Uitgebreide samenvatting van het vak inleiding staatsrecht (ISTA). Zelf had ik een 7.8 gehaald voor het tentamen door deze samenvatting te leren. Tweede periode van het eerste jaar HBO-Rechten aan de HAN. Gebaseerd op het boek: Praktisch Staatsrecht. Onderwerpen: regering, Staten-Generaal, wet- en ...
1.1 De Nederlandse staat
Staatsrecht: al het geldende (=positieve) recht inzake de inrichting van de overheidsorganisatie en
haar machtsuitoefening. De hoofdlijnen van het staatsrecht zijn:
Inrichting van de staat en verdeling van bevoegdheden.
Rechtspraak en rechtsbescherming tegen de overheid.
Totstandkoming, gelding en handhaving van het recht.
Staat: een gemeenschap van mensen op een bepaald grondgebied, waarover een organisatie het
hoogste gezag uitoefent. (ook kan er met staat de overheid bedoelt worden)
De 4 elementen van een staat:
1. Grondgebied: De grenzen van een staat zijn door talloze oorlogen tot stand gekomen. Deze
grenzen van een staat zijn in verdragen met buurlanden vastgelegd. Bij het grondgebied van een
staat horen ook de eerste 12 mijl van de zee en het luchtruim boven het land.
2. Gemeenschap (een bevolking): De gemeenschap wordt gevormd door mensen die daartoe
behoren vanwege hun afstamming of die op eigen verzoek de nationaliteit van de staat hebben
verkregen. Een gemeenschap kan bestaan uit mensen met een verschillende taal, godsdienst,
cultuur en geschiedenis, die zich met elkaar verbonden voelen.
3. Uitoefening van gezag of macht: Het hoogste gezag van de staat schept orde en handhaaft het
recht. alleen het hoogste gezag beschikt over geweldsmonopolie, om te voorkomen dan burgers
voor eigen rechter gaan spelen.
4. Erkenning door andere staten: Wanneer een staat niet door andere staten wordt erkend, kan dit
voor problemen zorgen in die staat.
Soevereiniteit: de staat wordt in beide betekenissen beschouwd als een zelfstandige en ondeelbare
eenheid. Art. 2:1 BW zegt dat de Nederlandse staat een rechtspersoon is, wat betekend dat de staat
zelfstandig drager is van rechten en plichten en als staatsmacht kan optreden in het juridische
verkeer binnen Nederland en in contact met andere staten.
De staat (overheid) zorgt voor bescherming van de burgers door de landsgrenzen te verdedigen en
de orde te handhaven. Daarnaast zorgt de overheid ervoor dat het algemeen belang wordt gediend.
Het algemeen belang is datgene wat in het belang is van de meeste burgers en van de staat als
geheel.
Het Koninkrijk der Nederlanden
Nederland maakt deel uit van het Koninkrijk der Nederlanden. Curaçao, Sint Maarten en Aruba zijn
zelfstandige staten binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Tussen deze landen is een staatsrechtelijk
samenwerkingsverband. Het statuut is een staatsregeling waarin afspraken zijn vastgelegd over de
onderlinge verhoudingen in het Koninkrijk en de samenwerking. VB: Art. 41, lid 1 Statuut: Aruba,
Curacao en Sint Maarten hebben een eigen bestuur, wetgever en rechtelijke macht.
De BES-eilanden: Bonaire, Sint Eustatius en Saba hebben de status gekregen van openbaar lichaam
(art. 134 Gw). Deze eilanden zij een soort van overzeese gemeenten. De Nederlandse regelgeving zal
in deze gemeenten geleidelijk en, vanwege de invloed van het Antilliaanse recht, niet volledig
worden ingevoerd.
1
,1.3 Bronnen van staatsrecht
Rechtsregels die het staatsgezag en de organisatie van de staat vastleggen, worden constitutie of
staatsregelingen genoemd. De volgende wetten behoren tot de Nederlandse constitutie:
EU-recht
Verdragen
Statuut voor het Koninkrijk
Grondwet
Organieke regelingen
Jurisprudentie
Ongeschreven recht
Het Statuut voor het koninkrijk der Nederlanden
Het Statuut regelt de organisatie van het Koninkrijk en de onderlinge verhoudingen en
samenwerkingen tussen Nederland en de overzeese delen van het Koninkrijk. Art. 23 van het Statuut
stelt dat de Hoge Raad ervoor zorgt dat wetten in het Koninkrijk eenduidig worden geïnterpreteerd
en toegepast. De rechtszekerheid voor burgers wordt zo gegarandeerd.
De Grondwet
De Grondwet regelt de inrichting en het functioneren van de Nederlandse staat en de staatsorganen
en de verdeling van de staatsmacht. De Grondwet vult het Statuut aan voor wat betreft zaken die het
gehele Koninkrijk betreffen (art. 5 Statuut). De Grondwet bevat de grondrechten die burgers
beschermen tegen al te grote inbreuken door de staat. Het is de hoogste wet in Nederland en kan
niet zomaar worden gewijzigd.
(organieke) wetten, regelementen
Als de Grondwet bepaalt dat iets (nader) geregeld moet worden in een wet in formele zin, dan
spreken we van een organieke wet. Organieke wetten zijn bijvoorbeeld de Gemeentewet, de
Provinciewet, de wet op de rechterlijke organisaties, de Vreemdelingenwet en de Regelementen van
Orde van de Eerste en Tweede Kamer.
Gewoonterecht
Omdat staatrecht zich ontwikkeld, vinden we dit ook in (ongeschreven) regels van gewoonterecht.
Van gewoonte is sprake als een bepaald gebruik waarvan men vindt dat het juridisch gezien zo hoort,
een zekere tijd voortduurt. Bijvoorbeeld de vertrouwensregel is gewoonterecht.
Verdragen en Europese maatregelen
De regels in verdragen die rechtstreeks van toeppassing zijn in Nederland, zijn bronnen van het
Nederlandse staatrecht. Bijvoorbeeld: het EU-Verdrag, het Vluchtelingenverdrag en het BUPO. Ook
verordeningen en rechtstreeks werkende Europese richtlijnen zijn bronnen van het staatsrecht.
Jurisprudentie
Rechters verduidelijken de bestaande rechtsregels en passen deze toe op een concreet geval,
wanneer zij een uitspraak doen over een bepaald geschil. Op deze manier wordt ook nieuw
staatsrecht gevormd. Jurisprudentie kan ook een antwoord geven op de vraag of de maatregelen van
de minister in strijd zijn met het recht.
2
, Hoofdstuk 3
De organisatie van de Nederlandse staat en het Koninkrijk
3.1 Van statenbond tot gedecentraliseerde eenheidsstaat
Historische ontwikkeling
Statenbond/confederatie: (1579) De Republiek de Zeven Verenigde Nederlanden was een verdrag
tussen zelfstandige provinciën. Deze Provincies waren soevereine staatjes. Ze hadden elk hun eigen
bestuur, met aan het hoofd een stadhouder en eigen wetgeving. Er ontbrak een gezamenlijk gezag,
er waren alleen algemene vergaderingen met afgevaardigden (Staten-Generaal) die besluiten namen.
Een kleine groep rijke burgers had hier naast de stadhouder invloed. Toen Willem IV het
stadhouderschap erfelijk had gemaakt en stadhouder werd in alle provincies, kwamen veel burgers in
opstand. Zij wilde gelijke rechten en een verkozen bestuur.
Eenheidsstaat: (1798) Er kwam een centraal gezag en onzelfstandige departementen. Het hoogste
gezag was de nationale vergadering, die bestond uit door het volk verkozen afgevaardigden. In 1814
is het Koninkrijk der Nederlanden in de grondwet vastgelegd. De koning vormde samen met de
Staten-Generaal het wetgevend lichaam en een deel van de staatsmacht werd bij gemeenten en
provincies gelegd.
Statenbond, bondsstaat en eenheidsstaat
Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit: Nederland, Sint Maarten, Curaçao en Aruba. Zij werken
vrijwillig samen, dit is vastgelegd in het Statuut. De Koning is ook staatshoofd van de andere drie
zelfstandige staten. Er zijn koninkrijksorganen, maar deze bestaan feitelijk uit de Nederlandse
organen aangevuld met personen met speciale bevoegdheden. De BES-eilanden (Bonaire, Sint
Eustatius en Saba) worden gezien als een soort overzeese gemeenten. Zij vallen onder het
Nederlandse gezag.
Bondsstaat: (Bondsrepubliek Duitsland) De deelstaten in een bondsstaat staan hun zelfstandigheid
en staatsmacht grotendeels af aan een centraal gezag (de federale regering). De verdeling van
bevoegdheden tussen de deelstaten wordt in de grondwet vastgelegd.
Statenbond: (Verenigde Staten) Bestaat uit federale staten, die vallen onder een centraal gezag; de
president en het congres. De verdeling van bevoegdheden tussen de deelstaten wordt in een verdrag
vastgelegd.
Eenheidsstaat: (Republiek Frankrijk) De concentratie van de staatsmacht ligt bij een centraal gezag,
dat de eenheid bewaakt van de staat die uit onzelfstandige delen bestaat. Verschillende
departementen maken deel uit van een republiek.
Gedecentraliseerde eenheidsstaat
Nederland is een gedecentraliseerde eenheidsstaat. De centrale overheid heeft een deel van haar
regelgevende en bestuurlijke taken en bevoegdheden overgedragen aan lagere overheden. Op
centraal niveau zijn het: de regering, ministers en overige bestuursorganen met publiekrechtelijke
bevoegdheden. Decentraal zijn er de openbare lichamen: gemeenten, provincies en waterschappen
(art. 123, 133 en 134 Gw). De BES-eilanden vallen als openbare lichamen onder het Nederlandse
gezag. De centrale overheid handhaaft de eenheid van de staat door toezicht te houden op (lagere)
overheden en door wettelijke kaders te stellen voor uitvoering van taken.
3.2 Scheiding en spreiding van macht
Democratische rechtsstaat
Nederland is een democratische rechtsstaat. Dit heeft betrekking op de verdeling van macht binnen
de staat. De burgers hebben invloed op de overheid en de overheid is gebonden aan regels.
3
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper jasmijn1201. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.