‐ Economie bestudeert de creatie van welvaart
→ Goede economie als ze welvaart creëert en we investeren in toekomstige welvaart
‐ Welvaart = Bepaald door BBP (bruto binnenlands product)
→ Optelsom van alle goederen en diensten die in een jaar geproduceerd worden binnen de
landsgrenzen en niet als input gebruikt worden om verder afgewerkte goederen mee te maken.
‐ Welvaartevolutie laatste 200 jaar
→ Vanaf industriële evolutie grote verschillen tussen landen
→ Vroeger had het geslacht en je ouders veel impact op je verwachte welvaart
→ Nu heeft de plaats ook een grote impact
‐ Fenomeen 1: Rijkdom in de 4 landen eerst identiek
‐ Fenomeen 2: Toenemende divergentie in de evolutie van rijkdommen na 1800
Eerste industrie en jaarlijkse toename van welvaart nadien
Mexico heeft toegang tot belangrijke technologieën maar blijft relatief arm
‐ Er is meer dan 1 economisch systeem om welvaart te maken
a) Divergentie vanaf de 19de eeuw
‐ Industriële evolutie opgang in Engeland en nadien heel Europa en VS
= Valt samen met de opkomst van een nieuw economisch systeem (Kapitalisme)
- Productie binnen bedrijven
- Markten: Plaats waar bedrijven en klanten vrijwillig ruilen
- Private eigendom kapitaalgoederen
→ Bedrijven concurreren = Sterke prikkels om betere technologieën te gebruiken
‐ Geografische expansie van lokale tot nationale en internationale markt
= Verdere mogelijkheden tot welvaart verhogende specialisatie en ruil
‐ Kapitalisme is geen systeem maar verzameling systemen die de 3 elementen te combineren
1
,b) Well-being index
‐ Houdt ook rekening met geletterdheid, kindersterfte, …
‐ Kapitalistische instellingen creëren geen voldoende voorwaarde voor permanente verhoging
levensstandaard
→ Veel landen hebben de 3 elementen maar slagen er niet om welvaart te creëren
→ Overheid heeft een belangrijke rol m economisch systeem succes voor iedereen te maken
→ Bij het maken van een keuze worden we geconfronteerd met beperkingen
c) Ecologische grenzen
‐ Natuurgrondstoffen zijn beperkt: Stijgende CO2-concentratie = Opwarming van de aarde
‐ Economische welvaart is zeer energie-intensief: Voornamelijk fossiele brandstoffen
‐ Grenzen veilige zone van planetaire systemen zijn overschreden
= Rechtstreeks verbonden aan energiegebruik en landgebruik
‐ Ecologische voetafdruk = Grond- en wateroppervlakte waar iedereen recht op zou hebben
= Maximum 1,8 hectare, maar huidige voet is 2,7 hectare waarvan Belgen gemiddeld 7 h hebben
‐ Duurzaamheidsuitdaging = maatschappelijk probleem
= Geen eenvoudige oplossing
= Economie is een deeltje van de oplossing
1.2 Onze economie
‐ Moderne economie = Complex systeem van productie en consumptie met beperkte middelen
‐ Private bedrijven produceren goederen en diensten en zorgen voor tewerkstelling
‐ Overheden voorzien aanbod van publieke goederen en diensten, kopen aan bij bedrijven en stellen
ook veel werknemers tewerk
= reguleren, initiëren grote maatschappelijke projecten, via budgettair beleid economische
activiteit aansturen
‐ Consumenten kopen goederen en diensten aan, betalen belastingen en vormen het menselijke
kapitaal dat de economie doet draaien
‐ Activiteiten en transacties gebeuren op markten
‐ Bedrijfseconoom: Analyseert de operationele werking van organisaties (overheid en bedrijven)
‐ Econoom: Bestuderen globale economisch systeem of belangrijke delen van het systeem
2
,a) Welvaart
‐ Veel werklozen hebben geen geschikte vaardigheden voor knelpuntberoepen
→ Onderwijshervormingen en betere bruggen tussen onderwijs en bedrijfsleven
‐ Economen bestuderen verschil tussen baten en kosten = Welvaartsanalyse
‐ Welvaart = In welke mate leidt inzet van schaarse middelen (allocatie) tot economische baten
Het gaat goed met onze economie als deze vandaag welvaart creëert maar ook investeert in
toekomstige creatie van welvaart.
‐ Een goede economie zet haar potentieel optimaal in om hoge economische welvaart te creëren
▪ Monetaire baten: Werkloosheidsuitkering uitsparen omdat er meer mensen werken
▪ Niet-monetaire baten: Nieuwe werknemer doet werkdruk dalen en zijn minder vermoeid
b) Elementaire economische welvaartsanalyse
‐ Economen vinden markten meestal een goede manier voor welvaart optimaliserende allocatie
→ Markten die goed functioneren ondersteunen de economie
‐ Maatschappij kan niet alle gewenste producten en diensten produceren: Beperkte middelen
→ Allocatie is belangrijk
Voorbeeld: Gezondheidszorg in US; Medische fouten zijn 3de grootste doodsoorzaken
Lifestyle diseases ten gevolgen van ongezonde levensstijl. De directe medische kosten zijn goed
voor minimaal 35 % gezondheidszorguitgaven. Indirecte economische kost door
productiviteitsverliezen = 1,2 % van het BBP. Maar indien men preventiebesteding zou uitvoeren <
2 % budget gezondheidszorgbudget.
‐ Een goede allocatie vereist een goede informatie
‐ Welvaartseconomie: Bestudeert hoe allocatie van middelen de economische welvaart beïnvloedt
‐ Consumenten halen onmiddellijke welvaart uit consumptie goederen en dranken
‐ Investering in een goed onderwijssysteem en een goede infrastructuur doet welvaart stijgen
‐ Vandaag een kost maar opbrengst in de toekomst = Kosten-batenanalyse
→ Optimale keuze maken wordt verhinderd door beperkte informatiesystemen
c) Global competitiveness index (GCI)
‐ World Economic Forum: Vergelijking van gezondheidsstatus van nationale economieën
‐ Opgericht om een betere samenwerking tussen overheid en bedrijven te faciliteren
‐ 12 ruime economische domeinen onderverdeeld in 3 groepen
‐ Groep 1: Basisvereisten = Nationale instituties (basisonderwijs, gezondheidszorg, …)
‐ Groep 2: Efficiëntiestimuli = Het effectief werken van de markten (hoger onderwijs, technologie)
‐ Groep 3: Innovaties en sofisticatie (algemeen innovatie vermogen en nieuwe technologieën)
→ België kampt met problematieke macro-economische omgeving
→ Veroorzaakt door zwakke begrotingsdiscipline waardoor een hoge schuld uitstaat
d) Interdisciplinaire zoektocht
‐ Inclusieve maatschappij = Zelfde kansen en een hoge levenskwaliteit
Vrije niet-discriminerende toegang tot onderwijs, arbeidsmarkt, gezondheidszorg, …
‐ Groepen die achterop hinken moeten actief begeleid worden om hun kansen optimaal te benutten
‐ Economen kijken in hun analyse naar transactiekosten, concurrentie en toegang tot kapitaal
3
, Voorbeeld 1: Huisvestiging
Indien de prijzen van de goedkoopste huizen stijgt en de prijzen van duurdere woningen zoals villa’s
daalt dan zullen de vastgoedprijzen de evolutie van de gemiddelde inkomens volgen. De lage inkomens
worden wel hard getroffen, overheid zal subsidies geven aan deze klasse. Huisvestiging heeft een grote
impact op de gezondheid en schoolprestaties = belangrijk voor welvaart.
Voorbeeld 2: Gezondheidszorg
Kosten van gezondheidszorg stijgt, beleidsmakers hebben de uitdaging om tegelijkertijd hoge kwaliteit
tegen een lage kost aan te bieden. Verschillende evaluatiemogelijkheden geven een beeld van de
processen binnen een ziekenhuis. (Bijv. medische fouten bijhouden). Kostprijs per behandeling kan
ook worden vergeleken tussen ziekenhuizen, wat is de oorzaak van het verschil in kost?
e) Markten
‐ Een markt is een groep kopers en verkopers van een bepaald goed of dienst
‐ Eenvoudige voorstelling: Producten zijn identiek en veel kopers en verkopers (geen beïnvloeding)
= Niet realistisch, maar wel eenvoudig om te analyseren
▪ De vraag
De gevraagde hoeveelheid van een goed daalt indien de prijs van dit goed stijgt = Neg. Relatie
(= Bij ongewijzigde omstandigheden)
Verandering in gevraagde hoeveelheid veroorzaakt door verandering in prijs van product
Andere factoren die de vraag beïnvloeden:
‐ Smaken
‐ Verwante goederen (prijs)
‐ Consumenteninkomen
‐ Aantal kopers
‐ Verwachtingen
→ Verschuiving of wenteling van de vraagcurve
‐ Substitutie goederen: Prijsdaling goed A leidt tot daling vraag naar goed B
Bijvoorbeeld: Yoghurt en chocolademousse
‐ Complementaire goederen: Prijsdaling goed A leidt tot stijging vraag naar goed B
Bijvoorbeeld: Benzine en benzinewagens
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper spydro. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.