Samenvatting Fonetiek en Fonologie
1. Inleiding
Geslaagde communicatie: ontvanger begrijpt wat de zender bedoelt
Streepjeslijn
- Bovenaan in hoofd = abstract
- Onderaan in fysieke wereld (concreet)
Grijze vakken: statisch model
- Databank aan informatie
• Wie is de ontvanger?
• Wat is de context?
• Hoe ga ik de boodschap overbrengen? (Verbaal/paraverbaal/extraverbaal)
• Wat is het medium waarin ik de boodschap ga overbrengen? (Lucht/papier)
Witte vakken (1,2,3,4,5): dynamisch model
1. Formuleren (coderen)
2. Schrijven/spreken (in beeld/klank omzetten)
3. Schrifttekens/spraakgeluid (beeld/geluid)
4. Lezen(zien)/horen
5. Verstaan (decoderen)
1
,VERBAAL communicatiesysteem:
- Fonologie (klankleer), morfologie (woordleer), syntaxis (zinsleer),
- Semantiek (woord- en zinsbetekenis) en pragmatiek (taalgebruik).
PARAVERBAAL communicatiesysteem:
- Fonologie: prosodische kenmerken (toonhoogte, luidheid, duur, pauze)
- Prosodische componenten (intonatie, klemtoon, tempo, ritme)
EXTRAVERBAAL of NON-VERBAAL communicatiesysteem:
- Houding, bewegingen, gebaren, blik, mimiek, afstand, aanraking, toewending
3 dimensies van ruis:
a. Plaats:
• Intern: mentale niveau (stap 1 en 5)
• Extern: fysieke niveau (stap 2,3,4)
b. Duur:
• Inherent (permanent)
• Situationeel (tijdelijk)
c. Graad:
• Lichte ruis
• Ernstige ruis
2
, FONETIEK:
2. Basisbegrippen Fonetiek
2.2 De productie van spraakgeluid
Interactie tussen luchtstroom, stemgeving en articulatie:
3 componenten van het spraakkanaal:
Luchtstroom:
- Ingressief: lucht naar binnen
- Egressief: lucht naar buiten (spraak)
- Pulmonaal: lucht in de longen (pulmo = long)
Stemgeving:
1. Schildkraakbeen
2. Ringkraakbeen
3. Bekervormige kraakbeentjes
4. Strotklep (epiglottis)
5. Tongbeen
6. Stemplooien
3
, Stemplooien:
a. Open:
- Stemloze medeklinkers (’t kofschip)
- Stemplooien iets meer dicht: ruis (aspiratie) (Engelse klank: phark, chake)
- Gewone ademhaling
b. Helemaal dicht:
- Adem inhouden
- Stijging luchtdruk binnen longen
- Plofklanken (opening na stijging luchtdruk)
- Glottale stop: harde stem inzet
c. Herhaaldelijk open en dicht:
- Opening smal: grote druk, veel moeite
Anatomie Akoestiek Perceptie
α (lengte) snelheid Frequentie (Hz) Toonhoogte
β (breedte) Amplitude → intensiteit Luidheid
(dB)
Articulatie:
- Keelholte (Pharynx, adj. Faryngaal)
- Mondholte (Oral Cavity, adj.: Oraal)
- Neusholte (Nasal Cavity, adj.: Nasaal)
4