PSYCHOLOGISCHE PROCESSEN VAN PSYCHOPATHOLOGIE
HOOFDSTUK 1: INLEIDING
1. DE VERWONDERING
Aantal jaar geleden een radioprogramma “jongens en wetenschap” waarin
verschillende thema’s aan bod kwamen
o ”Hoe werkt een sidderaal?”
o “Zijn er lichaamsdelen die je niet kan transplanteren?”
o “Waarom zijn de bananen krom?”
o “Wat is hoogtevrees?”
o “Hoe komt het dat sommige mensen stemmen horen?”
o “Hoe komt het dat mensen verslaafd kunnen raken aan gokken?”
Vraag gepresenteerd en luisteraars konden inbellen met stukjes van antwoord (tijden
vóór Wikipedia, …) elk nieuw stukje info leverde een nieuwe vraag op
Vertrekt vanuit de verwondering = startpunt van de wetenschap
o Niet alleen uitgangspunt voor wetenschap maar ook voor klinische praktijk
Bovenstaande problemen horen respectievelijk tot domein van biologie, natuurkunde
en psychopathologie
Vragen vertrekken telkens vanuit “waarom”-vraag structuur van antwoord is gelijk
Idee: we nemen iets waar dat we niet begrijpen (bv.: pubers die verslaafd zijn aan
gokken)
o Om gokken te kunnen verklaren, beschouwen we het als een gevolg van een
oorzaak als A (oorzaak) dan B (gevolg)
o Als we iets onbekends hebben kunnen toeschrijven aan een oorzaak dan hebben
we het daar voorlopig mee verklaard
o Bv.: bananen groeien o.i.v. zonlicht, als één zijde meer licht ontvangt dan de
andere groeit die meer en trekt banaan krom voor meeste mensen is dit een
afdoende verklaring maar…
o Rijzen van nieuwe vragen (bv.: “Hoe komt het dat een vrucht groeit o.i.v.
zonlicht?)
Structuur van reeks vragen en antwoorden steeds gelijk: “hoe komt het dat B
het geval is?” Antwoord: “omdat het veroorzaakt wordt door A”
1.1. DEZE CURSUS
Onderwerp van psychopathologie: onaangepast, vreemd, gestoord gedrag gedrag
lijkt onbegrijpelijk (lees voorbeeld pg. 2)
Geïnspireerd door de verwondering: door de wens om te willen begrijpen, door de
ontevredenheid met de “onbegrijpelijkheid”
o Wij zijn geïnteresseerd in de verklaringen van psychopathologie (“waarom”-
vraag”)
o Zal cruciale vraag zijn in ons toekomstig werk in de klinische praktijk
o Is ook de vraag waar cliënten mee zitten (langs de “hoe”-vraag) wil begrijpen
hoe het allemaal begon, hoe het zo ver is kunnen komen, waarom precies zij
getroffen werden door deze kwaal, of hoe het komt dat ze maar niet verlost
raken van ellende
Voor sommigen: zoektocht van begrijpen gedreven door wens tot herstel
hoopt, eens oorzaak gevonden, daarmee ook weg naar herstel te ontdekken
Voor anderen: “waarom”-vraag eerder existentieel van aard zuiver willen
weten
2. HET WAAROM VAN HET ONTSTAAN, INSTANDHOUDEN EN TERUGVAL
Zowel voor patiënt als voor onderzoeker en clinicus vormt de waaromvraag een
uitdaging
o Gaat niet allen om vraag naar de oorzaak (etiologie) maar ook om vragen over
instandhoudende factoren dienen duidelijk onderscheiden te worden
In heel wat individuele gevallen kunnen deze mechanismen verschillen
o Factoren die aan oorsprong lagen van probleem zijn niet altijd de redenen die het
probleem momenteel in stand houden (bv.: iemand begint met overmatig
drinken door overlijden kind, hoeft niet te impliceren dat alcoholprobleem 5 jaar
1
, later nog steeds in stand wordt gehouden door verdrukken van negatieve
gevoelens en herinneringen mogelijk dat rouwproces is doorgewerkt en dat
andere mechanismen de verslaving hebben “overgenomen”)
Verwondering niet alleen gericht op begrijpen van “ontstaan”, maar ook van factoren
die psychopathologie instandhouden vanuit bepaalde opzichten is deze laatste
kwestie belangrijker:
o Voor uitwerken van behandelingen (zie: factoren die essentieel waren bij
ontstaan en ontwikkelen van klachten spelen niet steeds meer mee wanneer
persoon zich aandient voor behandeling, dus kennis van instandhoudende
factoren cruciaal voor op punt stellen behandeling)
Ook psycho-“logisch” is blijven voortbestaan van psychopathologie moeilijk te vatten
(bv.: hoe komt het dat iemand geld blijft inzetten op kansspelen terwijl dit gokgedrag
reeds aanleiding gaf tot een echtscheiding, …?)
o Mechanismen die maken dat dit gedrag nog steeds gesteld wordt ondanks
nadelen?
o Psycho-logica stelt dat alle menselijke gedrag doelgericht en zinvol is maar…
zin en doel van overmatig gokken?
Groei onbegrip van omgeving wanneer psychologische problemen een tijd voortduren
(bemoedigende uitspraken veranderen in “stop daar toch mee”)
o Ondanks goede bedoeling zijn ze zelden helpend
o Personen die lijden aan vorm van psychopathologie lijken gevangen in vangnet
van mechanismen die problemen instandhouden Welke zijn deze
mechanismen?
Ook kijken naar factoren die maken dat sommige personen terugvallen na
succesvolle behandeling
o Sommige vormen van psychopathologie: behandelsuccessen laatste decennia
dermate verbeterd werken nu niet alleen aan verder op punt stellen van
bestaande behandelingen maar onderzoeken ook mogelijkheden van voorkomen
van terugval (preventie)
o Anderzijds: aantal stoornissen (bv.: depressie) waarvoor terugvalpercentage
dermate hoog grondig onderzoek naar secundaire preventie minstens even
belangrijk als onderzoek naar effectieve behandelingen
o Ook hier is studie van factoren die meespelen in
terugval cruciaal
3. KLINISCH-WETENSCHAPPELIJK GEMOTIVEERDE
NIEUWSGIERIGHEID EN TEVENS EEN MAATSCHAPPELIJKE
OPDRACHT
Thema’s die aan bod komen zijn gerelateerd aan
mechanismen van ontstaan, instandhouden of terugval van
psychopathologie
Uitgangspunt: telkens vorm van verbazing of verwondering
Analyse: steeds gericht op begrijpen door “verklaren” eerder dan door “beschrijven”
Richten ons NIET op mechanismen van werkzame behandelingen
Focus op psychopathologie (ernstigere problemen): betekent niet dat het om
maatschappelijk minder belangrijk onderwerp gaat integendeel!
o Diverse epidemiologische studies (bv.: National Comorbidity Study)
8000 Amerikanen bevraagd a.d.h.v. gestructureerd interview
Gericht op vaststellen DSM-III-R stoornissen (momenteel replicatie)
Bv.: depressie levensloop prevalentie van 17.1
Niet alleen in Amerika, ook in België en Nederland
Nederland: 7000 personen onderzocht met gestandaardiseerd instrument
levensloop prevalentie voor depressieve stoornis 15.4%
Ook voor angststoornissen, verslaving en psychose zijn de cijfers niet te
onderschatten (zie tabel p. 6)
Prevalentie van stoornissen in algemene bevolking is één manier om
maatschappelijke impact in te schatten
o Bv. depressie Burden of Disease Project van WHO erg informatief
o Meeteenheid in deze studie: DALY (Disability Adjusted Life Years)
2
, Aantal jaren van gezond leven, verloren door ziekte of voortijdig sterven
(totale DALY- YLL)
Aantal jaren van gezond leven, verloren door ziekte (DALY-YLD)
o Meest recente resultaten (2000): unipolaire depressie wereldwijd op 4 e plaats
depressie gaat vooraf aan hartziekten en verkeersongevallen
o Verwachting dat tegen 2020 depressie wereldwijd op 2 e plaats zal staan en alleen
nog maar voorafgegaan zal worden door ischemisch hartlijden
o Westerse wereld: depressie op nummer 1 in Amerikaanse regio en op nummer 3
in Europa Afrikaanse regio: HIV/AIDS en malaria op plaats 1 en 2, depressie
op plaats 13
o Enkel kijken naar aantal jaren verloren door ziekte: depressie al meerdere jaren
wereldwijd op nummer één
o Ook voor andere problematieken kunnen vergelijkbare analyses gemaakt worden
conclusie is telkens: psychopathologie vormt een ernstig maatschapplijk
probleem
Als klinisch psycholoog hebben we belangrijke verantwoordelijkheid in
gezondheidszorg taak enkel opnemen wanneer handelen gevoed wordt door
grondige wetenschappelijke basis
o Verantwoord beroepsmatig functioneren in context van psychopathologie vereist
minimaal wetenschappelijk inzicht in deze fenomenen
4. ZOVEEL THEORIEEN
Om wetenschappelijke verklaring te bieden voor bepaalde klinische fenomenen heb je
een theorie nodig
Op terrein van klinische psychologie tal van theorieën geformuleerd vreemd:
zoveel theorieën?
Omstandigheid dat er uiteenlopende wetenschappelijke verklaringen zijn voor
hetzelfde fenomeen is misschien niet uniek voor studie van psychopathologie bv.:
ter verklaring voor kanker zijn er ook zeer uiteenlopende theorieën
Bijzonder aan veelheid van theorieën binnen psychopathologie
o Theorieën verschillen fundamenteel van elkaar (bv.: theoretische concepten
waarmee angststoornissen worden verklaard hebben weinig gemeen)
o Theorieën lijken vaak verwant te zijn aan even uiteenlopende mensvisies of
levensbeschouwingen
o Theorieën zijn vaak basis van therapeutische “scholen” (bv.: psychoanalytische,
gedragstherapeutische, humanistische)
Psychologen kunnen er daarom voor kiezen een theorie te onderschrijven die aansluit
bij hun eigen wereldbeschouwing (bv.: geloof in vrije wil)
o Criterium “aansluiting bij mijn wereldbeeld” is in intellectueel opzicht weinig
bevredigend
Doel van wetenschap is immer: doen van algemene uitspraken, die ongeacht
toevallige opvatting van onderzoeker geldig zijn (bv.: of depressie samengaat met
verlaagd niveau van serotonine, moet kunnen worden aangetoond, onafhankelijk van
vraag of dergelijke bevinding strookt met filosofische intuïties van onderzoeker)
o Wetenschap: weinig meer dan stelsel van regels over hoe te redeneren en te
onderzoeken doel van deze regels: uitsluiten dat privé-opvattingen de
waarneming en interpretatie beïnvloeden
o Invloed van levensbeschouwelijke overtuigingen niet definitief uit te bannen,
maar wel een richtinggevend ideaal
Men kan ook een meer relativistisch standpunt innemen t.a.v. veelheid van theorieën
o Perspectief komt erop neer dat: deugdelijkheid van theorie hangt af van theorie
die je aanhangt
o Theorieën en verklaringen kunnen elkaar aanvullen
wanneer ze verschillende niveaus van organisatie
betreffen
Bv.: zelfdoding kan bekeken worden vanuit zuiver
biologische oriëntatie (bv.: rol neurotransmitters) of
vanuit sociologische benadering (bv.: theorie van
3
, Durkheim) theorieën niet strijdig want richten zich op
andere aspecten van hetzelfde fenomeen
o Ander is het echter wanneer theorieën zich richten tot hetzelfde
aspect van hetzelfde verschijnsel
o Gelijktijdige aanwezigheid van verschillende theorieën
aangaande fenomenen uit psychopathologie betreft het gaat
hier om “incommensurabele” perspectieven, ze missen een
gemeenschappelijke maat waarmee ze vergeleken kunnen
worden, ze zijn onvergelijkbaar
o Ondanks ingewikkelde wetenschapstheoretische positie van relativistisch
perspectief, is ze erg populair
Laat toe dat clinici met verschillende achtergrond vredig naast elkaar kunnen
leven
Verklaringen die ze hanteren zijn niet strijdig omdat houdbaarheid enkel kan
worden bepaald binnen de termen van een “referentiekader”
Deze cursus:
o Vertrekken NIET vanuit eerdergenoemde “referentiekaders” maar vanuit
basisdisciplines die eigen zijn aan studie van psychologie: functieleer, sociale
psychologie, differentiële psychologie, …
o Vanuit deze kerndomeinen van onze eigen psychologische wetenschap vinden we
rijke benadering van psychopathologie
o Topics: selectieve aandacht en angst, contextafhankelijk geheugen en depressie,
leerprocessen en verslaving, redeneerprocessen en psychosen, impliciete
attitudes en eetstoornissen
o Deze benadering van psychopathologie is typisch psychologisch: rechtstreeks
verbonden met ons eigen vakdomein (niet zo voor referentiekaders)
o Hanteren GEEN levensbeschouwelijk criterium maar een zuiver wetenschappelijke
benadering
Theorieën zijn er om getoetst te worden, en vervolgens aangepast, uitgebreid
of verlaten te worden empirische cyclus is hierbij enige geldende richtlijn
(en niet een of andere visie op mens)
Elke vraag is toegelaten, zolang ze zo gesteld is dat ze toetsbaar is
Met theorieën die niet toetsbaar zijn, zijn we niets (helpen noch theoretisch
inzicht, noch klinisch handelen vooruit)
Empirische cyclus vormt basis van benadering van psychopathologie
o Uitgangspunt: probleemstelling (bv.: hoe komt het dat depressieve personen zo
weinig initiatief vertonen?)
o Klinisch observatie (bv.: depressieve personen zijn soms bijzonder weinig actief,
niets lijkt hun nog te interesseren)
Onderzoeksobservatie: dieren die geconfronteerd werden met negatieve
ervaringen waarover ze geen controle hebben, vertonen vergelijkbare
gedragsinhibitie generalisatie naar situaties waar ze deze controle wel
hebben (aangeleerde hulpeloosheid)
o Hypothesen (bv.: inactiviteit van depressieve personen is gebaseerd op negatieve
oncontroleerbare ervaringen uit het verleden. Net zoals de dieren uit de proeven
van Seligman hebben ze geleerd dat hun gedrag irrelevant is voor de outcome
ervan) “aangeleerde hulpeloosheid”- hypothese
o Toetsbare predictie/ voorspellingen (bv.: indien personen geconfronteerd worden
met onvermijdbare negatieve evaringen, dan leidt dit tot een negatieve stemming
en een uitblijven van gedragsinitiatieven in vergelijkbare situaties)
o Toetsen: (bv.: drie groepen van proefpersonen aversieve oncontroleerbare
tonen, aversieve controleerbare tonen, geen tonen. In volgende fase
geobserveerd hoe ze presteren in taak waar wel vermijden van negatieve
ervaringen mogelijk is)
o Evaluatie: afhankelijk van de resultaten ofwel bevestiging van de
hypothese/theorie ofwel verwerpen of aanpassen van de theorie (opnieuw
observeren)
Bv.: indien groep 1 in tweede fase minder goed gestemd is en minder
activiteit vertoont dan beide andere groepen steun voor theorie
4