Lieze Le Comte semester 2
Praktijkonderzoek
1 Inleiding
2 Wat is praktijkonderzoek?
Overzicht
Onderzoek in het dagelijks leven, in de praktijk en in de wetenschap
Wat is praktijkonderzoek?
Cyclus voor praktijkonderzoek
Kwaliteitscriteria
Probleemstellingen of onderzoeksvragen
2.1 Onderzoek in het dagelijks leven, in de praktijk en in de
wetenschap
Wat is het verschil tussen wetenschappelijk onderzoek en onderzoek in het dagelijks leven?
o Resultaten van het wetenschappelijk onderzoek moeten onafhankelijk zijn van de
onderzoeker
o Intersubjectieve kennis
= kennis die tussen de betrokken subjecten, dus van onderzoeker tot
onderzoeker, gelijk blijft
3 noodzakelijke voorwaarden voor een wetenschappelijke houding:
o Weerlegbaarheid = falsificatie (= centrale eis)
Uitspraak moet weerlegbaar, informatief zijn en niet normatief zijn
o Precisie
In het aangeven van het domein (tijd en ruimte)
In de beweringen die we over de verschijnselen doen (bv. %, eerder dan
“gering” of “laag”)
Onderzoeksvraag zo precies mogelijk kunnen formuleren
o Verantwoording
Verantwoordingsplicht (t.a.v. collega’s) en openbaarheid
Manier waarop ze het onderzoek gedaan hebben, hoe ze de resultaten
hebben kunnen rapporteren
Wat is het verschil tussen wetenschappelijke kennis en iets wat er op lijkt?
o WEERLEGBAARHEID (Filosoof Karl Popper)
o Popper geeft vb. over Adler, minderwaardigheidscomplex als oorzaak van handelen.
“EET MEER FREUD, DRINK MEER ADLER DAN BLIJF JE LANGER YUNG”
Sommige hypothesen lijken misschien op wetenschap, maar hebben eigenlijk niets met
kennis te maken.
o Reden: ze zijn niet weerlegbaar. Ze zijn altijd waar, wat er ook gebeurt.
Vb. “Het regent of het regent niet”
o Hypothese moet weerlegbaar zijn
Er moet een denkbare gebeurtenis bestaan die deze hypothese
tegenspreekt.
Vb. “Het regent”
1
Praktijkonderzoek
,Lieze Le Comte semester 2
2.2 Wat is praktijkonderzoek?
Praktijkonderzoek (in zorg en welzijn)? Van der Donk en Van Lanen, p. 29
Andere benamingen: actieonderzoek, praktijkgericht onderzoek, ontwerponderzoek
“Onderzoek dat wordt uitgevoerd door zorg- en dienstverleners (SRW-ers), waarbij op
systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden verkregen worden op
vragen die ontstaan in de eigen beroepspraktijk en gericht zijn op verbetering van deze
praktijk”
Twee vormen
o Kennisgericht praktijkonderzoek
o Ontwerponderzoek
Hoofddoelen van onderzoek in de zorg- en welzijnssector
Kennis is vooral veralgemeenbaar
2
Praktijkonderzoek
,Lieze Le Comte semester 2
2.3 Cyclus voor praktijkonderzoek
Praktijkonderzoekcyclus volledig kennen en kunnen toepassen. De fases vind je ook terug in het
handboek.
Oriëntatiefase: (probleem verkennende fase), het begint altijd met een verwondering of een
probleem die zich voor doet in de praktijk. Je moet dat probleem wat verkennen of oriënteren, hoe
doe je dat? Door je in te lezen, door te praten met andere mensen, … maar je bent zo nog vrij breed
bezig. Je hebt ook nog geen onderzoeksvraag gesteld
Richten: inzoomen naar een concreet onderzoeksvraag, wat ga je nu behandelen, op welke vraag wil
je nu antwoord krijgen. Je maakt keuzes wat je gaat onderzoeken en wat niet
Plannen: als je weet wat je wilt onderzoeken dan ga je plannen. Je gaat je afvragen, ik heb zoveel tijd
zoveel middelen, ik heb kennis van die methoden. Ik denk dat ik die vragen kan beantwoorden door
een kwalitatief onderzoek, ik ga observeren, ik ga dit doen op X-aantal maanden, rekening houden
met middelen, tijd, financiële middelen en kijken wat je het best kan doen om de onderzoeksvraag te
beantwoorden
Verzamelen: effectief uitvoeren, data verzameling
Analyseren en concluderen: wanneer je al je materiaal hebt moet je je data analyseren. Daarna moet
je conclusies maken over je onderzoeksvraag, het kan zijn dat je geen antwoord hebt dus dan moet je
nog onderzoeken
Rapporteren en presenteren
Dit is de basiscyclus
Innovatiecyclus: je kan ook ontwerpgericht onderzoek doen, dat betekent dat je niet alleen tot meer
kennis gaat komen maar ook iets gaat ontwikkelen (product, spel, nieuwe methodiek).
Ontwerpen: prototype maken, je gaat het uittesten, evalueren, verzamelen etc.
3
Praktijkonderzoek
, Lieze Le Comte semester 2
Oriënteren
o Signaleren en kiezen
o Analyseren
o Verbinden aan theorie
o Beschrijven
Richten
o De reikwijdte van het onderzoek bepalen
o Het onderzoeksdoel en de onderzoeksvraag formuleren
o Een literatuurstudie uitvoeren
Plannen
o De methode van dataverzameling kiezen
o De respondenten selecteren
o De onderzoeksactiviteiten plannen en beschrijven
o Het onderzoeksplan opstellen
Verzamelen
o Data verzamelen door
Te bestuderen
Te bevragen
Te observeren
Te bezoeken
Analyseren en concluderen
o Voor-gestructureerde data analyseren
o Minder gestructureerde data analyseren
o Conclusies trekken
Ontwerpen en innoveren
o De ontwerpeisen formuleren
o De ontwerpvorm bepalen
o Het ontwerp uitwerken
o Het ontwerp testen, evalueren en aanpassen
Rapporteren en presenteren
o De doelgroep bepalen
o Onderzoeksresultaten communiceren
o Verbeteringen implementeren
o Het onderzoek evalueren
4
Praktijkonderzoek