1. Opvoedingsondersteuning: programma’s, interventies en
methodieken
1.1. Inleiding: wat is opvoedingsondersteuning
1.1.1. Opvoedingsondersteuning versus aanverwante begrippen
Opvoedingsondersteuning (Vandemeulebroecke, 1999)
= ‘Het geheel van maatregelen, voorzieningen en structuren en activiteiten die erop gericht zijn de
mogelijkheden van het (primaire) opvoedingsmilieu aan te spreken, te verrijken en/of te
optimaliseren ten einde kinderen en jeugdigen optimale opvoedings- en ontwikkelingskansen te
bieden’
Meer op beleidsniveau geformuleerd (vb.: maatregelen kunnen beleidsaspecten zijn zoals
decreten).
Voorzieningen/structuren: opvoedingsondersteuning komt terug in veel verschillende
instanties als deel van hun werking
Mogelijkheden primaire opvoedingsmilieu, maar ook secundair of tertiair (scholen,
jeugdbewegingen, ..).
Opvoedingsondersteuning (Vandemeulebroecke, 2004)
= OO is op intentionele wijze steun bieden aan ouders (ouderfiguren) bij hun opdracht en taak als
opvoeders
Meer concreet geformuleerd: gaat om alle niet-professionele opvoedende figuren (dus geen
leerkrachten of onthaalouders, aanbod richt zich niet tot hen maar kan handig zijn in
vorming over OO)
Opvoedingsondersteuning (Hermans, 1992)
= ‘Al de activiteiten die tot doel hebben de opvoedingssituatie van kinderen te verbeteren, met
andere woorden opvoeders helpen opvoeden’
Vertrekt meer vanuit theoretisch standpunt: gaat volgens hem ook over ervaring hebben in
de opvoeding, centraal zetten van het kind in de opvoeding, ..
Gaat om sociale ondersteuning, opvoedingsdeskundigheid, ..
Opvoedingsondersteuning (Terpstra & Van Dijke, 1998)
= ‘Verzamelterm voor interventies (licht pedagogische hulp) die het opvoedingsproces kunnen
ondersteunen’
Focus op interventies: behoeft geen zware professionele hulp, maar voor licht pedagogische
vragen
Dus: veel verschillende omschrijvingen met gemeenschappelijke elementen, maar soms ook
verschillende posities van waaruit begrip omschreven wordt
vb.: Terpstra & Van Dijke eerder goed aangesloten bij praktijkinitiatieven terwijl Hermans eerder
vertrekt vanuit theoretisch kader en implicaties ervan voor OO
,Schema: Opvoedingsondersteuning en aanverwante
begrippen (Vandemeulebroecke & Nys)
Uit literatuur blijkt: brede waaier aan aanverwante
begrippen met OO
Sociale ondersteuning en opvoedingsvoorlichting
hebben raakvlakken met OO
Gezinsondersteuning als koepelbegrip waarbinnen
opvoedingsondersteunende, omgevingsgerichte en
ontwikkelingsstimulerende activiteiten plaats
vinden
OO gaat vaak samen met omgevingsfactoren beïnvloeden en ontwikkelingsstimulering
Gezinsondersteuning (Vandemeulebroecke, 1999)
= ‘Het geheel van alle (beleids)maatregelen en –voorzieningen die gericht zijn op het bevorderen
van het welzijn van gezinnen en gezinsleden, waarbij activiteiten gericht op de voor de opvoeding
relevante contextfactoren (bijvoorbeeld partnerrelatie, sociaal-economische situatie, woonsituatie,
…), naast opvoedingsondersteuning deel uitmaken van gezinsondersteuning’
Gezinsondersteuning als koepelbegrip
1.1.2. Theoretisch kader voor opvoedingsondersteuning
Vertrekkend vanuit wijze waarop naar opvoeding wordt gekeken: aangrijpingspunten voor
doelen/intenties OO en hoe vormgeven aan OO.
,Hoe opvoeden aanschouwd (Hermans & Vandemeulebroecke)?
Opvoeden als transactioneel proces: voortdurend beïnvloedingsproces tussen ouders en
kinderen
o Daarom richten op opvoedingsrelatie tussen ouder en kind: centraal punt
Opvoeden is ingebed in een ruimere sociale context: ecologische visie gezinsopvoeding
o Vooraleer je tot OO kan komen kan het zijn dat je contextfactoren moet aanpakken
(zijnde gezinsondersteuning): invloed van context nagaan
Opvoeden is een zelfsturend proces: dankzij aanwezigheid van beschermende of protectieve
factoren blijft dit proces functioneren onder zeer uiteenlopende omstandigheden
o Systeemvisie ‘homeostase’ als er iets verandert in het gezin, dan gaat het gezin
zich aanpassen hieraan om te overleven. Ouders hebben voldoende vaardigheden om
moeilijkere situaties zelf op te lossen
o Daarom richten op zelfregulatie: tools bieden zodat ze opvoeding in eigen handen
kunnen nemen
Opvoeding is een cumulatief risicomodel: dankzij aanwezigheid van beschermende en
risicofactoren blijft het functioneren, maar door opstapeling van te veel risicofactoren kan dit
proces ontregeld raken
o Daarom richten op evenwicht brengen tussen beschermende en risicofactoren,
minimaliseren van risicofactoren en optimaliseren beschermende factoren
Doel van opvoedingsondersteuning (Hermans & Vandemeulebroecke)
- Opvoedingssituatie van kinderen verbeteren (Hermans): hoeft niet gericht te zijn op de
ontwikkeling van het kind
- Optimale ontwikkelingskansen bieden aan kinderen en jongeren (Vandemeulebroecke):
gaat niet om ontwikkelingsstimulering (extra steun/begeleiding voor kinderen), maar eerder
opvoedergericht waarin perspectief van het kind wel centraal staat.
o Dit kan bereikt worden door na te gaan wat de functies zijn van OO, welke
activiteiten en werkvormen van toepassing zijn op OO en volgens welke principes
er moet gewerkt worden
1.1.3. Functies van opvoedingsondersteuning
Hermans & Vandemeulebroecke hebben dit anders geformuleerd, maar komt op hetzelfde neer:
- Hermans (1995): functies én concrete activiteiten
o Preventie: voorkomen van problemen
o Voorlichting
o Advisering: zijn er alternatieve manieren van omgaan met het kind?
o Signalering: meer ernstigere problemen die via gewone OO niet kunnen worden
aangepakt
- Vandemeulebroecke (2000)
o Aanspreken en verrijken (gewone opvoedingssituatie): weten hoe het moet maar
hebben lichte opvoedingsvragen waarbij informatie geven goed genoeg is en
aanspreken op verantwoordelijkheid nodig kan zijn (primaire preventie)
Education/support
o Preventie (opvoeding onder druk): niet escaleren van de vraag (secundaire preventie)
Enrichtment
, o Optimaliseren (problematische situaties of crisissen): vermijden dat het uitbreid naar
nieuwe situaties (tertiaire preventie)
Intervention
1.1.3.1. Wat is de verhouding tussen
preventie en
opvoedingsondersteuning?
Volgens Hermans:
Traditionele preventie: volgens Hermans
te anti-emancipatorisch en bevoogdend
o Gaat niet uit van een vraag van de
ouders zelf, maar eerder vanuit de
veronderstelling dat ouders
moeten begeleid/gestuurd worden
en dat nodig hebben
o Daarom: nadruk gelegd op
vertrekken vanuit de behoeften van de ouders en het perspectief van het kind niet
dit zelf opleggen
Koos daarom voor contextgerichte preventie als term: gebruikt in OO: rekening houden met
context van ouders, waarbij we er van uit gaan dat ouders best op de hoogte zijn van hun kind
en de situatie en dus best zelf de vragen stellen
= vraaggestuurd
1.1.3.2. Een continuüm van functies
Functies op continuüm gezet: van eerder lichte naar zwaardere opvoedingssituaties
Bij te zwaar: doorverwezen naar opvoedingshulp
Maar: moeilijke grens te trekken tussen opvoedingshulp en opvoedingsondersteuning
Kan ook tegelijk opvoedingshulp/OO aan de orde zijn
Functies niet rechtlijnig te onderscheiden + niet exclusief aan vooraf omschreven categorische
doelgroep verbonden (vb.: enkel bij lagere klasse gezinnen onthaal)
!Laatste jaren meer aandacht voor lichte opvoedingsvragen: voordien meer aandacht voor de
zwaardere hulp
Functies:
a. Aanspreken en verrijken van het opvoedingsmilieu: ervaren de situatie als gewoon, maar
willen het zo goed mogelijk doen/staan open voor opvoedingsondersteunend aanbod
b. Opnieuw in evenwicht brengen van balans: het zelfsturend proces dreigt ontregeld te geraken,
dus gaat om minimaliseren risico’s en optimaliseren bescherming
c. Onthaal/oriëntering/doorverwijzing: ernstige opvoedingsmoeilijkheden, waardoor
hulpverlening is aangewezen want betrokkenen zien zelf geen oplossing meer
o Onthaal als ‘eerste opvang’ van ouders die in opvoedingscrisis verkeren, maar voor
wie zware hulpverlening nog een te grote stap is