Samenvatting inleiding tot
management en HRM
Artikel 1: History of management
Classical management movement
Eerst werkten mensen in kleine winkels. Door industrialisatie was er nood aan efficiënt
plannen, organiseren, beïnvloeden en controleren van alle werkactiviteiten.
2 fundamentele soorten management
Scientific management
o Productiviteit verbeteren
o Focust op werknemers als individuen en hun taken
Administratief management
o Bestudeert organisaties als volledige entiteiten en focust op meer effectief en
efficiënt zijn
o Totaal management van de organisatie, niet individueel
Scientific management
Er werden systematisch verschillende managementtechnieken geïmplementeerd:
Marktonderzoek en voorspellingen
Geplande locatie van de site
Geplande layout van de machines en work-flow vereisten
Standaard productieprocessen
Standaardiseren van productiecomponenten
Er werden trainingen georganiseerd voor programma’s ontwikkeld voor het personeel. In
Schotland werd er geëxperimenteerd om de werkomstandigheden te verbeteren, leeftijd
kinderarbeid ging omhoog en er werden maaltijden voorzien voor werknemers.
Begin 20ste eeuw waren er nieuwe bezorgdheden over productiviteit. Bedrijven groeiden en
er was geld aanwezig, maar arbeidskrachten waren er niet in overvloed Efficiëntie
verhogen. Systematic soldiering: meer output door werknemersparticipatie.
Gant systeem voorziet bonussen voor werknemers die hun job afmaakten in een kortere tijd
dan voorzien. Hij ontwikkelde een grafiek met op de ene as relaties tussen gepland en
afgewerkt werk, en op de andere de tijdsduur.
General administrative management
Volgens Fayol zijn de basisfuncties van een manager plannen, organiseren, commanderen,
coördineren en controleren.
Max Weber, vader van bureaucratisch management, ontwikkelde een systeem van
bezigheden en verantwoordelijkheden binnen een bureau. Mensen die werkten op een
,bureau waren gekozen voor hun positie gebaseerd op kwalificaties. Verder werden
promoties gegeven voor anciënniteit, achievement of beide.
Barnard definieerde een organisatie als een systeem van veeleisende gecoördineerde
individuele activiteiten.
Samen met een organisatie, is er ook altijd een informele organisatie. Een informele
organisatie is bezig met de communicatie en relaties die de formele structuur niet kan
behandelen.
Gulick zegt dat managementfuncties universeel zijn POSDCORB: plannen, organiseren,
staffing, directing, coördineren, rapporteren en budgetteren. Hij was het ook eens met
Taylor dat bepaalde karakteristieken van organisaties zorgden voor effectief managen. Hij
was het ook eens met Weber dat organisaties hiërarchisch waren. Hij voegde nog span of
control toe, dat er een limiet zit op het aantal mensen die een manager kan superviseren.
James Mooney ontwikkelde 3 management principes:
Coördinatieprincipe
o Bevat ook volgende twee
o Individuen werken samen voor een gemeenschappelijk doel
Scalar principe
Functioneel principe
Limieten bij klassieke managementbeweging Ze gaan ervan uit dat iedere werknemer een
econoom is en dit ook wil, dat ze harder willen werken voor meer geld.
Behavioural management movement
In 1920 kwam men tot het inzicht dat scientific management kortzichtig en onvolledig was
Menselijke aspecten van organisaties werden genegeerd.
Behavioural management movement is vooral bezig met humane psychologie, motivatie en
leiderschap Het verving scientific management als primaire managementmethode
Human relations
Follet zag als eerste organisaties vanuit een individueel- en groepsgedrag perspectief.
Mayo met zijn Hawthorne experiment ontdekte dat relaties tussen supervisors,
ondergeschikten en anderen een sterker effect had op productiviteit dan economische
voordelen.
Herzberg deed motivatie-hygiënetheorie:
Satisfiers
o Gevoel voor uitdaging, dingen bereiken, erkenning, verantwoordelijkheid,
persoonlijke groei, …
Dissatisfiers
o Loon, werkomstandigheden, supervisie, …
o Als deze aanwezig zijn, motiveren ze mensen niet per se
,McGregor benadrukte de relatie tussen motivatie en humane natuur:
Theorie X Negatieve theorie
o Traditioneel beeld dat management is gebaseerd op directie en controle
o Managers moeten controleren en werknemers bedreigen
Theorie Y Positieve theorie
o Managers geloven dat mensen verantwoordelijk en matuur kunnen zijn
Drie noden theorie van McClelland:
Nood aan achievement
Nood aan power
Nood aan affiliatie
Adams ontwikkelde equity theorie Werknemers maken de vergelijking met andere over
input en outcome van job:
Externe equity
o Werknemers voeren job uit binnen firma en worden op hetzelfde niveau
betaald als mensen die een gelijkaardige job uitoefenen in een andere firma
Interne equity
o Werknemers worden betaald naar de relatieve waarde van hun job binnen
hun eigen organisatie
! Grootste beperkingen aan behavioural management is de moeilijkheid in het voorspellen
van menselijk gedrag
Quantitative management movement
Kwantitatieve managementbeweging = Het toepassen van mathematische modellen en
processen op managementsituaties
Er zijn 3 zones:
Managementwetenschap
o Het ontwikkelen van mathematische modellen om het nemen van
beslissingen te ondersteunen en problemen op te lossen
Operations management
o Toepassen van managementwetenschap op organisaties
Management-informaticasystemen
o Complexe communicatiesystemen ontworpen om informatie te voorzien aan
managers
Kwantitatief management bevat applicaties van statistieken, optimalisatiemodellen,
informatiemodellen en computersimulaties bv. Lineair programma gebruiken om resource
allocation beslissingen te nemen
Von Neumann’s game theory = Type van mathematische analyse die zich bezighoudt met
abstracte modellen van conflictsituaties Uitkomst is afhankelijk van collectieve actie van
de spelers
, Bv. 2 fabrieken produceren hetzelfde, dan moeten ze goed nadenken over advertising,
eventueel nieuwe producten toevoegen, …
Mathematische modellen worden gebruikt om kennis te doen toenemen en bij het begrijpen
van complexe organisationele processen en situaties.
Beperkingen kwantitatief management:
Kan menselijk gedrag niet voorspellen of uitleggen binnen organisaties
Kan andere managementskills opofferen
Bepaalde model vereisen onpraktische assumpties
Modern management movement
Modern management bestaat uit volgende benaderingen:
Procesbenadering
Systeembenadering
Contingentiebenadering
Strategisch management benadering
Japanese stijl benadering
Excellence benadering
Procesbenadering
Management is een proces van dingen gedaan te krijgen door en met individuen die
handelen in georganiseerde groepen. Managers plannen, organiseren, leiden en controleren
Vicieuze cirkel.
Systeembenadering
Er zijn 2 soorten systemen:
Gesloten = Niet beïnvloed of interageren niet met omgeving
o Bv. Scientific management, bureaucratische theorie, administratieve of
principle school
o Vooral routinetaken, taakspecialisatie, interactie is heel verticaal en er is een
hiërarchie, heel formeel, ze hangen niet af van hun omgeving
Open = Erkennen en beantwoorden aan hun omgeving
o Bv. Human relations, organisatorische ontwikkeling en organisaties als een
deel van hun omgeving
o Niet-routinetaken, groep werkt samen om oplossingen te vinden, het is heel
informeel, interactie is zowel verticaal als horizontaal
Beide geïnteresseerd in productie en efficiëntie
Von Bertalanffy ziet een systeem als verbonden deeltjes die een geheel vormen met een
gecombineerd effect Systeemtheorie beschrijft gedrag van organisaties:
Intern
o Hoe en waarom mensen binnen een organisatie hun individuele en
groepstaken uitvoeren
Extern
o Integreert transacties met andere instituten