Informatiesystemen Jan Verelst
1 Informatie en informatiesystemen
1.1 Relatie economie – ICT
- Klassieke perspectief
o Bedrijfskundige strategieën/doelen = leidend
o ICT = informatie communicatie technologie = ondersteunend
- Innoverend perspectief
o ICT = leidend
op zoek gaan naar welke innovaties het mogelijk maakt op bedrijfskundig vlak
1.2 Situering beleidsinformatica (BI)
- ICT => ‘informatiesystemen’
o Informatiesystemen
= bedrijfskundige toepassingen van ICT gericht op het omzetten van data naar
bedrijfskundige informatie
ICT: software, hardware, netwerken, …
Bedrijfskundig relevante info over klanten, producten, voorraadniveaus
Niet over beheren kerncentrale of software voor schaakcomputer
≠ informatiesystemen
- Ontstaan BI
= brug bedrijfskunde – ICT
o 50 jaar geleden
Door toenemend belang ICT in bedrijfskunde
Door kenniskloof bedrijfskundigen – programmeurs in samenwerking bij het
bouwen van informatiesystemen
1
,Informatiesystemen Jan Verelst
Voorbeeld informatiesystemen
- Hedendaagse organisatie
bestaat uit meerdere functionele departementen
- Productie en operation management
o Focus oorspronkelijk VS nu
kostenefficiëntie en kwaliteit customer value (= waarde van klant)
Customisatie
Internationalisering
Supply Chain Management
Steunt sterk op Business Intelligence en Internet of Things
o Onderdelen
Transportbeheersystemen
tracking goederen, routeplanning, chauffeursbeheer
Voorraadbeheersystemen
minimaliseren kosten, voldoende voorraad, automatisch bijbestellen
Parameters afhankelijk van producten, concurrentie,
beschikbaarheid grondstoffen, strategie bedrijf
Logistieke systemen
coördinatie van processen ivm aankopen, verkopen, logistieke bewegingen
Aankoopproces
digitale bestellingen via aankoopplatformen en e-veilingen
Real time prijszetting, leveringstijden, keuze van kwaliteit
Geen band met leverancier => risico op leveringsproblemen,
kwaliteit, fraude
- Accounting en financiën
o Accounting
Traditioneel: wetgeving, rapportering
Nu: geavanceerde managementrapportering, risicoprofielen van leveranciers
en klanten, fraudedetectie, wanbetalingen, doorgedreven auditing
o Financiën
bv mogelijkheid tot (real time) online trading
2
,Informatiesystemen Jan Verelst
- Human resources HR
o Traditioneel
wetgeving en communicatie centraal
o Nu
Uitbesteding (cloud)
Online rekruteringsmogelijkheden en validatie
Self-service door personeelslid
Nieuwe mogelijkheden binnen wettelijk toegelaten kader
vrije keuze voordelen in natura afhankelijk van statuut, anciënniteit
- Search engine marketing
= ervoor zorgen dat het product of de dienst aandacht krijgt
o Search Engine Optimization (SEO)
Ervoor zorgen dat website hoog gevonden kan worden op resultatenlijst zoekacties
On-page factoren:
elementen die webontwikkelaar of uitgever onder controle heeft
Sleutelwoorden, kwaliteit tekst, relevantie, verwijzingen naar andere
betrouwbare bronnen, presentatie, publicatie/links social media
Off-page factoren:
elementen waarop men niet direct invloed heeft
Relevantie/credibiliteit volgens algoritmes van search engine,
verwijzingen vanuit andere betrouwbare bronnen, verkeer op
website, review sites
o Social Media Optimization (SMO):
bedrijf gaat op social media voor aandacht, telt mee in ranking algoritmes van search
engines
Betrokkenheid van gebruikers via likes en reviews, mond-tot-mondreclame
voor verspreiding van reclame
o Pay Per Click Advertising (PPC):
betaalde lijsten van hyperlinks naar producten of diensten
3
, Informatiesystemen Jan Verelst
Bouw informatiesystemen
= wicked of ill-structured design problem
o Onvolledige en ambigue specificatie van het probleem
o Kennis van meerdere domeinen moet geïntegreerd worden om oplossing te vinden
o Meerdere oplossingen zijn mogelijk: verschillende manieren om iets te maken
- BI
= brug ontwerpkloof tussen functionele en constructieve laag, realiseren F-laag met
technologische mogelijkheden aangeboden door C-laag
o F-laag (= bedrijfskundige laag)
beschrijft wat functies/vereisten zijn van te ontwerpen artefact, wat artefact moet
doen zonder te bepalen hoe dit moet gebeuren
o C-laag (= ICT laag)
beschrijft structuur artefact, hoe artefact deze functies realiseert
o Beide lagen gebruiken verschillende constructen of primitieven
- The Antwerp Company (TAC)
o Ondersteunend perspectief
Standaard boekhoudsysteem
Informatiesysteem voor financiële transacties
Informatiesysteem voor analyses van verkopen en klanten (webshop)
Events met typisch Antwerpse producten/diensten organiseren
Bedrijfskundige vereisten
prijsafspraken, retournering, eco-vriendelijk, …
ICT = ondersteunend => administratieve opvolging
date/berekeningen over bovenstaande samenwerking, documenten
met afspraken (aanpasbaar), leverbonnen, facturatie
o Innovatief perspectief
Fouten in orderafhandeling elimineren (levering foute producten)
Augmented reality tour Stad Antwerpen met begin/einde in TAC
- Bedrijfskundige rol in innovatie
o Technologische aspecten
Nieuwe technologie, combinatie bestaande technologieën, realisatie reeds
bestaande technologie
o Disruptieve/bedrijfskundige aspecten
Bedrijfskundige toepassing vinden
Business model vinden
Een nieuw bedrijfsmodel of realisatie reeds bestaand bedrijfsmodel
Disruptieve innovatie:
economisch concept Clayton Christensen 1995, innovatie die nieuwe markt en waardeketen creëert
en bestaande markt en waardeketen verstoort waarbij belangrijke marktleiders, producten en
allianties worden vervangen
Creatieve destructie:
theorie Joseph Schumpeter over economische innovatie en de conjunctuurcyclus, beschrijft proces
industriële verandering dat voor onophoudelijke revolutie zorgt van economische structuur van
binnenuit waarbij oude structuur voortdurend wordt vernietigd en er voortdurend een nieuwe
structuur wordt gecreëerd
4