Sociologie H1: Wat is sociologie? – de sociologische verzuchting
1.1 Sociologie: een definitie?
- Definities kunnen kennis samenvatten, als men heeft begrepen
- Sociologie als avontuur, meegaan met verhaal, ervaringen opdoen (levendig, diep
verdeelde wetenschap)
- The British Sociological Association: begrijpen van hoe de sl werkt – verwerven in relaties
tussen mensen, die relaties zijn de motor v sl
- American Sociological Association: studie v sociale leven, sociale veranderingen en
oorzaken en gevolgen v menselijk gedrag. Onderzoeken structuur van groepen, sl en wijze
waarop mensen in deze contexten in interactie treden
- Boek: Weber stelt dat de sociologische verklaring causaal of oorzakelijk moet zijn.
1.2 Belangrijkste sociologische les:
‘Alles is contingent, maar daarom niet arbitrair’
- Contingent: Iets is contingent als het noodzakelijk noch onmogelijk is en het dus ook
anders had kunnen zijn dan het nu is.
Alles wat we aantreffen in sl, gewoontes, praktijk, tradities – die hadden anders kunnen
zijn, er anders kunnen uitzien
- Niet Arbitrair: niet toevallig, niet willekeurig
Bv. Auteurs v/h boek zijn in België geboren maar had evengoed Ned kunnen zijn, het maakt
echter niet uit of men in België of Ned woont; het is niet willekeurig.
OF alles wat er bestaat, hoe we verliefd worden, hoe we de tafel dekken,… had ook anders
kunnen zijn. Ze hadden zich in de loop van geschiedenis ook anders kunnen ontwikkelen. Zij
zijn contingent. Het tweede deel is dat het contingente niet gelijkgesteld kan worden aan het
arbitraire. Het is niet omdat een bep instelling, bv huwelijk, ook anders had kunnen zijn, ja, in
andere culturen soms andere vormen aanneemt, dat er geen goede redenen bestaan voor de
vorm die het bij ons heeft aangenomen.
Dus: Alles had anders kunnen zijn in de sl, maar is er niet toevallig.
Onderzoek naar huwelijken binnen culturen illustreren 2 zaken:
- (1) Zelfs iets zo vanzelfsprekend als huwelijk varieert over cultuur en ruimte (=contingent)
maar (2) in die variatie tekenen zich wel degelijk patronen af (vorm die huwelijk
aanneemt is niet-arbitrair maar hangt samen met bv toestand van economie of erfrecht)
1.3 Contingent, maar niet arbitrair
VAN: wetten en regelementen opgelegd door God of natuur
NAAR: wetten en reglementen door mensen gemaakt
, Rousseau: civiele religie
- Vroeg zich af hoe men de mensen de wet kan doen eerbiedigen, als zij er zich v bewust
worden dat zij die zelf hebben gemaakt
- Hij vond het evident dat mensen wetten respecteren zolang zij geloven dat deze v
buitenaf (God) worden opgelegd.
- Eenmaal beseft dat het eigen producten en dus conventies zijn, dreigt respect te
verdwijnen
- Verontrustende les (Bv. politie ‘wet is wet’, dan denk je ‘we kunnen de wet morgen
veranderen’)
- Rousseau geloofde dat mensen enkel wetten zullen volgen als een religie hen daartoe
aanzet en motiveert
- Eventuele nieuwe religies die de aandacht vr burgerdeugd (= goede burgers kweken)
centraal dienden te stellen, noemde hij civiele religies
- Hij geloofde niet dat religies functies zal kunnen blijven vervullen – nood aan
ontwikkeling van civiele religie = mensen aanzetten tot afspraken belangrijk vinden en
respecteren
In praktijk: scholen opgericht om kennis en vaardigheden te leren, kritisch denken, werken aan wat hij
voor ogen had
- Waarom is het contingente niet arbitrair? (wrm zit er in ons handelen voorspelbaarheid?)
- Rode draad doorheen sociologie, maar geen pasklaar antwoord
1.3.1 Sociologie als poging om tegenstellingen Verlichting en tegen-verlichting te
overstijgen
Verlichting: denkstroom, een fundamentele verschuiving in denken v mensen
Rede/capaciteit v mensen staat centraal
Denkers hadden specifiek mensbeeld – religie verworpen ze, is hinderlijk
Mens niet gemaakt om te volgen, moet heft in eigen handen nemen
Cruciaal in denken: moeten mensen meer mogelijkheid geven om puur rationeel te
handelen
Als mensen redelijk handen -> vooruitgang samenleven
Verlichting en tegen-Verlichting
VERLICHTING TEGEN-VERLICHTING (reactie verlichting)
Verwerpen religie als ordehaver Geen positief beeld v menselijke natuur
Mens moet nr zijn natuur leren leven Vooral handelen uit eigenbelang (niet
volgen v regels om sl werkbaar te maken)
Kennis v natuur via wetenschap Egoïsme en onrecht door redelijke handelen
Die kennis zal redelijk gedrag bevorderen Limieten opleggen
Dat zal bijdragen tot geluk Zonder geloof: bijgeloof, blind respect voor
traditie, manipuleren met rituelen, elkaar
niet meer respecteren, sl niet geregeld
(religie beschermt tgn zichzelf, respecteren
v wetten niet vanzelf, er moet cultuurwerk
gebeuren)