Een uitgerbeide samenvatting van het vak Algemene economie 1, eerste jaar en eerste semester Vastgoed. Ik was tijdens eerste zit geslaagd doormiddel van deze zelfgemaakte samenvatting. Het bestaat uit mijn eigen notities (aanwezig geweest in alle lessen) + de Powerpoints + onduidelijke begrippen ve...
[Meer zien]
Laatste update van het document: 2 maanden geleden
Wat is economie? De studie van het menselijke streven naar bevrediging van behoeften met behulp
van schaarse middelen.
Alternativiteitskost = opportuniteitskost: de kosten die een persoon of organisatie betaalt voor het
maken van een bepaalde keuze in plaats van een andere keuze (bv les volgen waardoor je terwijl niks
anders kan doen)
Behoefte = het aanvoelen van een tekort en het streven om dit tekort te bevredigen
• Primaire of levensnoodzakelijke goederen: voeding, kleding, huisvesting
• Immateriële behoeften: onderwijs, ontspanning en geneeskundige verzorging
• Collectieve en gemeenschappelijke behoefte: onderwijs, wegen, bejaardenzorg
• Individuele behoeften: voeding, kleding, huisvesting, ontspanning (subjectiever)
Schaarse middelen = de middelen, goederen en diensten waarover de consument beschikt om de
behoeftes te bevredigen, ze zijn maar in beperkte maten beschikbaar (bv woning)
Waardeverschijnsel = we moeten voor die middelen een prijs betalen
Economisch principe = een bepaald resultaat behalen met een minimum aan economische middelen.
Dat betekent dat keuzes gemaakt moeten worden
Micro economie = economie bekijken vanuit het standpunt van de consument, producent en de
markt
Economische goederen
• Consumptiegoederen: vooral door gezinnen gebruikt
o Verbruiksgoederen
o Gebruiksgoederen
• Investeringsgoederen: goederen die worden ingezet om consumptiegoederen te produceren,
vooral door bedrijven
o Kapitaalgoederen: lange termijn gebruik
o Vlottende investeringsgoederen: niet zo lang aanwezig in onderneming
(grondstoffen, voorraden)
Welvaart = de mate waarin de behoeften met de beschikbare schaarse middelen kunnen worden
bevredigd (balans, alle behoeften kunnen worden bevredigd)
Welzijn = het gevoel van welbevinden (de bevrediging van verlangens zonder schaarse middelen)
Meer middelen dan behoeftes -> stijgende welvaart
Minder middelen dan behoeftes -> dalende welvaart
,Hoofdstuk 1: consumenten
Deel 1: vraagcurve
Consument in de economische wetenschap:
Hoe consumptiebeslissingen nemen?
• Nut maximaliseren
• Afhankelijk van preferenties
• Binnen budget
Nut
= de totale tevredenheid die de consument ervaart bij de consumptie van een goed of dienst
Marginaal nut of grensnut
= de verandering van het totale nut door één eenheid van een goed extra te consumeren
= bijkomend nut gaat steeds dalen (wanneer je op kot zit zonder meubels ben je heel blij met je eerst
plant maar na verschillende planten te krijgen ben je minder blij)
Uitzonderingen: als je bv een verzamelaar van planten bent, ben je wel gelukkig
Wet van het dalend marginaal nut (grensnut) = eerste wet van Gossen
Keuze optimale goederencombinatie
Bepaald door:
• Economische factoren
o Prijzen
o Budget
• Niet-economische factoren namelijk preferenties (worden beïnvloed door sociologische en
psychologische factoren)
o Sociologische factoren
▪ Gezinssituatie
▪ Sociale klasse
▪ Religie
▪ Woonplaats
▪ Nationaliteit
o Psychologische factoren
▪ Persoonlijkheid
▪ Levensstijl
▪ Attitude
Budgetlijn
= lijn van de mogelijkheden
= de rechte die de combinatie van twee goederen weergeeft die de consument met een bepaald
budget kan aanschaffen, rekening houdend met de prijzen van de goederen
Oefening op ppt dia 8-17
Afleiding van de individuele vraagcurve
, Wat is de invloed van de prijs van één goed op de gevraagde
hoeveelheid van dat ene goed?
Werkwijze:
• Afleiden uit budgetlijnen
• Ceteris paribus (= alle andere factoren houden we constant)
o = inkomen
o = voorkeuren
o = prijzen andere goederen
Vraagcurve
= verband tussen de prijs van een bepaald goed en de gevraagde hoeveelheid
X-as: hoeveelheid
Y-as: prijs
Beweging langs de individuele vraagcurve
Beweging van de individuele vraagcurve
Drie mogelijke oorzaken:
• Verandering in het inkomen
• Verandering in de voorkeuren
• Verandering in de prijs van andere goederen
Oefening op ppt dia 22-25
Verschuiving van de vraagcurve door wijzigingen in het inkomen
Verschuiving van de vraagcurve door wijzingen in voorkeuren
Verschuiving van de vraagcurve door wijzigingen in prijs andere goederen
Complementaire goederen
= goederen die je allebei nodig hebt om te kunnen gebruiken
Bv. printer en inkt, zwembad en water, auto en benzine
Substitueerbare goederen
= goederen die dezelfde behoefte vervullen
Bv. appel en peer, koffie en thee, rijst en pasta, huur- en
koopappartementen
Marktvraag
De voorkeuren verschillen bij anke en tom
Martkvraag = anke + tom
Factoren die kunnen leiden tot stijging of daling van de marktvraag:
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
√ Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, Bancontact of creditcard voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper floordewinter. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €13,56. Je zit daarna nergens aan vast.