dingen die gecreëerd zijn
door de markt)
Welke behoefte?
- Al langer kritiek op massacultuur
- Neo-marxisme: jaren 1960 (Herbert Marcuse)
- Onderscheid tussen werkelijke noden en valse noden
o Werkelijke noden: basis = biologische en natuurlijke ritmes
o Valse noden: manipulatie (producenten, reclame, marketing)
Hoe shoppen wij?
- Verlangen door een teken van waarde/ identiteit
- Functionele waarde niet meer belangrijk
- Onze maatschappij: overdaad, gecreëerde behoeftes
o Media: belangrijke invloed
→De reële waarde gaat aan de consument voorbij
Wat zijn de gevolgen?
Als ontwerper: wat je maakt heeft welke invloed op zijn omgeving?
- Eigen geluk, maatschappij, geluk
- Milieu
- Waardeoordeel
→Ik koop iets omdat ik het mooi vind
, Wat is mooi en wat is lelijk?
- Subjectief of niet?
Iedereen is overtuigd van zijn eigen goede smaak
- Mooi of kitsch?
- Kunst of kitsch?
Jeff Koons: zoekt de kitsch op met een soort van eenvoud
- Pierre Bourdieu (+2002, Franse socioloog)
o Theorie jaren 1960-’70
o Onderzoek naar smaak: smaak is sociaal bepaald
o Geboren in een bepaalde smaakcultuur →deze smaakt heeft niets te maken met
eigen smaakoordeel
Bv. als je bij een andere groep wilt horen ga je van stijl veranderen (iedereen heeft
sneakers dus ik wil er ook)
'Als twee producten in prijs, functie en kwaliteit gelijk zijn, dan verkoopt de mooiste van de twee
beter dan de ander.’ Raymond Loewy
Is dit waar? Zijn er nog belangrijk aspecten? Welke?