METHODOLOGIE DEEL 2
DEEL 1: KWANTITATIEF
Inleiding
1. waarover gaat het vak
- onderzoeksobject = criminaliteit (en aanverwante zaken)
o onderzoeksobject = hetgeen waarvoor we onze onderzoeksmethoden inzetten en
kennis willen verzamelen
- criminologisch onderzoek
o zoektocht naar omvang en verklaringen van criminaliteit (en aanverwante zaken)
o multidisciplinair: we proberen een veelvoud van verschillende verklaringsmodellen
te hanteren en deze dan ook samen te brengen
- methoden en technieken
o bieden ons een gereedschapskist van procedures, handvaten, tools voor onderzoek
om de onderzoeksvragen van a tot z te beantwoorden
o wetenschappelijk onderzoek > toogpraat
verschil: wetenschappelijk onderbouwde, door empirisch onderzoek
ondersteunde methodologie die we gebruiken
- doelstelling vh handboek
o gericht op de bachelor Criminologische Wetenschappen
o veronderstelt voorkennis van statistiek (meetniveaus, hypothesetoetsen,
significantie, …)
o algemeen methodologische tools
o specifieke, object-eigen kwesties
o nadeel: gericht op de Nederlandse situatie
2. onderzoeksobject: criminaliteit
- criminologie = objectwetenschap
o we zijn geïnteresseerd ih verklaren van criminaliteit en aanverwante zaken
object en reacties (houdingen, attitudes, …) op dit object -> verschillende
thema’s
daderschap, slachtofferschap, onveiligheidsgevoelens, …
aanpak van daderschap, slachtofferschap, …
vertrouwen in politie, justitie, …
probleem: als we er vragen over stellen gaat het over gevoelige
onderwerpen en zal niet iedereen erop willen antwoorden, we moeten ook
denken aan nazorg, …
- object = tijd- en ruimtebepaald
vb. tijdbepaaldheid: moeskopperij
o als je langs het veld van een boer komt mag je niet zomaar mais, prei, …
meenemen
in agrarische samenlevingen werd dit vroeger veel meer bestraft zoals bv.
met gevangenisstraffen maar dat is nu niet meer het geval
MAAR wordt soms wel in andere vormen bestraft zoals met GAS boetes
GAS = Gemeentelijke Administratieve Sanctie
vb. ruimtebepaaldheid: druggebruik in Nederland vs België
- belang van definiëring, conceptualisering en operationalisering
o als we onderzoek doen, moeten we ons bewust zijn dat we uitleg moeten geven
over wat je precies onderzoekt
zowel bij beschrijven als verklaren
, vb. fear of crime moet op een duidelijke manier worden gedefinieerd zodat
degene die gebruik maken van ons onderzoek weten waarover het gaat, …
vb. diefstal, inbraak, … zijn toegankelijke begrippen waarbij je onmiddellijk
een voorstelling kan maken als iemand vraagt wat het betekent
vb. criminaliteit in European Sourcebook, voor tellingen over verschillende
landen moet duidelijk gemaakt worden wat men exact verstaat onder
criminaliteit
3. wetenschap(sopvatting) en empirisch onderzoek
- wetenschap
o concurreren lekentheorieën met wetenschappelijke uitspraken? ja, lekentheorieën
missen empirische basis voor een groot stuk
o verschilt wetenschappelijk inzicht van gezond verstand?
o proberen een uitspraak te doen over criminaliteit obv wetenschappelijk onderzoek
o de discipline is op zichzelf succesvol
er zijn meer studenten, onderzoekers, boeken, congressen, … omtrent
criminologie
MAAR is op hetzelfde moment ook een mislukking
men is niet in staat om op een meer wetenschappelijke manier over
criminaliteit id publieke opinie ih publieke debat te spreken
hangt samen met het feit dat uitspraken genuanceerd zijn
- empirische cyclus
o we gebruiken deze om onze wetenschappelijke uitspraken op te baseren
1. wat is er al onderzocht / gekend, zijn er al theorieën die ons onderwerp
verklaren
2. op basis hiervan gaan we blinde vlekken / zaken die we nog niet kennen in
beeld brengen en hypothesen + onderzoeksvragen hieromtrent opstellen om
deze weg te werken
3. we gaan op zoek naar een manier om deze centrale concepten te
definiëren / operationaliseren / te bevragen ih kader van onderzoek
4. onderzoeksdesign ontwikkelen om deze vragen te beantwoorden
5. data verzamelen en analyseren
6. bevindingen in hetgeen wat ons interesseert
o Popper(iaans)
twijfel en onzekerheid maken per definitie deel uit van wat we doen
wetenschappers zullen nooit definitief weten of iets waar is
theorie is steeds voorlopig waar totdat het wordt weerlegd dus we
moeten actief op zoek naar de falsificatie van ideeën
theorieën moeten toetsbaar zijn
100% zekerheid is een fictie
4. soorten vragen ih criminologisch onderzoek
- micro vs macro
o aggregatieniveau vh onderzoek = observatieniveaus
data kan op verschillende niveaus worden verzameld
, individu - directe omgeving - bredere context
o methodologische vraagstukken
o criminologisch onderzoek en de data die op basis daarvan wordt verzameld is vaak
‘genest’
vb. individu die deel uitmaakt van een directe omgeving en bredere context
binnen klassen ga je leerlingen ondervragen en wat zij antwoorden hangt op
zekere hoogte samen met de klas waarin ze zitten, dit geldt ook zo tussen
verschillende scholen, wijken, … dus rekening mee houden
o ecologische fout
je moet duidelijk definiëren wat je onderzoeksobject is
MAAR hier worden vaak fouten tegen gemaakt
vb. % werkloosheid en % criminaliteit in buurten
meer criminaliteit in buurten waar de werkloosheid ook hoger lag
o = data gemeten op het niveau vd buurten
MAAR id krant verscheen dat het de werklozen waren die voor de
criminaliteit zorgden en men trok dus een conclusie op een ander
niveau dan waar de data werd verzameld
o id krant gaat men het desaggregeren naar het niveau vd
individuen
vb. onderzoek naar universiteitssteden en andere steden
je ziet op niveau vd steden en gemeenten waar veel proffen wonen,
dat de alcoholconsumptie er hoger ligt
MAAR je mag niet zeggen dat proffen dan ook verantwoordelijk zijn
voor een hogere alcoholconsumptie
o je vertaalt bevindingen op een hoger niveau naar een lager
niveau
o het kan dat in universiteitssteden meer studenten wonen die
verantwoordelijk kunnen zijn voor de hogere consumptie van
alcohol
o beschrijvend vs verklarend
wat?
hoe, en waarom…?
causaliteitsvraagstuk
vb. langere ringvinger -> meer succes professionele carrière
correlatie ≠ causaliteit
experimenteel onderzoek - labosetting
belang van kritisch-realistische benadering
- een criminologische methodologie?
o conclusie: goede redenen voor een criminologische methodologie
populatie: niet bekend, niet gekend en wenst niet onderzocht te worden
onderschatting van officiële cijfers
verdeling van criminologische data
geen normale maar scheve verdeling
gelaagde, geneste structuur
normatief en ethisch kader
, Hoofdstuk 3: planning en uitvoering
- 8 stappen die we gaan zetten in het onderzoek
1. onderzoeksvraag
- centraal ih onderzoek
o stuurt het onderzoek
het onderzoek moet zo worden opgezet dat de vraag beantwoord kan
worden
o de onderzoeksvraag bepaalt de opzet en het design vh onderzoek
kwantitatief vs kwalitatief
beschrijvend vs verklarend
fundamenteel vs praktijkgericht
o het onderzoek moet de onderzoeksvraag beantwoorden
o belang van wetenschappelijke literatuur en eerder onderzoek
wetenschap heeft tot doel om voortschrijdende inzichten te genereren
bekende inzichten hoeven dus eigenlijk niet opnieuw vastgesteld te worden
2. literatuurstudie
- voorafgaand en volgend op de formulering vd onderzoeksvraag
- belang van een goede heuristiek of zoekstrategie
o er zit een methodologie / zoekheuristiek achter
gevolg: men krijgt nieuwe inzichten over de stand van zaken mbt een
bepaald onderzoek van een bepaald thema
- criminologisch onderzoek is multidisciplinair
o afhankelijk vh onderwerp en de onderzoeksvraag zal de literatuurstudie enger of
breder zijn
vb. voor sommige thema’s niet alleen criminologische theorieën bekijken maar ook
gebruik maken van juridische, sociologische, psychologische, filosofische, …
bronnen
+ grijze literatuur
literatuur, rapporten, verslagen, … die niet via een erkende uitgeverij
of boekhandel gepubliceerd zijn
- stand van zaken / state-of-the-art mbt het onderzoek
- aandacht voor inhoud én methodologische aspecten
3. voorbereiding
- voorbereiding vh onderzoek
o toegang tot personen, gegevens, persoonsgegevens, …
nadenken over hoe het verkrijgen van toegang, toestemming, ...?
aanvragen, procedures, …?
gegevensbescherming en ethisch-deontologische kwesties
in kaart brengen, plannen en opstarten
oa. aanvraag SMEC - toetsing privacy en ethiek (PRET)
o belang van gatekeepers
= degene die toegang kunnen verlenen tot de groepen waarin je
geïnteresseerd in bent
dit zijn niet enkel personen maar ook gegevens
vb. directeurs van gevangenissen die toestemming geven dat je daar
onderzoek doet
o betrekken van stakeholders
= personen die belang hebben bij het onderzoek
ze hebben niet enkel een gatekeeperfunctie maar ook een
sleutelpositie om relevante contextinformatie aan te reiken
o stuurgroep, begeleidingscomité, klankbord, …