Contextualiseren 1A: kunst in de 20ste en 21ste eeuw
Les 1: Hoe tonen kunstenaars de wereld?
Het realisme in de beeldende kunst
De moderne kunst (ca. 1860 – 1960)
Vertrekt niet vanuit academisch
gingen niet meer luisteren naar regeltjes
MAAR we zien meer en meer een verschuiving naar het ‘ik’ tijdens de overgang van 19 de naar 20ste
eeuw
Edvard Munch, de schreeuw, 1893
Munch is een getormenteerd persoon, dit werk laat duidelijk zijn ‘ik’ zien
Egon Schiele, zelfportret met physalis, 1920
duidelijke focus op het ‘ik’, Schiele was een gek persoon, op de vlucht voor politie owv
zedefeiten, relaties met -18jarigen, …
Jackson Pollock, number 31, 1960
Pollock bevindt zich op de overgang tussen moderne en hedendaagse kunst
De hedendaagse kunst (ca. 1960)
= een kunst om bepaalde ideeën en concepten te uiten
MAAR komt los van het esthetische
Sol Lewitt, incomplete open cube, 1974
zodanig geabstractiseerde kubus
Joseph Kosuth, one and tree chairs, 1965
letterlijk drie stoelen afgebeeld: de stoel zelf, de definitie van een stoel en een foto van
een stoel
Marina Abramovic en Ulay, rest energy, 1981
de titel van het werk is letterlijk wat we te zien krijgen
ze gebruikt haar lichaam als een medium om kunst te maken (is een performance)
De industrialisatie (19de eeuw) is een bloeiperiode voor wetenschap en techniek, door onder andere
de stoommachine en de machinalisering.
DUS mensen trekken van het platteland naar de steden
WANT denken dat dat ‘het beloofde land’ is, met grotere huizen, meer centjes, verzekering,…
MAAR er is kinderarbeid, ze wonen met minstens 8 personen in een 1-kamerhuisje’, …
DUS dit heeft ook zijn invloed op de kunst ontstaan nieuwe kunststroming
1
,Het realisme (19de eeuw)
Gustave Courbet, de steenbrekers, 1849
= het realisme van de 19de eeuw
laat zien hoe mensen werken, afzien, zweten, … en probeert dit niet te verbloemen
het werk wordt ingezonden naar Le salon in 1850, maar werd geweigerd
MAAR dit kon Courbet echter niet begrijpen, dus schreef hij in 1855 een manifest
hierin pleit hij voor individualistische kunst, want het is de taak van een
schilder om de wereld vast te leggen zoals deze is, zonder er een filter
over te plaatsen
Constantin Meunier, de steenbreker, 1896 & de maaier, 1892
vanuit de context begrijpen wij dat ze werken, zweten, afzien en vuil zijn
MAAR dit valt ook af te leiden uit de werkende, alles behalve trotse houding en de
gelaatsuitdrukking
Henri De Braekeleer, de man aan het venster, 1876
realistisch werk, want de man zit duidelijk in een uitzichtloze situatie
WANT de man heeft letterlijk enkel zicht op arbeiderswoningen, de toekomst
MAAR er is geen manier op uit deze situatie te geraken
de letterlijke toekomst
Typische kenmerken van het realisme zijn:
1. Uit het leven gegrepen situaties
2. Objectieve observatie vanuit het oog van de kunstenaar
3. Maatschappij kritische kunst
4. Oog voor de harde leef- en werkomstandigheden
5. Kunst wordt gebruikt als sociaal engagement
Intermezzo
Het salon
In het 17de eeuwse Parijs, in het Louvre (vanaf 18 de eeuw door de staat georganiseerd)
= een grote jaarlijkse tentoonstelling die de ‘beste’ kunst zoekt
MAAR dit was tot 1860-1870 cruciaal voor het maken of kraken van een kunstcarrière
WANT - dit was de enige manier om je werk te tonen aan publiek
- kon je carrière maken of kraken
- officieel circuit gelieerd aan de academie
Je toelating werd bepaald door een selectiecommissie
2
, MAAR stond er een rode R (refugé) achteraan je werk, dan was je een slechte kunste
Naar en daalde de prijs
Dit had echter een grote impact op je carrière en je zelfvertrouwen
beslissingen werden heel snel gemaakt, en er was geen hevige discussie
de jury bestond uit academici, maar waren meestal oude, blanke mannen
MAAR deze hadden een nogal conservatieve kunstopvatting en
stonden niet open voor grote vernieuwingen, maar waren pro
het doorgeven van tradities
MAAR het salon werd steeds populairder
EN vanaf 19de eeuw was het mogelijk om meerdere werken per artiest in te dienen
DUS hierdoor waren er meer inzendingen en meer toelatingen (3000/5000)
hierop was echter kritiek te veel werken & de kwaliteit te middelmatig
Daardoor ontstond salon de refusés (1863)
Wordt geselecteerd door een zeer strenge jury ongeveer 50% wordt afgewezen
MAAR is om op te komen tegen de kritiek van de selectiecommissie
Georganiseerd door Napoleon II in een zijzaal van het gewone salon
hierdoor kon het publiek zelf oordelen of de keuze van de jury goed was
MAAR was voornamelijk populair onder het publiek omdat mensen kwamen
lachen
MAAR voor kunstenaars was het echter een plaats om hun werken te kunnen tonen
en was dit vaak een aanloop voor een alternatief circuit
Eduard Manet, déjeuner sur l’herbe, 1863
schilderij werd eerst afgewezen
WANT onderliggende onderwerp is mogelijk prostitutie (klein kikkertje)
het werk noemde eerst ‘le bain’
Impressionisme
Verwerpen het academische
WANT daardoor missen ze spontaniteit, creativiteit en artistieke integriteit
DUS creëren een authentieke kunststroming
Het impressionisme wordt ook wel gezien als ‘de moeder van het modernisme’
WANT - verdrong visuele convecties
3
, = perspectief, compositie, kleur, vorm
-gaf de aanzet tot abstrahering
DUS de visuele werkelijkheid wordt een subjectief gegeven
Paul Cézanne, Monte Saint-Victoire, 1902-1904
slechts heel vaag kunnen we nog de vorm van een berg onderscheiden
Claude Monet, Japanse brug, 1899-1922
steeds meer en meer abstrahering, waardoor er nauwelijks nog een brug te herkennen is
Claude Monet, le bateau-atelier, 1874
MAAR hoe konden impressionisten te werk gaan zoals ze deden?
door middel van wetenschappelijke en technologische invloeden
- Uitvinding van de verftubes (maakten voordien zelf verf)
- Draagbare ezels
o Hierdoor was het mogelijk het atelier te verlaten en ‘en plein air’ te
schilderen
- De stoomlocomotief
o Het was mogelijk de wereld te zien aan 70-90km/h
o Hierdoor werd het vlugge, het instabiele karakter van visuele ervaringen
vastgelegd
- Fotografie
o Schilderkunst krijgt vanaf nu de vrijheid om zichzelf te zijn, want het
fototoestel kan de werkelijkheid vastleggen zoals ze is
o Fotografie verlost de beeldende kunst van de obsessie van gelijkenis
o Zuivere werkelijkheid wordt verlaten
o Fotografie > aanwezigheid van het toeval > momentopname > impressie
Claude Monet, gare Saint-Lazar, 1877
Stilistische kenmerken van het impressionisme
- Vluchtige schildertechniek
o Lijnen afgezworen
o Vormen versmelten
o Vluchtige samenleving
- Spontane composities
- Licht-kleur interactie
o Ontelbare kleurnuances
o Invloed van licht op kleurervaring
- Frivole thematiek
- Alledaagse moderne leven, ontspanningsleven, natuur
Claude Monet, Boulevard des Capucines, 1873-1874
Camille Pissarro, Boulevard Montmarte, 1897
Auguste Renoir, Bal au Moulin de la Gallette, 1876
4