Inleiding
Porositeit
= aanwezigheid van kleine holtes in materiaal, zorgt voor mogelijke capillaire werking, hoe fijner de
kanaaltjes en hoe meer ze met elkaar verbonden zijn hoe een sterkere capillaire werking
Hygroscopie
= de mate waarin een materiaal vocht kan opnemen uit de omgevingslucht
Waterdoorlatendheid
= de mate waarin een materiaal water (in vloeibare toestand) doorlaat
Diffusieweerstand
= de mate waarin een materiaal water (in gasvormige toestand) doorlaat
Wateropneming
= een maat voor de te verwachten mosgroei
Vorstweerstand
= geeft aan hoeveel vorst-dooicycli een materiaal kan doorstaan
Thermische geleidbaarheid
= de mate waarin warmte zich door een materiaal verplaatst
Thermische capaciteit
= de mate waarin materialen warmte kunnen opslaan
Duurzaamheid
= hoe lang een materiaal meegaat
Margriet
= ecolabel van EU, nog niet van toepassing voor bouwmaterialen. In Vlaanderen aanmoediging door
premies
Buildwise (vroeger WTCB)
= informeren en ondersteunen van professionals mbv publicaties, uitgewerkte bouwdetails, …
Normen
= regels, richtlijnen of kwaliteitsbepalingen, wetten die zeggen hoe je een bepaalde activiteit moet
doen
CE
= europese gemeenschap, producten uit verschillende landen met elkaar kunnen vergelijken. Eisen
met betrekking op brandveiligheid, hygiëne, werkveiligheid, geluidsisolatie, duurzaamheid, …
BENOR KWALITEITSLABEL
= voldoen aan Belgische norm en technische voorschriften -> kwaliteit en verwerking. Traditionele
producten, gepubliceerd in staatsblad door het BIN
, ATG
= toepassingsgeschiktheid, voor nieuwe en innoverende producten, merkgebonden, gepubliceerd
door het Butg
ISO
= heeft niets te maken met het product maar wel met de producent. Uitwisseling van goederen en
diensten vergemakkelijken en samenwerking verbeteren
FSC
= label of keurmerk op een hout- of papierproduct dat aangeeft dat een product afkomstig is uit een
verantwoord beheerd bos
Beton
Verschil beton, cement en mortel:
Cement is een fijn bindend poeder (wordt nooit alleen gebruikt), mortel is samengesteld uit cement
en zand, beton is samengesteld uit cement, zand en grind
Korrelverdeling (de mate waarin verschillende groepen korrelafmetingen (korrelgroepen) in een
mengsel voorkomt, met behulp van zeven); belang -> om te weten welk zand voor welke toepassing
geschikt is
Dmax = maximale korreldiameter
Mortel
Definitie mortel
= een fijn betontype, met als hoofdbestanddelen een hydraulisch bindmiddel (cement, gips), zand en
water. Door wat kalk toe te voegen wordt de specie smeuïger en is dan gemakkelijker te verwerken.
Waarvoor wordt mortel gebruikt?
Opmetselen van muren en het voegen ervan, bepleisteren van ruwe wanden, afwerken van ruwe
vloeren, plaatsen van tegels, vastzetten van allerlei onderdelen
Soorten mortels
Metselmortels
o Genormaliseerde metselmortel
o Zuivere metselmortel
o Bastaardmortel
o Prefabmortel = fabrieksmortel
o Isolerende metselmortel
o Lijmmortel
o Dunmortel
o Doorstrijkmortel
o Kalkmortel
Voegmortels; vroeger kalkmortels, nu vooral cementvoegen
o Moet poreuzer zijn dan steen -> wateropslorping -> vorstschade
o Mag niet harder zijn dan steen (-> kalkmortel)
Egalisatiemortels
o Dekvloer of chape : oneffenheden gladstrijken , niveauverschillen overbruggen, vloer
als geheel op gewenste peil krijgen