Hoofdstuk 0: Omgaan met feedback en communicatieve vaardigheden
en attitudes
Omgaan met feedback
● Feedback is een terugkoppeling maken over iemand zijn GEDRAG, niet over de persoon zelf. We geven
feedback aan anderen om de effecten van hun gedrag of boodschap te verhelderen, om gedrag te bevestigen
of bij te sturen. Ontvangen van feedback kan helpend zijn om je eigen blinde vlek (johari venster) te verkleinen.
○ Verschil met kritiek? Kritiek of commentaar geven houdt verband met een oordeel geven, met
feedback waak je ervoor om hem of haar te veroordelen
Goede feedback? (EX - geef 5 punten)
● Feedback is beschrijvend (wat je ziet, voelt, hoort) en laat waardeoordelen achterwege
● Feedback gaat over het nu, niet over situaties uit het verleden
● Feedback is concreet en specifiek
● Feedback wordt selectief gegeven, richt je op de belangrijke aspecten
● Hou rekening met de behoefte van de ander. Is de feedback bruikbaar voor de ander
● Geef het effect van het gedrag van de ander weer, geef gevoelens aan en welk gedrag dit bij jou oproept
Aandachtspunten voor de gever van feedback
● Vraag of je feedback welkom is
● Geef feedback over recent gedrag
● Geef feedback op (veranderbaar) gedrag, niet op de persoon
● Geef het effect van het gedrag weer, beschrijf je eigen gevoelens en gedachten
● Praat tegen de ontvanger, niet over. Geen roddel
● Vraag om een reactie als de ander niet spontaan reageert
● Formuleer gedrag dat jezelf hebt waargenomen
Aandachtspunten voor de ontvanger van feedback
● Wees bereid om feedback te ontvangen
● Geef aan als je geen behoefte hebt aan feedback
● Luister naar de positieve en negatieve elementen
● Feedback is een leermiddel
● Realiseer je dat feedback gaat over je gedrag, niet over je persoon
● Bepaal zelf of je iets doet met de feedback doet
● Bedank de ander voor de feedback
!Waarderende feedback - In cliënt en hulpverlener relatie is het essentieel van belang om aandacht te besteden aan het
nadrukkelijk uitspreken van waarderende feedback. Door oog te hebben voor talenten, fijne eigenschappen, mooie kwaliteiten,
doorzettingsvermogen (creëer je een positief klimaat waarin je je geloof in de ander kenbaar maakt).
● Ik vind het heel lief van jou dat je je zusje meer poppetjes hebt gegeven.
!Communicatieve vaardigheden
→Vaardigheden zijn handelingen, vermogen om handelingen uit te voeren en worden vergaard door ervaring, oefening- kun je leren
● Verbale kwaliteiten, duidelijke communicatie
● Gedachten en gevoelens benoemen
● Delen van gevoel (ik-boodschap)
● Afspraken maken en nakomen
● Van perspectief wisselen= vermogen om zaak, onderwerp vanuit het oogpunt van de ander bekijken
● Omgaan met emoties, emoties erkennen
● Affectie tonen
● Gemeenschappelijke basis, herkenning zoeken
● Gevoelsreflectie, teruggeven wat je bij cliënt aan gevoelens opmerkt in het gesprek
● Omgaan met stiltes
● Hanteren van humor
!Attitudes
→grondhouding, instelling, denkwijze,. neiging min of meer op constante wijze te reageren op personen/situaties - kun je ‘niet” leren
● Betrokkenheid
● Vriendelijkheid
● Acceptatie
, ● Empathie (wereld door de ogen van cliënt zien)
● Werken vanuit presentiebenadering
● Respectvolle houding
● Niet-veroordelende houding: erkennen van ervaringen zonder goed- of afkeuring
● Onderzoekende houding
● Betrouwbaarheid
● Geduldig zijn
● Willen begrijpen, bereiken, delen/openheid, vernieuwen/bereidheid om gedrag te veranderen
Hoofdstuk 1: Relatiegericht werken in de begeleiding
Kwaliteiten van de begeleider
→Begeleiden en mensen willen helpen is een natuurlijke neiging voor iedereen die zich bekommert om anderen
● Voor beginnende begeleiders dient deze bijgeschaafd te worden: proces van ontwikkelen van
houdingsaspecten en integreren van aangeleerde vaardigheden met eigen persoonlijkheid
○ Belangrijke algemene kwaliteiten van beginnende begeleiders
■ Betrokkenheid
■ Kennis en inzichten
■ Leergierigheid
■ Warmte en vriendelijkheid
■ Zorgzaamheid
○ Effectieve begeleiders beschikken over deze interpersoonlijke vaardigheden en houdingsaspecten
■ Goede verbale kwaliteiten; woordkeuze aanpassen, rekening houden met leeftijd/cultuur
■ Een juiste afstemming; gesprekspartner bepaald het tempo, woordkeuze, lichamelijk contact
■ Gedachten en gevoelens kunnen benoemen en kunnen verhelderen
■ Persoonlijk inzicht
■ Affectie aan de cliënt kunnen laten zien
■ Warmte en affectie
■ Empathie
■ Gerichtheid op de ander
Contact maken
→Contact maken met de cliënt is als het ware een uitnodiging om samen een begeleidingsproces aan te gaan
● Hoe gaat de cliënt om met problemen of vraagstukken? Cliënt proberen inschatten in hoeverre deze persoon
hulp nodig heeft in verhouding met zijn mogelijk en onmogelijkheden
● De balans tussen de persoonskenmerken en vaardigheden (draagkracht) aan ene kant en de belastbaarheid
en ontwikkelingstaken (draaglast) aan de andere kant,- ofwel weegschaalmodel
Cliënten hebben het recht om te begrijpen wat de intenties en de strategieën zijn in de helpende en ondersteunende
relatie.
-> begeleiders hebben een ethische verantwoordelijkheid om cliënten volledig te informeren over het
begeleidingsproces : GEEN verborgen agenda!
● Formeel contact; begeleider zegt in begin wat ze doen - een korte monoloog =betoog van één persoon die aan het
woord is (en blijft) , eenzijdig contact
● Informeel contact; creëert openheid en een basis voor vertrouwensband, cliënt zal zelf gaan over
zichzelf beginnen
Door tijdgebrek moet je op een creatieve manier (WhatsApp, langsgaan) met weinig middelen toch het beste resultaat
creëren
● Contact wordt beïnvloedt door de gemaakte afspraken en door de acties die hieruit voortvloeien
○ Je betrokkenheid toon je aan door je steeds te houden aan gemaakte afspraken; vb direct aan de slag
gaan met andere woonzorg zoeken = laat uw moeite en inzet zien, door af en toe cliënt te bellen
Eigen inbreng bij begeleiden
→Persoonlijke bijdrage is de eigenheid en subjectiviteit die je aan de begeleiding meegeeft
→Inhoudelijke bijdrage betekent; in welke zin wil je inhoudelijk voldoen aan de vraag/behoefte van cliënt en hoe wil je samenwerken
aan het gestelde doel?
, ● De aanpak die je hanteert hangt voor een groot deel vast aan de afspraken die gelden binnen jouw
organisatie; maar er bestaat ook !! discretionaire ruimte/eigen zeggenschap : de ruimte waarin je vrij en
zelfstandig kunt beoordelen en handelen
○ Jongere die je steeds vermijd tijdens huiszoekingen, jij die voorstelt om in een shishabar af te spreken omdat dit hem/haar
meer aanspreekt
● Inzicht in jouw eigen motivatie en achtergronden is onmisbaar in de relatiegerichte begeleiding; kijk naar de
effecten van jouw gedrag en de communicatie met de ander - stilstaan bij hoe kom ik over bij de cliënt
Hoe gaat een hulpverlener het best om met zijn cliënt?
Diagnose-receptmodel= cliënt heeft een kleine rol in meedenken naar oplossing en weinig betrokkenheid in eigen
veranderingsproces en verantwoordelijkheid ligt voornamelijk bij begeleider
● Cliënt komt met een probleem, jij onderzoekt deze zo goed mogelijk, laat cliënt oorzaken en gevolgen zien van probleem en bied
vervolgens aantal mogelijkheden - op basis daarvan zoek je een oplossing voor probleem - je geeft cliënt een recept mee.
○ Huisarts
Circulaire verbinding= Cliënt en begeleider beïnvloeden elkaar wederzijds, wisselwerking ik zeg iets, jij zegt daar iets
op; interactie, durven vertragen en stappen terug nemen wanneer je te snel gaat, evenveel verantwoordelijkheid
● Beste methode - je volgt tempo van de cliënt
Waarom zoeken mensen ondersteuning?
→proberen vaak zelf problemen op te lossen; later als ze beseffen dat dit niet - gaat komen ze pas bij ons terecht, schaamte speelt
grote rol hierbij
1. Vrijwillige begeleiding of hulpverlening
○ cliënt is zelf opzoek naar hulp , kiest zelf of ze hulp willen accepteren, zo niet heb jij geen poot om
op te staan
2. Voorwaardelijke begeleiding of hulpverlening
○ Doelgroep:cliënt krijgt voorwaarden verbonden aan de hulpverlening het één of ander – gas boete
betalen of traject aangaan
3. Onvrijwillige begeleiding of hulpverlening
○ cliënt is verplicht om begeleiding te volgen, maatregel/straf is opgelegd
Voorwaarden voor effectieve begeleiding
● Begeleidingsproces valt of staat met een prettige en verbindende relatie die je samen aangaat
● Focus op opbouwen van goede relatie: "Wie kan ik voor jou zijn?” ipv 'wat kan ik voor u doen?’
● Als er op de kern gefocust wordt; om symptoombestrijding te mijden kijken we best naar het dieperliggend
probleem
○ Richten op facturen ipv het besef dat cliënt niet met zijn geld kan omgaan
● De behoefte van de cliënt zo helder en concreet mogelijk formuleren; deze moet een juiste afstemming zijn
op de cliënt
● Cliënt helpen tot verandering door motivatie, nieuwe ervaring opdoen, anders naar situatie leren kijken, door
persoonlijke groei
○ Het goede in cliënt naar boven proberen halen
Effectieve methoden van begeleiding
!Theorie van de presentie = basisbeweging is naar de ander toe in plaats van omgekeerd
“Als we niets meer kunnen doen voor de ander, kunnen we nog altijd bij hem of haar blijven.”
● Wat zijn de karakteristieken van deze theorie?
○ Betrokken aandachtigheid, trouwe en relationele nabijheid, wederkerigheid, verbondenheid,
vriendschapsachtige relaties, een waarderende en respectvolle houding, menselijke waardigheid,
openstaan voor de ander en het vermogen van perspectief te wisselen
■ Vb. zelfmoord papa
Geven van constructieve feedback - op een zachtaardige manier feedback geven waar de ander iets mee kan. Dus
feedback waarmee je de ander vooruit helpt, op zijn/haar sociale vaardigheden
Moeilijkheden in het begeleiden en ondersteunen
● Kleine motivatie om aan onderliggende, grotere probleem te werken omdat begeleiding tijdelijk genoeg
opluchting gaf
● Gevaar van afhankelijkheid; belangrijk dat begeleider niet te veel advies geeft en problemen gaat toe-eigenen
○ “Begeleider lost het wel op” cliënt wordt afhankelijk en is niet meer te baas over zijn eigen problemen
● Begeleider laat eigen waarden en normen mee gelden
○ huisbezoek bij islamitisch gezin vrouw wilt geen hand geven