De ontwikkeling van tijdsbesef en tijdsbeleving is van groot belang. Kinderen beleven tijdsbesef door
de seizoenen, ritme dag en nacht… maar dat is gebrekkig.
‘tijd’ zien ze vooral als het tijd is om te gaan eten, te spelen, om te gaan slapen…
Geleidelijk aan worden kinderen zich meer bewust van de tijdsaspecten: biologische, dagelijkse en
historische tijd. ( bij biologische en dagelijkse tijd focussen we op tijd in cyclusvorm, bij historische
tijd kijken we naar verleden, heden en toekomst.)
Subjectieve tijdsbeleving tijd is gebonden met gevoelens zoals plezier, verveling…
Hierbij ervaren ze bij vervelen (tijd gaat traag) en bij plezier (tijd gaat snel).
Objectieve tijdsbeleving Tijdsintervallen en de wiskundige taal die we aan tijd geven.
22.5 Tijd meten in de kleuterklas:
Onder “tijdsduur” of “tijdsinterval” verstaat men de tijd die verlopen is
tussen 2 opeenvolgende gebeurtenissen.
Tijdsduur kan men meten. (zestigdelig met als standaardeenheid
seconde ‘s’)
31 dagen: januari, maart, mei, juli, augustus, oktober en december 30
dagen: april, juni, september, november
februari zijn 28d of 29 bij een schrikkelj.
Vergelijkend meten met meetinstrumenten:
Meten van tijdsduur
Tijdstip bepalen
Kloklezen
Bepalen van tijdstip
Meten van tijdsduur:
Wanneer men verschillende tijdsduren wilt vergelijken kan men gebruik maken van kaarsen,
zandlopers of waterklok. Je vertrekt vanuit twee identieke meetinstrumenten die allebei een andere
tijdsduur meten, en dan vergelijken.
Kaarsen 2 identieke kaarsen. Laat de ene kaars opbranden en chronometreer een bepaald
tijdsinterval. Wanneer het interval verlopen is duidt je dit aan op kaar 2. Een bepaalde handeling mag
zolang duren tot de kaars is opgebrand aan het streepje.
Waterklok en zandloper bestaan uit 2 delen die open cc hebben. In het begin is het bovenste
gedeelte gevuld. Tijdens de handeling loopt de ‘stof’ van het ene naar het andere deel. Wanneer alles
is overgelopen stopt de handeling.
Slingertijd een slinger bestaat uit een koord waar een gewicht aanhangt. De slingertijd is
afhankelijk van de lengte van het touw.
, H22- tijd
Tijd sensomotorisch ervaren: Tijdstip bepalen:
Kleuters hebben nog geen volgroeid inwendig tijdsbesef -> Bij een vervelende activiteit lijkt de tijd
trager te gaan, kleuters realiseren zich niet dat de tijd niet echt trager verloopt. Ze maken geen
onderscheidt tussen subjectief en objectief tijdsverloop.
Tijd voelen laat kleuters saaie en spannende opdrachten doen voor exact 5min. Of voelt
een wondje na 3 dagen nog hetzelfde?
Tijd proeven Smaakt vers brood hetzelfde als na 3dagen? Smaakt warme chocomelk na
10min nog altijd even warm?
Tijd ruiken Hoe ruikt de klas als deze juist is gepoetst? Hoe ruikt popcorn voor het ploffen
en na het ploffen?
Tijd horen Hoe weten we het wanneer de speeltijd om is? Horen we het geluid van een
triangel nog na 4min?
Tijd zien Zien we op oude foto’s er nog hetzelfde uit? Door een heel jaar foto’s van een
boom (de cyclisch)
Kloklezen en kalenderlezen:
Een tijdstip is geen grootheid en kan men niet meten met een klok of kalender. Een tijdstip wordt
bepaald.
Om een tijdstip te bepalen moet je rekening houden met de tijdsindeling (gregoriaanse kalender).
1u=60min 1min= 60sec (PM na de middag, AM voor de middag)
Voor een bepaald tijdstip maakt men gebruik van een klok of een kalender.
Bepalen van een tijdstip ‘klok-kloklezen’ klok lezen wordt vereenvoudigt door een indeling van
kwadranten (kwart voor, half, kwart over)
Namaakklok (vergelijken niet om te kloklezen!!)
Bepalen van een tijdstip ‘kalender’ Bij het gebruik van kalenders mogen de kinderen geen
instructies krijgen voor het aflezen van de data. De data mag wel vermeld worden maar het mag geen
training worden -> net als bij kloklezen herkennen ze gwn het tijdstip.
Dagkalender -> overzicht van datgene dag die dag gaat gebeuren. bij oudere kleuters mag er een
nachtgedeelte worden voorzien en een daggedeelte. Het is belangrijk dat het altijd duidelijk
aangeduid staat op welk moment men zich bevindt.
Weekkalender -> een goede weekkalender geeft ook het weekend weer. Je kan ook kleuren koppelen
aan de week, kls moeten nog de associatie maken van kleur met dag en dat kan het vermoeilijken.
!Woensdag is geen halve dag maar is een halve dag naar school gaan!
Maandkalender -> geeft overzicht over alle dagen van de maand. Wel is het belangrijk dat de
afgelopen dagen doorstreept worden. Een goeie maandkalender heeft voor het weekend 2 vakken.
Jaarkalender -> zelfde als bij een maandkalender maar dan voor een jaar. Een scheurkalender kan
ook.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper stiedege. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,96. Je zit daarna nergens aan vast.